Anticonceptiepil: soorten pillen en voor- en nadelen
Veel vrouwen gebruiken de anticonceptiepil om een zwangerschap tegen te gaan, maar ook om puistjes tegen te gaan en ernstige menstruatiepijn te verlichten. De meeste strips hebben 21 pillen. Deze slik je 3 weken achter elkaar en daarna heb je een stopweek. In de stopweek krijgt een vrouw de menstruatie. Welke soorten anticonceptiepillen bestaan er? En wat zijn de voor- en nadelen van het gebruik van de anticonceptiepil?
Inhoud
De anticonceptiepil
De anticonceptiepil, ook wel ‘de pil’ genoemd, bevat de kunstmatige hormonen progestageen en oestrogeen (combinatiepil). Er bestaan verschillende soorten anticonceptiepillen. De hormonen progestageen en oestrogeen zorgen ervoor dat je niet zwanger kunt raken. De pil zorgt ervoor dat de eisprong wordt geremd en dat er geen eicel vrijkomt. Progestageen en oestrogeen zijn niet schadelijk voor je lichaam, maar kunnen wel zorgen voor lichamelijke bijwerkingen. Vrouwen die de anticonceptiepil slikken hebben namelijk een groter risico op het krijgen van trombose.
Kans op trombose
Trombose is een bloedstolsel dat ontstaat in een bloedvat. Een bloedstolsel ontstaat wanneer iemand een wond heeft. Een bloedstolsel dat ontstaat zonder dat er sprake is van verwonding noemt men trombose. Het gevolg van trombose is dat een (slag)ader ergens in de bloedsomloop in zijn geheel of gedeeltelijk wordt afgesloten. Het gebruik van de anticonceptiepil kan het risico op trombose vergroten. Echter is de kans bij het gebruik van de anticonceptiepil nog steeds heel klein. Hoe minder oestrogeen er in de anticonceptiepil zit, hoe kleiner het risico is op het krijgen van trombose. Bij jonge mensen die geen anticonceptiepil gebruiken is het risico op het krijgen van trombose 1 op 10.000 gevallen per jaar. Bij het gebruik van de anticonceptiepil is het risico 5-12 gevallen per 10.000 vrouwen per jaar, bij een zwangerschap is het risico op trombose 10-30 gevallen per 10.000 vrouwen per jaar, en in de periode vlak na een geboorte is het risico 50-100 gevallen per 10.000 vrouwen per jaar.
Vocht vasthouden door de anticonceptiepil
Het oestrogeen in de anticonceptiepil zorgt ervoor dat het lichaam vocht vasthoudt. Met een laag gedoseerde anticonceptiepil zal een vrouw hooguit één à twee kilo aankomen. Echter komt het ook voor dat een vrouw gevoelig is voor het oestrogeenhormoon waarbij een vrouw meer dan één à twee kilo aankomt. Daarentegen zorgt het progestageen drospirenon juist voor een vochtafdrijvend effect.
De éénfasepil
De éénfasepil bevat een vaste hoeveelheid oestrogeen en progestageen per pil. Er zijn lichte en zware pillen. De lichte pillen in tegenstelling tot de zware pillen bevatten minder oestrogeenhormonen waardoor ze mogelijk minder bijwerkingen geven. De éénfasepil is onderverdeeld in vier generaties. De verschillen in generaties hebben te maken met wanneer de anticonceptiepillen ontwikkeld zijn.
Eerste generatie anticonceptiepil
Zware pil
(Bevat 35-50 mcg oestrogeen) | Tweede/derde generatie anticonceptiepil
Lichte pil
(Bevat 30-37,5 mcg oestrogeen) | Vierde generatie anticonceptiepil
Zeer lichte pil
(Bevat minder dan 20 mcg oestrogeen) |
Mycrogynon 50 | Lovette | Harmonet |
Neo Stediril | Trigynon | Marvelon |
Neogynon 21 | Trinordiol | Meliane |
Stediril-D | Trinonvum | Mercilon |
Ovostat | Microgynon 30 | Gracial |
Binordiol | Stediril 30 | Ovidol |
Fysioquens | Mini Pregnon | Femodene |
Ovanon | Ministat | Minulet |
Diane-35 | Modicon | Tri-Minulet |
| Neocon | Triodeen |
| Yasmin | Cilest |
Eerste generatie anticonceptiepil
Deze generatie bevat veel oestrogeen, waardoor de kans op het krijgen trombose aanzienlijk groter is. Het progestageen dat in de anticonceptiepil zit is norethisteron, lynestrenol of ethinylestradiol. De verschillende soorten progestageen heeft te maken met het feit dat de anticonceptiepillen steeds verder worden ontwikkeld. Bij de ontwikkeling worden er nieuwere progestagenen gebruikt met net iets andere eigenschappen qua bijwerkingen.
Tweede/derde generatie anticonceptiepil
De tweede generatie anticonceptiepil bevat in vergelijking tot de eerste generatie minder oestrogeen, waardoor er minder kans op trombose bestaat. De betrouwbaarheid is onveranderd gebleven. De derde generatie anticonceptiepil, in vergelijking met de tweede generatie anticonceptiepil, bevat een ander soort progestageen. De tweede generatie bestaat uit het progestageen levonorgestrel of norethisteron. De derde generatie bestaat uit het progestageen desogestrel, gestodeen of norgestimaat. Norgestimaat wordt omgezet in levonorgestrel waardoor dit progestageen ook als tweede generatie progestageen kan worden beschouwd.
Vierde generatie anticonceptiepil
De vierde generatie anticonceptiepil bevat in vergelijking tot de andere drie generaties minder oestrogeen. Deze generatie bevat het progestageen drospirenon, dienosgest of nomegestrolacetaat.
De tweefasenpil
Bij de tweefasenpil hebben de pillen een andere samenstelling in de eerste helft van de strip in vergelijking met de tweede helft van de strip. Ook de kleuren van beide helften verschillen van elkaar. Bij de tweefasenpil heb je twee verschillende tweefasenpillen. Dit zijn de step-up-pil en de sequentiepil. Ieder vrouwenlichaam is anders, en daarom kan is het van tevoren noodzakelijk zijn om uit te zoeken welke soort anticonceptiepil het meest geschikt is en waar een vrouw de minste bijwerkingen van krijgt.
De step-up-pil
Alle pillen bevatten dezelfde hoeveelheid oestrogeen. In de eerste fase is het progestageen laag. In de tweede fase wordt de hoeveelheid progestageen verhoogd.
De sequentiepil
De pillen bestaan in de eerste fase alleen uit oestrogeen. In de tweede fase wordt er progestageen toegevoegd.
De driefasenpil
Bij de driefasenpil heeft de pilstrip drie verschillende samenstellingen. Deze strips zijn te herkennen aan de drie verschillende kleuren. Door deze samenstellingen wordt de cyclus van de verandering van de hormonen nagebootst. Bij de overgang van de eerste naar de tweede fase en van de tweede naar de derde fase van de strip wordt de hoeveelheid progestageen verhoogd.
De minipil
De minipil is een anticonceptiepil waarbij je geen stopweek hebt. Deze minipil bevat geen oestrogeenhormoon, enkel het progestageenhormoon. De minipil is minder betrouwbaar dan gewone combinatiepillen. De reden hiervan is dat ieder pilletje iedere dag op hetzelfde tijdstip moet worden ingenomen.
De prikpil
De prikpil heeft in vergelijking tot de minipil een veel hogere dosis progestageen. Als een vrouw stopt met de prikpil, zal het lang duren voordat ze weer vruchtbaar is. De prikpil wordt eenmaal in de tien weken met een injectie door de huisarts gegeven. Een prikpil kan handig zijn als een vrouw onregelmatige diensten draait. Het is wel van belang dat een prikpil op tijd wordt gehaald.
Mogelijke bijwerkingen van de anticonceptiepil
In de bijsluiter van de anticonceptiepil staan mogelijke bijwerkingen genoemd. Bij iedere anticonceptiepil zijn de mogelijke bijwerkingen anders. Lees de bijsluiter daarom altijd goed door voordat je met de anticonceptiepil begint. Ook is het van belang om uit te zoeken welke anticonceptiepil het beste bij jou past. De meest voorkomende bijwerkingen zijn o.a.:
- Depressie
- Buikpijn
- Hoofdpijn
- Misselijkheid
- Pijnlijke en gevoelige borsten
- Gewichtstoename
- Een verminderd libido
De voor- en nadelen van de anticonceptiepil
De anticonceptiepil heeft voor- en nadelen.
Voordelen
- Het voorkomt een zwangerschap bij correcte inname
- Bij het gebruik van de anticonceptiepil menstrueert een vrouw regelmatiger
- De menstruatie geeft vaak minder bloedverlies
- Tijdens de menstruatie heeft een vrouw mogelijk minder buikpijn
- Een menstruatie kan voorkomen worden door de anticonceptiepil door te slikken in de stopweek
- De anticonceptie helpt mogelijk acné tegen te gaan
Nadelen
- Een pil kan worden vergeten waardoor deze niet meer betrouwbaar is
- De anticonceptiepil kan een wisselwerking geven in combinatie met andere medicijnen
- De anticonceptiepil is bij het gebruik van antibiotica niet meer betrouwbaar
- Een vrouw is mogelijk niet direct vruchtbaar na het stoppen met de anticonceptiepil
- De anticonceptiepil geeft geen bescherming tegen soa’s
- De anticonceptiepil is minder betrouwbaar bij diarree of overgeven binnen 3-4 uur na inname
- De anticonceptiepil geeft een verhoogde kans op trombose
- De anticonceptiepil is niet te gebruiken bij bijvoorbeeld alvleesklierontsteking, trombose, leverfunctiestoornissen, borstkanker en baarmoederkanker
Lees verder