Pijn en pijnbestrijding
Pijn, iedereen heeft het, de één wat vaker dan de ander. Pijn is een natuurlijk beschermingsmechanisme van het lichaam. Pijn is een waarschuwingssignaal dat ons er op wijst dat er iets in ons lichaam niet werkt zoals het zou moeten werken. Pijn heeft dus een nuttige functie, hoewel het gevoel van pijn verre van een pretje is.
Pijn
beschermt ons lichaam dus, door signalen af te geven wanneer er ergens in ons lichaam iets mis gaat. Hiermee beschermt pijn ons tegen het lopen van risico's en het beschadigen van het lichaam. Pijn is dus eigenlijk een soort
overlevingsmechanisme, zonder pijn zouden wij al snel sterven.
De sensatie van pijn zorgt ervoor de we ons verwijderen van de bron van pijn. In de tweede plaats zorgt de ervaring van pijn ervoor dat we in de toekomst alerter zijn op situaties die mogelijk pijn veroorzaken.
Wat is pijn?
De IASP (International Association for the Study of Pain) definieërt pijn als "een onaangename sensorische en emotionele ervaring die in verband gebracht wordt met bestaande of dreigende weefselbeschadiging of wordt beschreven in termen van weefselbeschadiging". Deze definitie impliceert dat men pijn kan ervaren zonder (direct) aanwijsbare reden.
Het model van Loeser
Er zijn diverse schema's en modellen ontwikkeld om pijn te beschrijven. Een van de meest gebruikte modellen is het model van Loeser. Dit model bestata uit
vier cirkels.
- De eerste cirkel representeert de (dreigende) verwonding waarin pijnprikkels omgezet worden in zenuwsignalen. Dit is een lichamelijk proces, men is zich op dit moment nog niet bewust van de pijn. Dit wordt de nocicepsis genoemd.
- De tweede cirkel representeert de gewaarwording van pijn. Dit is het resultaat van de verwerking van de hersenen dat de pijnprikkel uit cirkel 1 aangekomen is.
- De derde cirkel representeert de pijnbeleving. Hoe sterk ervaart men de pijn en hoe lang ervaart men de pijn zijn vragen die hierbij bij beantwoord kunnen worden. De ervaring van pijn wordt beïnvloed door eerdere ervaringen van pijn. De pijndrempel, de denkbeeldige drempel vanaf waar men pijn ervaart, kan hierdoor verlaagd zijn. Men heeft met andere woorden een hogere pijngevoeligheid. Het kan echter ook voorkomen dat men juist minder pijn ervaart door eerdere pijnbelevingen, doordat men als het ware 'resistent' wordt voor de pijn. Angst is een andere beïnvloedende factor van pijnbeleving. In een ruimte die men niet kent en met vreemde personen is de pijndrempel vaak lager dan in een vertrouwde situatie.
- De vierde cirkel representeert het pijngedrag. Dit is het gedrag dat een persoon vertoont om de pijn kenbaar te maken aan de omgeving. Dit kunnen non-verbale gedragingen zijn maar ook verbale uitingen.
Acute pijn
Acute pijn is pijn waarbij de relatie tussen een pijnprikkel en de pijnsensatie duidelijk is. Meestal volgen deze elkaar snel op. De reacties op de pijn zijn duidelijk en onderscheidbaar. Acute pijn kan over het algemeen goed behandeld worden. Acute pijn is een uitstekend voorbeeld van het
alarmsysteem dat pijn heeft.
Chronische pijn
Mensen bij wie er sprake is van chronische pijn hebben een
falend pijnsysteem. Dit pijnsysteem geeft waarschuwende pijnsignalen af op momenten dat dit niet nodig en relevant is. De kwaliteit van het leven van iemand met chronische pijn gaat drastisch achteruit. Chronische pijn komt in verschillende soorten en maten voor. Bij chronische pijn is de relatie tussen de oorzaak en het gevolg van pijn lastig te herkennen. Chronische pijn betekent niet dat men persé de gehele dag pijn ervaart, maar wel het grootste gedeelte van de dag. Pijn wordt chronisch genoemd wanneer deze langer dan drie maanden aanhoudt of herhaaldelijk terugkeert.
Stoornis geen pijn voelen
Er zijn mensen bekend die een
genetische afwijking hebben waardoor zijn
geen pijn ervaren. Zij verbazen hun omgeving dikwijls door zonder blikken of blozen hun handen in een vuur te kunnen steken en dergelijke. Mensen met deze genetische afwijkingen worden vaak niet oud, doordat zij zich regelmatig begeven in riskante situaties. Dit is een duidelijk voorbeeld van de nuttige, levensbeschermende functie van pijn.
De biologie van pijn
Zoals genoemd heeft het lichaam dus speciale
pijnreceptoren. Deze ontvangen pijn uit de zenuwuiteinden welke gevoelig zijn voor druk, kou, warmte etcera. Deze zenuwuiteinden geven een pijnsignaal door aan de pijnreceptoren met behulp van
neurotransmitters, chemische boodschappers gemaakt van lichhaamseigen stoffen.
Twee soorten pijnprikkels
Pijn wordt op twee manieren doorgegeven. Wanneer je een prik met een speld in je vinger krijgt, sturen de snelle
A-deltavezels een snelle stekende pijn naar de pijnreceptoren. Vervolgens ervaar je een brandend gevoel door de activiteit van de
C-vezels. De stekende pijn is meer een acute waarschuwer, de langer aanhoudende brandende pijn probeert ons ervoor te behoeden ons weer in een situatie te begeven waarin we weer pijn ervaren door de speldenprik. De acute pijn kan ervoor zorgen dat we uit reflex onze hand weg trekken van de speld, nog voordat wij ons bewust zijn van de pijn.
De rol van de hypothalamus
Over ons gehele lichaam zijn
zenuwuiteinden verspreid. Deze zijn echter niet helemaal eerlijk en gelijkmatig verdeeld. In ons tandvlees zitten meer zenuwuiteinden dan bijvoorbeeld in de buik. Het kan daarom erg lastig aan te geven zijn waar je precies pijn in je buik voelt.
De pijnprikkels worden door een
centraal pijnregelsysteem, de thalamus, uitgewisseld met de
hersenschors. Wanneer een pijnprikkel de hersenschors bereikt, worden wij ons bewust van deze pijn.
Voordat de pijnprikkel de hersenschors bereikt, wordt deze zorgvuldig bekeken door de thalamus. De thalamus bepaalt of een pijnprikkel sterk genoeg is om toegang tot de hersenschors te verkrijgen. De thalamus kan de pijnprikkel ook versterken of verzwakken, afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare neurotransmitters. Deze neurotransmitters kunnen de pijnervaring namelijk remmen door de banen waardoor de pijn getransporteerd wordt te blokkeren of remmen. Endorfinen (opiaat-achtigen) zijn een bekend voorbeeld van
pijnremmende neurotransmitters.
Psychologie van pijn
Er is een relatie tussen de psychologie en de (neuro)biologie van pijn aan te wijzen. Pijn heeft invloed op de mentale gesteldheid en vice versa. Soms is het zelfs zo dat psychische klachten zich via pijnsensatie openbaren en uiten. "Het zit allemaal tussen je oren" is een veelgehoorde uitspraak die tot veel gevoelens van machteloosheid en verdriet kan zorgen bij iemand.
Het meten van pijn
Het is erg lastig pijn te
kwantificeren en te scoren omdat de sensatie van pijn heel erg subjectief en persoonsgebonden is. De
visuele analoge schaal (VAS) probeert desondanks toch een meetmiddel te vormen voor pijn. Dit meetmiddel bevat een horizontale lijn van 10 centimeter die oploopt van 'geen pijn' (0) tot 'ondraaglijke pijn' (10). Deze schaal wordt het meest gebruikt om pijn te meten. Dit meetmiddel is relatief simpel en taalproblemen worden hier mee enigzins omzeild. Het kan echter lastig zijn om pijn nauwkeurig te scoren.
Een andere manier om pijn te meten is door na te gaan hoeveel medicatie iemand gebruikt, de frequentie van dit gebruik en het aantal uur/dagen dat men beperkt wordt door de pijn om de normale dagelijkse bezigheden uit te kunnen voeren.
Kwaliteit van leven
Het is ook mogelijk om een pijnmeting te doen aan de hand van de kwaliteit van het leven. Er zijn diverse testen ontwikkeld om hiermee aan de slag te kunnen gaan. De bekendste test is de schaal volgens
McGill, welke aandacht besteed aan verschillende dimensies van het leven. Hierbij worden de naaste familieleden ook betrokken.
Pijnbestrijding
Helaas zijn niet alle soorten pijn te bestrijden en/of te voorkomen.
Neuropatische pijn, een pijn die het zenuwstelsel zelf ontstaat, is een voorbeeld van pijn die lastig dan wel onmogelijk te behandelen is. Wat echter altijd belangrijk is, is een gedetailleerd inzicht in de geschiedenis en oorzaken van de pijn. Alleen op deze manier is een adequate pijnbehandelen te selecteren en toe te passen.
Pijnbestrijding door de oorzaak van de pijn aan te pakken
In het gunstigste geval is de oorzaak van de pijn duidelijk en behandelbaar. In een dergelijk geval kan men over het algemeen volstaan met het wegnemen van de oorzaak van de pijn. Wanneer iemand enorme kiespijn heeft kan men bijvoorbeeld de desbetreffende kies verwijderen. In vrijwel de meeste gevallen neemt de pijn af wanneer de oorzaak aangepakt wordt, om in de loop van de tijd uit te doven.
Pijnbestrijding met medicijnen
Het is helaas niet altijd mogelijk om de oorzaak van de pijn aan te pakken, in het bijzonder wanneer de oorzaak van de pijn onbekend is. In het laatste geval is extra voorzichtigheid vanzelfsprekend geboden. Pijnbestrijding met medicatie volgt een aantal vastgestelde stappen, welke opgesteld zijn door de
Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO).
In de
eerste stap maakt men gebruikt van
perifere pijnstillende middelen. Deze medicatie grijpt aan op de plaats van de pijnreceptoren, waar zij een remmende werking uitoefenen op de neurotransmitters die de pijnsignalen doorgeven aan de thalamus. Tot deze groep van medicatie behoren onder andere aspirine, ibuprofen, naproxen en paracetamol. Deze medicatie heeft naast een pijnstillend effect vaak ook een
ontstekingsremmend effect. De belangrijkste bijwerkingen van deze groep van medicatie zijn maag- en darmstoornissen, maagbloedingen, stollingsstoornissen en allergische reacties.
Soms worden
co-analgetica ingezet om de pijn te bestrijden. Dit zijn geneesmiddelen die niet primair ontwikkeld zijn als pijnbestrijding, maar wel een pijnstillende werking kunnen hebben.
In
stap 2 combineert men een geneesmiddel uit de eerste fase met een
zwakwerkend opiaat. Velen vrezen voor een opiaat, omdat het een verslavend effect zou hebben. Dit blijkt in de praktijk echter niet het geval te zijn, wanneer men de medicatie langzaam op- en afbouwd, men niet meer middel gebruikt dan nodig is en men de pijnervaring streng onder controle houdt.
Stap 3 wordt toegepast wanneer stap 1 en 2 geen of niet voldoende resultaat geven. De medicijnen in stap zijn
sterkwerkende opiaten. Veelgebruikte medicijnen zijn buprenorfine, morfine, fentanyl en methadon. Deze middelen zijn ook niet verslavend, er treedt geen gewenning op. De meest gehoorde bijwerking is
obstipatie of wel verstopping.
Zenuwblokkades
Wanneer medicatie niet afdoende werkt kan men besluiten de
zenuwen te blokkeren. Hierbij wordt een zenuw uitgeschakeld waardoor deze geen pijnsignalen meer door kan geven en men dus geen of minder pijn ervaart. De zenuwblokkade kan tijdelijk en definitief zijn.
Bewegingstherapie
Fysiotherapie en ergotherapie lijken een sterk effect te hebben op de vermindering van pijn. Er is in het verleden echter vrij weinig aandacht besteed aan dergelijke aspecten van pijnbestrijding, deze worden op dit moment geëvalueerd.
Psychotherapie
Psychotherapie kan bijdragen aan de pijnverlichting en bestrijding, ook al is de pijn primair lichamelijk. Pijn kan namelijk veranderingen veroorzaken in de psychische gesteldheid van iemand waardoor de pijnklachten kunnen verergeren. Door middel van onder meer ontspanningsoefeningen, hypnose en gedragstherapie kan men de pijn ietwat verlichten.
Neuromodulatie
Een behandelmethode die nog vrij wel in de kinderschoenen staat is neuromodulatie. Hierbij wordt het
ruggenmerg gestimuleerd met behulp van ingebrachte elektroden.
Alternatieve methoden van pijnbestrijding
Sommige mensen kiezen ervoor om het reguliere pad te verlaten en een zijweg in te slaan naar de
alternatieve geneesmethoden. Hieronder vallen onder meer acupunctuur, acupressuur, reiki, massage, aromatherapie, muziektherapie en diverse hypnosetherapieën. Bij een groot aantal mensen, waaronder voornamelijke mensen met
chronische pijn, hebben deze behandelvormen een positief effect.