Waarom hebben mensen niet allemaal dezelfde huidskleur?
Waarom zijn er zoveel tinten huidskleur in de wereld? Als de mens vanuit Afrika de wereld heeft bevolkt, waarom hebben we dan niet allemaal de donkere huidskleur van een Afrikaan? Hoe kan het dat in de loop der tijd mensen in sommige streken een blanke huid kregen? Het zal je niet verbazen dat dit te maken heeft met de zon. Maar het verband is niet zoals je misschien in eerste instantie denkt. Mensen werden niet blank omdat er te weinig zonlicht was om een donkere huid te behouden, maar omdat ze met een lichtere huid beter Vitamine D konden aanmaken. Maar als dat zo goed is, waarom heeft dan niet iedereen een blanke huid? Kortom: hoe kunnen we de grote verschillen in huidskleur verklaren?
Verdeling van mensen en huidskleur op aarde
Er is iets opmerkelijks te zien als je een wereldkaart inkleurt met de huidskleur die mensen oorspronkelijk in een leefgebied hebben. In streken rond de evenaar leven mensen met een zeer donkere huidskleur. Maar hoe verder het woongebied van de evenaar verwijderd is, hoe lichter de huid van de oorspronkelijke bewoners. Mensen met de lichtste huidskleur ter wereld vind je bijvoorbeeld in Noord-Europa.
Migratie
Als je bedenkt dat de mens in de prehistorie vanuit Afrika is gemigreerd over de hele wereld, kan je je afvragen waarom mensen niet hun donkere huid hebben behouden. Blijkbaar kregen bevolkingsgroepen die verder van de evenaar gingen leven in de loop van duizenden jaren een lichtere huidskleur. Dat verklaart ook waarom de oorspronkelijke bewoners rond de evenaar in Zuid-Amerika niet zo donker zijn als Afrikanen. De mens is immers via noordelijk Azië en Alaska naar het Amerikaanse continent geëmigreerd. Die trek heeft tussen de tien tot vijftien duizend jaar geleden plaatsgevonden. Blijkbaar te kort geleden voor mensen die zich rond de evenaar in Amerika vestigden om weer een heel donkere huid te krijgen.
UV-straling en donkere huidskleur
In streken rond de evenaar staan mensen bloot aan veel zonlicht met een hoge intensiteit aan ultraviolette straling. De sterke UV-straling vormt een risico op beschadiging van het DNA in de cellen van de huid, wat kan leiden tot kanker. Als bescherming tegen intense UV-straling maakt de huid het pigment melanine aan. De laag pigment in de huid vangt de UV-straling weg voordat het dieper in de huid het DNA van de huidcellen kan beschadigen. Hoe meer pigment, hoe donkerder de huid, en hoe beter een mens is beschermd tegen UV-straling. Ook blanke mensen maken bij blootstelling aan de zon meer pigment aan, ze krijgen dan een bruine tint. Maar de bescherming tegen UV-straling blijft minder dan die van mensen met een donkere huidskleur. Dit verklaart waarom blanke mensen die in Australië wonen een verhoogd risico op huidkanker hebben.
Vitamine B
Een donkere huid beschermt ook tegen de vernietigende werking van UV-straling op de onmisbare
vitamine B11 (foliumzuur). Foliumzuur is nodig voor de groei en goede werking van het lichaam en voor de aanmaak van witte en rode bloedcellen. Het is ook belangrijk voor de ontwikkeling van het ongeboren kind. Een te lage hoeveelheid
foliumzuur kan bij zwangere vrouwen leiden tot geboorteafwijkingen, zoals een open ruggetje of hazenlip.
Vitamine D en het voordeel van een blanke huid
Maar als een donkere huid mensen beschermt tegen de risico's van UV-straling, wat is dan het nut van een blanke huid? Het voordeel van blank zijn openbaart zich bij heel andere lichamelijke processen, waar – opmerkelijk genoeg – UV-straling ook een rol speelt. Een positieve eigenschap van UV-straling is namelijk dat het de aanmaak van vitamine D3 in de opperhuid stimuleert. Deze vitamine is noodzakelijk voor de opname van calcium uit het voedsel in de darmen en – in het verlengde daarvan – voor de vorming van botten.
Mensen met een donkere huid vangen in tropische streken voldoende UV-straling op om
vitamine D aan te maken, ondanks dat de huid veel UV-straling filtert. Maar in meer noordelijke streken bestaat de kans dat er tijdens de winter een tekort aan vitamine D3 ontstaat, omdat de huid dan te weinig UV-straling opvangt. Iemand met blanke huid is in deze streken in het voordeel, omdat een blanke huid meer UV-straling doorlaat.
Evolutie
Door geleidelijke evolutie over duizenden jaren hebben bevolkingsgroepen in prehistorische tijden zich na hun migratie naar meer noordelijke streken aangepast aan de lagere intensiteit van de zon en het tekort aan UV-straling. Na vele generaties was hun huid blank geworden, waardoor ze genoeg UV-straling door de huid konden laten opvangen en zo voldoende
vitamine D konden aanmaken. Dit verklaart ook waarom vrouwen gemiddeld gezien een lichtere huid hebben dan mannen. Vrouwen hebben een grotere behoefte aan calcium gedurende de zwangerschap en de melkproductie na de geboorte.
Uitzondering
Bevolkingsgroepen die rond de poolcirkel leven, zoals de Inuit, zijn een uitzondering op de regel dat mensen verder van de evenaar een steeds lichtere huidskleur hebben. Een verklaring voor het feit dat hun huid relatief donker is gebleven, ondanks het weinige zonlicht in de poolstreken, is dat hun traditionele dieet van vlees en vis veel vitamine D bevat.
Conclusie
Welke conclusies kunnen we uit deze informatie over de relatie tussen huidskleur en UV-straling trekken? De huidskleur van de mens heeft zich in elk woongebied aangepast aan de intensiteit van het zonlicht. Enerzijds een donkere huidkleur als bescherming tegen de schadelijke effecten van veel UV-straling rond de evenaar, anderzijds een lichte huid om voldoende
vitamine D te kunnen aanmaken als er weinig UV-straling is, zoals rond de Noordpool. Dit betekent helaas ook dat mensen met een lichte huid meer risico op huidkanker hebben dan mensen met een donkere huidskleur als zij gaan leven in gebieden waarin de intensiteit van de zon hoog is. Daar tegenover staat dat mensen met een donkere huidskleur meer risico hebben op een tekort aan
vitamine D als zij gaan leven in gebieden waarin de intensiteit van UV-straling niet zo groot is als rond de evenaar. Het kan dan voor deze mensen nuttig zijn om extra vitamine D bij de voeding in te nemen, vooral tijdens de winter.
Lees verder