Zweetklieren: eccriene zweetklieren, apocriene zweetklieren
Zweten heeft een belangrijke functie. Maar niet iedereen zweet evenveel en even snel. Bovendien zijn er nog twee manieren om te zweten ook: je hebt de eccriene zweetklieren. Deze komen over het hele lichaam voor en spelen vooral een rol bij de temperatuurregeling van het lichaam. Daarnaast heb je apocriene zweetklieren, deze klieren worden doorgaans pas vanaf de puberteit actief en hebben vooral een seksuele functie.
Eccriene zweetklieren
Wanneer je zweet, komt er een vochtige substantie vrij welke zich via de poriën in je huid een weg naar buiten baant. Dit vocht dat vrijkomt via de zweetklieren wordt aangemaakt in de eccriene zweetklieren, welke zich over het gehele lichaam verspreid hebben. Elke vierkante centimeter huid bevat ongeveer 300 zweetklieren!
Zweet
Eccriene zweetklieren zijn eenvoudige, buisvormige klieren die gelegen zijn in onze
lederhuid. Deze eccriene zweetklieren scheiden
zweet af, een waterige vloeistof. Dit zweet bestaat voor ongeveer 99% uit water, met daarin opgeloste mineralen, ureum, melkzuur en ammonia. Zweten heeft ook een
lichaamsreinigende functie.
Temperatuurregeling
De eccriene zweetklieren spelen een belangrijke rol bij de
temperatuurregeling van het lichaam. Want wanneer zweet je? Juist, bij hevige lichamelijke inspanning, maar ook bij koorts. Oftewel, je zweet op momenten dat de temperatuur in je lichaam stijgt. Op een bepaald punt is deze
lichaamstemperatuur te hoog, en komen de zweetklieren in actie. Via de zweetklieren komt door de poriën het zweet op de huid terecht. Daar wordt het zweet verdampt. Deze verdamping kan echter alleen plaatsvinden met behulp van warmte. En deze warmte wordt onttrokken aan de huid, waardoor het lichaam afkoelt.
Apocriene zweetklieren
Naast de eccriene zweetklieren beschikt het lichaam ook over
apocriene zweetklieren. Deze apocriene zweetklieren zijn enigzins vergelijkbaar met de eccriene zweetklieren, maar verschillen toch op belangrijke punten van de eccriene zweetklieren. Zo zijn apocriene zweetklieren groter, zijn zij spiraalvormig, liggen zij dieper in de lederhuid en mondden zij niet uit in een porie, maar in een
haarzakje.
Puberteit
Het gegeven dat apocriene zweetklieren uitmonden in haarzakjes, heeft invloed op de locatie van de apocriene zweetklieren. Deze zijn in tegenstelling tot de eccriene zweetklieren niet over het gehele lichaam te vinden, maar voornamelijk in de oksels, liezen, tepelhof, rond de geslachtsorganen en rond de anus. Apocriene zweetklieren worden vaak pas actief wanneer de
puberteit zijn intrede gedaan heeft.
Functie apocriene zweetklieren
Apocriene zweetklieren scheiden een andere vloeistof af dan eccriene zweetklieren. Het vocht dat uitgescheiden wordt door apocriene zweetklieren bevat voornamelijk
vetten, zoals cholesterol, vetzuren en triglyceriden. Het vocht uit de apocriene zweetklieren heeft vooral een
seksuele functie. Het vocht wordt gebruikt als herkenningspunt voor soortgenoten en het afbakenen van het
territorium.
Geur van zweet
An sich is zweet een
geurloos goedje. Pas wanneer het in aanraking komt met bacteriën die in de buitenlucht aanwezig zijn, reageert het met deze bacteriën en krijgt het een typerende geur. Dit wordt de
lichaamsgeur genoemd. Bacteriën op de huid zetten de bestanddelen van zweet om in sterk geurende stoffen, waaronder
boterzuur, dat verantwoordelijk is voor de
zweetvoetengeur.