Hoe werkt een Holteronderzoek voor het hart?
Bij een Holter-ECG wordt het hartritme voor een langere periode gemeten. Dit kan nodig zijn om een hartritmestoornis te ontdekken, die niet kan worden waargenomen op een normale ECG omdat het niet zo vaak voorkomt. Elektrodes worden bevestigd op de borst, deze meten vervolgens de elektrische signalen van het hart. Deze informatie wordt vervolgens doorgegeven aan de monitor, welke kan worden uitgelezen door een arts. Aan de hand van het dagboek van de patiënt, kan vervolgens de informatie geïnterpreteerd worden en stoornissen van het hart worden opgemerkt.
Hoe werkt het hart?
Het hart is een grote spier en een van de belangrijkste organen in ons lichaam. Het ligt tussen de longen, normaal gesproken iets aan de linkerkant. Het zorgt er voor dat het bloed zuurstof kan vervoeren naar de organen in ons lichaam. Het hart bestaat uit vier holtes:
- De linkerboezem. Het zuurstofrijke bloed uit de longen stroomt hier in via de longader in en wordt vervolgens doorgepompt naar de linkerkamer
- De linkerkamer. Het zuurstofrijke bloed van de linkerboezem komt hierin terecht. De linkerkamer zorgt er voor dat het zuurstofrijke bloed in het hele lichaam terechtkomt via de aorta.
- De rechterboezem. Hier komt het zuurstofarme bloed uit het lichaam terecht via de vena cava. De rechterboezem pompt het bloed vervolgens door naar de rechterkamer.
- De rechterkamer. De rechterkamer pompt het zuurstofarme bloed vervolgens door naar de longen via de longslagader zodat het weer zuurstofrijk kan worden.
Elektrische signalen in het hart
Om het bloed rond te pompen heeft het hart elektrische signalen nodig. Een normaal ritme in het hart heet een sinusritme, dit wordt veroorzaakt door de sinusknoop die zich bevindt bovenaan in de rechterboezem. De sinusknoop zorgt er dus voor dat het hart gaat kloppen, de boezems zullen door het signaal van de sinusknoop dan ook samentrekken zodat ze het bloed doorgeven aan de kamers.
Vervolgens komt het elektrische signaal terecht in de atrioventriculaire knoop, die zich bevindt onderaan tussen de linker- en rechterboezem. Het signaal gaat vervolgens verder via de speciale hartspiercellen genaamd de Bundel van His, tussen de twee kamers, naar de bundeltakken, en wordt het uiteindelijk doorgegeven aan de Purkinjevezels. Deze laatste drie speciale hartspiercellen zorgen voor het samentrekken van de kamers, zodat het bloed hieruit kan worden gepompt en terechtkomt in de circulatie.
Wat is een elektrocardiogram (ECG)?
Bij een ECG wordt de elektrische activiteit van het hart voor een langere tijd gemeten. Elektroden worden op de borstkas geplaatst, deze meten de kleine veranderingen in lading die ontstaan door het hart. Dit wordt op verschillende plekken gedaan met verschillende hoeken ten opzichte van het hart. Wanneer deze worden samengevoegd ontstaat er normaal gesproken een ECG die staat afgebeeld. Een cardioloog kan een ECG aflezen en hieraan vaststellen of er iets mis is met het hart.
Een normaal ECG begint met een kleine 'golf' genaamd de 'P-golf', dit staat voor de depolarisatie van de boezems van het hart, wanneer het signaal van de sinusknoop hier dus terechtkomt. Hierna kan het 'QRS complex' worden waargenomen, in deze tijd is er depolarisatie van de kamers, het elektrische signaal is dan bij de kamers gekomen. De 'T-golf' staat voor de repolarisatie van de kamers, wanneer het elektrische signaal weer wegtrekt.
Wat is een Holteronderzoek?
Een Holteronderzoek wordt gedaan door middel van een Holter-ECG, ook wel een Holter-monitor genoemd. Het apparaat is vernoemd naar de uitvinder ervan Norman Holter. Het is een draagbaar kastje dat meestal gebruikt wordt om een ECG van het hart te maken, maar het kan ook gebruikt worden om bloeddruk of hersenactiviteit te meten. Meestal moet het apparaat 24 of 48 uur worden gedragen, maar dit kan ook oplopen tot een maand. De duur is afhankelijk van wat onderzocht moet worden. Als er bijvoorbeeld naar de activiteit van de hersenen tijdens een epileptische aanval, wat niet vaak voorkomt, moet worden gekeken. Dan kan het nodig zijn om het apparaat langere tijd om te houden.
Meestal mag het apparaat niet in contact komen met water, er mag dan ook niet gedoucht of gezwommen worden wanneer er een Holter-ECG wordt gemaakt. Een voordeel van dit onderzoek is dat het hartritme in de normale situatie gemeten kan worden, als er gekeken wordt naar de hartslag in het ziekenhuis heeft spanning vaak een grote invloed.
Wanneer wordt een Holteronderzoek gedaan?
Het Holter-ECG is er vooral om te kijken of klachten die te maken kunnen hebben met een hartritmestoornis, hier ook daadwerkelijk door veroorzaakt worden. U kunt hierbij denken aan: duizeligheid, hartkloppingen, wegraken en flauwvallen. In een kort ECG kunnen hartritmestoornissen over het algemeen niet worden waargenomen. Door een langere periode naar het hart te kijken, is er een grotere kans dat de hartritmestoornis kan worden waargenomen.
Hoe werkt het Holter-ECG
Wanneer en Holter-ECG wordt gebruikt om een ECG van het hart te maken worden elektrische signalen van het hart gemeten door elektrodes die zijn vastgemaakt aan de borstkas. De elektrodes worden op verschillende plekken op het lichaam geplakt, afhankelijk van het model. Bij de meeste Holter-ECGs worden er drie tot acht elektrodes opgeplakt. Deze elektrodes zitten vast aan een kastje, de monitor. Dit apparaat wordt vervolgens om de nek van de patiënt gehangen, of aan de broek bevestigd. De monitor moet gedurende het onderzoek worden gedragen, ook 's nachts wordt er gemeten.
Dagboek
De patiënt moet daarnaast een dagboek bijhouden met alle activiteiten die hij de gemeten dagen heeft uitgevoerd, omdat deze invloed hebben op de uitslag. Wanneer iemand zich bijvoorbeeld inspant, zal de hartslag bij het ECG, als het goed is, sneller zijn. De arts kan vervolgens het hartritme relateren aan de activiteiten die zijn uitgevoerd, en vervolgens kijken of er opvallende afwijkingen te zien zijn op het ECG. Het is belangrijk dat de dagelijkse activiteiten gewoon doorgaan, omdat het belangrijk is dat deze ook op het ECG kunnen worden bekeken.