Thoracoscopie: Inwendig kijkonderzoek van borstholte
De pleuraholte is de holte tussen het longvlies (bekleedt longen) en het borstvlies (bekleedt de borstholte). Deze kleine holte bevat een beetje pleuravocht. Wanneer afwijkingen aan de vliezen of in de pleuraholte tot stand komen, wil de arts de oorzaak hiervan opsporen. Hiervoor zet hij een thoracoscopie (pleuroscopie) in. Bij dit inwendig kijkonderzoek inspecteert de arts het gebied tussen de longen en de borstkas. Dit onderzoek, dat plaatsvindt via een operatieve ingreep en circa één uur duurt, gebeurt met behulp van speciale kijkinstrumenten. De patiënt moet enkele voorbereidingen treffen alvorens een thoracoscopie kan doorgaan. Ook na de kijkoperatie is een nauwlettende opvolging in het ziekenhuis nodig omdat de patiënt na het onderzoek een drain heeft in de pleuraholte. Dit slangetje zorgt er namelijk voor dat vocht en/of lucht uit de pleuraholte kan wegsijpelen.
Indicatie van onderzoek van pleuraholte
De arts voert gewoonlijk eerst
beeldvormende onderzoeken uit van de
borstkas, zoals een
röntgenfoto en een
CT-scan. Wanneer hij afwijkingen vindt (zoals afwijkingen in de
longen of op het borstvlies of vocht tussen de longbladen), voert hij een thoracoscopie uit. Dankzij dit inwendig kijkonderzoek bevestigt hij bijvoorbeeld de diagnose van:

De arts moet goed op de hoogte zijn van het medicatiegebruik van de patiënt /
Bron: Stevepb, PixabayVoor de thoracoscopie
De arts wil op de hoogte zijn van het medicatiegebruik, want soms moet de patiënt enkele dagen voordat het onderzoek doorgaat, met bepaalde
medicijnen (bijvoorbeeld bloedverdunners) stoppen. Patiënten moeten voorts nuchter zijn voor het onderzoek; ze mogen na middernacht dus niet meer eten en drinken en ook niet meer
roken. Wanneer het onderzoek na 12u doorgaat, mag de patiënt nog wel een licht ontbijt met beschuiten en thee of water nuttigen, al hangt dit ook af van het ziekenhuis.
Tijdens het inwendig kijkonderzoek van de borstholte
De arts brengt eerst een infuus aan bij de patiënt. Vervolgens wordt de patiënt in de juiste positie geplaatst en bepaalt de arts eveneens de exacte locatie van de kijkoperatie. De arts verdooft daarna de huid en het onderhuidse weefsel met behulp van een injectie. Hij brengt de
plaatselijke verdoving tussen twee ribben aan. Sommige patiënten krijgen een
volledige verdoving waardoor ze slapen tijdens het onderzoek. De arts maakt daarna een kleine chirurgische insnijding die net groot genoeg is om zijn kijkinstrumenten (thoracoscoop) in te kunnen plaatsen. De arts is met behulp van deze instrumenten in staat om de pleuraholte van nabij te onderzoeken, vocht te verwijderen of
monsters (stukjes weefsel) te verkrijgen. De arts moet de long gedeeltelijk inklappen zodat hij een goed beeld krijgt van de pleuraholte. De arts controleert tijdens het onderzoek het zuurstofgehalte in het bloed (
pulsoximetrie) en dient desgewenst extra zuurstof toe via de
neus. Sommige patiënten hebben ook bijkomende pijnmedicijnen nodig tijdens de ingreep. De arts plaats tot slot een drain in de pleuraholte. De ingeklapte long moet zich namelijk weer kunnen ontplooien tot zijn normale vorm. De drain zorgt er dan voor dat vocht en/of lucht weer uit de pleuraholte vrijkomt. Hiervoor moet de arts het soort slangetje vastzetten en de opening in de huid vasthechten.
Na de kijkoperatie
Eten en drinken is toegestaan meteen na het onderzoek. Omdat er een drain geplaatst is bij het onderzoek, is het belangrijk dat patiënten in de eerste dagen van het onderzoek niet gaan douchen. De verpleegkundige sluit de drain aan op een vacuümpomp, die er voor zorgt dat vocht en/of lucht uit de pleuraholte wordt opgezogen. Dit proces duurt soms tot enkele dagen. Mogelijk voelt de drain vervelend of
pijnlijk aan, maar de patiënt mag hiervoor
pijnstillers nemen. Tijdens dit proces maakt de arts enkele keren een longfoto om alles goed te controleren. De patiënt krijgt tijdens zijn ziekenhuisverblijf ademhalingstechnieken aangereikt. De patiënt kan hierdoor beter
slijm ophoesten, hetgeen belangrijk is om een
longontsteking te voorkomen. Wanneer het vocht of de lucht niet meer uit de borstholte lekt, en de long volledig ontplooid is, verwijdert de arts de drain. Na circa zeven dagen verwijdert de arts de hechtingen; Patiënten mogen voorts hun zittende activiteiten meteen hervatten na de thoracoscopie, al mogen ze nog niet meteen sporten, zware huishoudelijke activiteiten uitvoeren, zwaar tillen of
vliegen. Verder mogen patiënten nooit meer
duiken na een inwendig kijkonderzoek van de borstholte. Voorts moet de conditie geleidelijk opgebouwd worden. Hard persen bij het maken van stoelgang is tot slot niet aanbevolen.
Resultaten
De arts stuurt het weefsel en vocht dat hij heeft verwijderd uit de borstkas, naar een laboratorium voor verder microscopisch onderzoek. De laborant zet deze monsters op kweek. De resultaten zijn doorgaans vijf tot zeven werkdagen later beschikbaar via de behandelende arts.
Complicaties van inspectie van ruimte tussen borstvlies en longvlies
Sommige patiënten die een thoracoscopie hebben ondergaan, ervaren pijn door de geplaatste drain. De patiënt mag hiervoor pijnstillers nemen. Af en toe ontstaat een
wondinfectie wat de arts met behulp van
antibiotica behandelt. Soms werkt de drain niet zo goed, waardoor een nieuwe operatie nodig is hetgeen zorgt voor een langzamere genezing en een langere ziekenhuisopname.
Lees verder