Thoracentese: Overtollig vocht in de pleuraholte verwijderen
Een thoracentese is een onderzoek waarbij de arts de wand van een met vloeistof gevulde pleuraholte aanprikt en het vocht verwijdert. De pleuraholte is de ruimte tussen het borstvlies en het longvlies. Normaal bevindt zich slechts een geringe hoeveelheid vocht in de pleuraholte, maar sommige aandoeningen zoals hartfalen, een longontsteking, tuberculose en tumoren kunnen een grote hoeveelheid vocht (pleura-effusie) veroorzaken in deze holte. Dit vocht drukt op de longen, wat resulteert in een bemoeilijkte ademhaling voor de patiënt. Door middel van een thoracentese krijgt de patiënt meer lucht, waardoor hij beter kan ademen. Een analyse van het overtollige vocht helpt de arts de oorzaak van de pleura-effusie vast te stellen, waarna een mogelijke behandeling kan worden gestart. Dit onderzoek werd voor het eerst beschreven in 1852.
Synoniemen thoracentese
Een thoracentese is eveneens bekend onder de volgende synoniemen:
- pleurapuntie
- pleuravochtaspiratie
- thoracocentese
Wat is een pleura-effusie?
Epidemiologie van pleura-effusie
Pleura-effusie komt wereldwijd voor, met een hogere incidentie in landen met een hoge prevalentie van tuberculose, longkanker en chronisch hartfalen.
Oorzaken
De oorzaken van pleura-effusie zijn divers en omvatten infecties, inflammatoire aandoeningen, maligniteiten en cardiovasculaire aandoeningen. Tuberculose blijft in sommige regio's een belangrijke oorzaak, terwijl in westerse landen longkanker en hartfalen meer voorkomende oorzaken zijn.
Symptomen
De symptomen van pleura-effusie variëren, afhankelijk van de hoeveelheid vocht en de onderliggende oorzaak. Patiënten kunnen kortademigheid, pijn op de borst en een droge hoest ervaren. Alarmsymptomen die onmiddellijke medische aandacht vereisen, zijn ernstige ademnood en tekenen van infectie zoals koorts.
Diagnose en onderzoeken van grote hoeveelheid vocht in pleuraholte
De diagnose wordt vaak gesteld door middel van beeldvormend onderzoek, zoals een röntgenfoto of echografie, en wordt bevestigd door thoracentese.
Behandeling
De behandeling richt zich op het aanpakken van de onderliggende oorzaak en kan variëren van medicamenteuze behandeling tot drainage van het vocht.
Prognose
De prognose hangt af van de onderliggende aandoening, maar bij tijdige behandeling is de uitkomst vaak gunstig.
Complicaties van pleura-effusie
Complicaties van pleura-effusie kunnen ernstig zijn en omvatten infectie, longschade en in zeldzame gevallen ademnood door een klaplong (pneumothorax).
Preventie
Preventie richt zich voornamelijk op het behandelen van de onderliggende aandoeningen die pleura-effusie kunnen veroorzaken, zoals hartfalen, longinfecties en maligniteiten. Regelmatige medische controle en tijdige behandeling van risicofactoren kunnen het risico op pleura-effusie verminderen.
Indicatie: Overtollig vocht in de pleuraholte
Normaliter bevindt zich zeer weinig vocht in de pleuraholte. Een opeenhoping van te veel vocht tussen de lagen van de pleura wordt een
pleura-effusie genoemd (
vochtophoping tussen borstvlies en longvlies). Dit kan worden veroorzaakt door bijvoorbeeld
tuberculose, tumoren,
hartfalen (onvoldoende bloedpompen door het hart) of een
longontsteking (= pneumonie:
ontsteking van de onderste luchtwegen). De arts voert dit onderzoek uit om de oorzaak van het extra vocht te achterhalen of om de symptomen van de vochtophoping te verminderen. Een arts voert het onderzoek ook uit bij de volgende aandoeningen:
asbestgerelateerde pleura-effusie,
sarcoïdose, reacties op sommige
medicijnen, een collageenvaatziekte, een
longembolie (afsluiting van een slagader in de longen), een longontsteking, een
schildklieraandoening, een
hemothorax (verzameling van bloed in de borstholte),
longkanker,
pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier met
buikpijn en spijsverteringsproblemen) en een pulmonale veno-occlusieve aandoening.
Tegenindicaties van de procedure
Het onderzoek is niet mogelijk bij een onwillige patiënt. Ook patiënten met een
bloedaandoening, patiënten die
bloedverdunners gebruiken of patiënten met hartfalen of een vergroting aan de rechterkant van het hart komen niet in aanmerking voor een thoracentese. Patiënten die recent longchirurgie hebben ondergaan of littekenweefsel op de long hebben, ondergaan dit onderzoek beter niet. Evenmin is het aanbevolen wanneer de patiënt mechanische ventilatie gebruikt of slechts één functionerende long heeft.
Diagnose en onderzoeken
Voor de diagnose van
pleura-effusie luistert de arts naar de ademhaling van de patiënt met een stethoscoop (auscultatie). Bij een pleura-effusie klinkt de ademhaling gedempt. Tevens tikt hij lichtjes op de borst, waarbij hij een dof geluid hoort. Via een
CT-scan, een
thoraxfoto (röntgenfoto van de borstkas) of een
echografie kan pleura-effusie worden vastgesteld.
Voor het onderzoek: Mogelijke thoraxfoto van de borstkas
Voorbereidingen
Voor dit onderzoek zijn geen speciale voorbereidingen vereist. De patiënt geeft de arts wel informatie over
allergieën (allergische reacties door contact met uitlokkende stoffen) voor
medicijnen of
latex en (onderliggende) aandoeningen. Voorts meldt de patiënt ruim op voorhand welke
vitaminen,
kruiden en andere supplementen hij gebruikt. Ook het medicatiegebruik meldt de patiënt aan de arts, want mogelijk moet hij in overleg de dosis aanpassen of tijdelijk stoppen met de medicijnen. Ook is het belangrijk dat de arts op de hoogte is van eventuele bloedingsproblemen. De arts maakt voorts vlak voor het onderzoek een röntgenfoto (
radiografisch onderzoek) van de borstkas (thoraxfoto).
Praktisch
Het onderzoek wordt meestal poliklinisch uitgevoerd. De patiënt kan na het onderzoek dus doorgaans direct naar huis. De tijdsduur van het onderzoek varieert van tien tot vijftien minuten. Wanneer er echter sprake is van een grote hoeveelheid vocht in de pleuraholte, kan de procedure oplopen tot wel vijfenveertig minuten.
Tijdens het onderzoek: Naald of buisje in pleuraholte om overtollig vocht te verwijderen
De patiënt zit tijdens het onderzoek op een bed of op de rand van een stoel of bed. Het hoofd en de armen rusten op een tafel. De arts reinigt vervolgens de huid rond de injectieplaats en gebruikt echografie om de exacte positie van de injectieplaats te bepalen. Daarna wordt een lokale verdoving in de huid geïnjecteerd. De patiënt kan hierbij een kort stekend gevoel ervaren, dat snel weer verdwijnt. Vervolgens brengt de arts een naald of buisje door de huid en spieren in de pleuraholte. De patiënt kan hierbij enige pijn of druk voelen, maar ook dit gevoel verdwijnt doorgaans snel. Het vocht wordt vervolgens met de naald uit de pleuraholte getrokken en naar het laboratorium gestuurd voor verdere analyse (pleuravochtanalyse). Tijdens het onderzoek kan de patiënt kortademigheid (
kortademigheid) of pijn op de borstkas ervaren. Het is belangrijk dat de patiënt dit direct aan de arts meldt. Tijdens het gehele onderzoek mag de patiënt niet
hoesten, diep ademhalen of bewegen, om te voorkomen dat de longen beschadigd raken.
Na het onderzoek: Nog even in het ziekenhuis
Na het onderzoek verwijdert de arts de naald of het buisje en plakt een pleister op de injectieplaats. Vervolgens wordt opnieuw een thoraxfoto (
radiografisch onderzoek) gemaakt om mogelijke complicaties op te sporen. De patiënt blijft meestal nog enkele uren in het ziekenhuis, waar een arts of verpleegkundige regelmatig de bloeddruk en ademhaling controleert. De meeste patiënten mogen dezelfde dag nog naar huis, maar het is belangrijk om de eerste dagen na het onderzoek geen zware fysieke activiteiten te ondernemen en voldoende rust te nemen.
Resultaten van het onderzoek
Normale resultaten
In normale omstandigheden bevat de borstholte slechts een zeer kleine hoeveelheid vocht.
Abnormale resultaten
Abnormale resultaten die pleura-effusie veroorzaken, kunnen wijzen op aandoeningen zoals
cirrose (
littekenvorming van de lever), infecties, een
nieraandoening, een ontsteking, hartfalen,
kanker en
ondervoeding. Bij een vermoeden van een infectie wordt het vocht verder onderzocht via een cultuur om bacteriën op te sporen. Na het onderzoek bespreekt de arts de resultaten met de patiënt en wordt een passende behandeling ingesteld, afhankelijk van de oorzaak van de pleura-effusie.
Risico’s en bijwerkingen
Er zijn enkele risico's en bijwerkingen verbonden aan dit onderzoek. Kleine bijwerkingen omvatten pijn, hoesten, een onderhuids
hematoom (bloeduitstorting) of een
vasovagale syncope (
flauwvallen door een uitlokkende factor). Ernstige complicaties kunnen zijn
ademhalingsproblemen, bloedingen, een infectie, een
pneumothorax (klaplong), een
empyeem (etterophoping in de pleuraholte), een hemothorax (ophoping van bloed in de pleuraholte) en letsel aan het middenrif. Zeer zelden ontstaan er letsels aan de lever of
milt.
Anno augustus 2024 blijft thoracentese een belangrijke procedure voor zowel diagnostische als therapeutische doeleinden bij pleura-effusie. De techniek en het gebruik van echografie om de juiste punctieplaats te bepalen, hebben de veiligheid en effectiviteit van de procedure aanzienlijk verbeterd.
Lees verder