Fitness: bewegen is de boodschap!

Wie gezond wil leven, moet meer gaan bewegen. Dat weet je natuurlijk wel, maar het ook in de praktijk brengen, is minder eenvoudig. Soms kan een fitnessclub helpen. Bewegen is belangrijk. Dat hebben tal van onderzoeken uitgewezen. Als je meer gaat bewegen, verbeter je daarmee je gezondheid en je algemeen welzijn. Je lichamelijke conditie gaat erop vooruit, het verbetert je bloedcirculatie en verkleint daardoor de kans op een hartaanval. Bewegen verlaagt ook je cholesterolgehalte, is goed voor je bloeddruk en wapent je bovendien tegen diabetes en darmkanker. Als extraatje krijg je door te bewegen meer energie en meer zin in het leven en natuurlijk helpt het je ook om je lichaamsgewicht binnen aanvaardbare perken te houden. Kortom, wie beweegt, leeft gezonder.

Als je maar beweegt

Denk vooral niet dat je nu meteen topsporter moet worden. Integendeel zelfs. Die overbelasten doorgaans hun lichaam en dat is ook niet goed. Lichamelijke activiteit hoeft niet belastend of zelfs niet heel intensief te zijn om er voordelen voor je gezondheid uit te puren. Wie dagelijks een halfuurtje aan een matige intensiteit beweegt, is prima bezig. Je kunt beter elke dag een beetje bewegen, dan drie of vier uur aan een stuk in het weekend.

Hoe je beweegt, kan aangepast zijn aan je leeftijd en je mogelijkheden. Het spreekt vanzelf dat een meisje of een jongen van 18 anders zullen bewegen dan hun vader van 42 of hun grootmoeder van 64. Voor senioren is een dagelijkse wandeling van een halfuurtje al een mooie inspanning. Iemand van middelbare leeftijd geeft misschien de voorkeur aan fietsen, zwemmen of joggen, terwijl jongeren teamsporten of atletiek verkiezen. Het maakt niet uit: als je maar beweegt.

Alle begin is moeilijk

Beginnen met bewegen, is het moeilijkste. Als je een flink stuk van je leven nauwelijks meer hebt bewogen dan om je te verplaatsen van je kantoorstoel naar je auto en vandaar weer naar je sofa, dan ga je waarschijnlijk niet van de ene op de andere dag een sportbroekje aantrekken om te gaan joggen in het bos. Dat hoeft ook niet. Bovendien zou je het wellicht niet lang volhouden. Wie halsoverkop begint te sporten, ziet zijn motivatie al gauw slinken. Het lichaam kan die plotse opstoot van beweging niet aan en als je niet oppast, heb je binnen de kortste keren een blessure. Terug naar af dan.
Bewegen moet je dus heel geleidelijk aan beginnen. Je moet immers je conditie tot een minimumniveau opvoeren voor je echt met sporten kunt beginnen. Dat kan bijvoorbeeld met wandelen. Begin met een dagelijks wandelingetje van twintig minuten, waarbij je probeert niet te veel te slenteren. Zet er zo mogelijk stevig de pas in. Al na enkele dagen voel je het resultaat. Je kunt dit geleidelijk opbouwen tot een half uur of een uur wandelen per dag. Het hoeft ook niet echt elke dag. Een keer of drie, vier per week volstaat. Toch kun je je beter voornemen dagelijks een tripje te maken. Als je dan door omstandigheden een keer moet overslaan, raak je niet meteen uit schema.

Samen gaat beter

Als je zo, rustig aan, een minimumconditie hebt opgebouwd, kun je je inspanning langzaam opdrijven. De ene zal kiezen om te gaan joggen, de andere vindt het leuker om te gaan fietsen of inlineskaten. In je eentje aan je conditie werken, heeft een aantal voordelen: je plant helemaal zelf wanneer je oefent, hoe je dat doet en hoe hard je gaat. Maar er is ook een groot nadeel: als het eens wat minder goed vlot met je training, ben je ook sneller geneigd het op te geven. Heel veel eenzaten houden de inspanning niet vol en dat is jammer.
Beter is het daarom samen met de partner, buur of vriend te gaan trainen. Zo stimuleer je elkaar om het vol te houden.
Een andere mogelijkheid is de fitnessclub. Je vindt er tegenwoordig een op elke hoek van de straat en tot in het kleinste dorp. De voordelen zijn legio: je krijgt er individuele begeleiding bij de training, je kunt in groep trainen als je dat liever doet en omdat je meestal voor een aantal sessies vooruit hebt betaald, is de motivatie groter om geen beurt over te slaan.
Toch moet je wel zorgvuldig te werk gaan bij de keuze van je fitnessclub. Het is geen overbodige luxe om je vooraf bij enkele centra in je buurt te informeren over de mogelijkheden en vooral ook over de kosten. Laat je daarbij rondleiden en vraag tijdens die kennismaking al wat je weten wil. Kijk ondertussen ook naar de sfeer die er hangt en probeer met een paar vaste klanten een praatje te maken over hun ervaringen met de club.
Dat er een gezellige, gemoedelijke sfeer hangt, is natuurlijk meegenomen, maar nog belangrijker is dat je een professionele begeleiding krijgt van trainers die gediplomeerd zijn in lichamelijke opvoeding of kinesitherapie. Het is ook belangrijk dat er altijd voldoende trainers aanwezig zijn om iedereen te begeleiden.
In een goede club zal men je dan ook altijd vragen wat je wil bereiken met je fitnessen. Gaat het er echt om fitter en gezonder te worden of ben je er alleen maar op uit om enkele kilo's af te vallen. Dat laatste is overigens geen goed idee. Vermageren kan een aangenaam bijverschijnsel zijn van fitnessen, maar het mag niet het doel zijn.
Vraag bij je eerste bezoek ook altijd om een proefperiode. Je weet immers vooraf helemaal niet of die manier van trainen je wel zal bevallen. Alleen dan zul je ook met succes aan je conditie werken.

Waarom fitnessen?

Meer bewegen of fitnessen doe je in de eerste plaats om je algemene conditie te verbeteren. Dat betekent dat je vooral werkt aan uithoudingsvermogen en kracht. Je gaat je daardoor een stuk beter voelen. Je bent meer ontspannen en het krikt je zelfvertrouwen op.
Natuurlijk kun je met gericht fitnessen ook je lenigheid verbeteren of je snelheid en prestaties opvoeren, maar dat zijn trainingen die je dan meestal doet in functie van een bepaalde sport.
Nog een ander doel van fitness, kan vermageren zijn. Er zijn tal van trainingsprogramma's die je kunnen stimuleren om vet te verliezen. Dat lukt je echter nooit als je niet tegelijk je voedingspatroon aanpast. En dat is een heel ander verhaal.