Ons lichaam doorgelicht met CT, MRI, PET of SPECT techniek
Total body scan is een hot item. Vroeger spraken we over doorlichten als we een röntgenfoto moesten laten maken. Vandaag de dag zijn er naast de traditionele röntgentechniek en de echografie nog veel meer moderne technieken waarmee medici dwars door ons lichaam kijken, en elk verdacht detail kunnen lokaliseren. MRI, CT, MRA, PET, SPECT wat is het en hoe werken die technieken?
Doorlichten kan met verschillende technieken
Medici kunnen al vele tientallen jaren, door de huid heen kijken. Oorspronkelijk uitsluitend met behulp van röntgentechniek. Tegenwoordig ook met veel verfijnder technieken, mede dankzij de computer.
Röntgenfoto's
Deze traditionele doorkijk in het lichaam, berust op de techniek van röntgenstralen, die door het zachte lichaamsweefsel in meer of mindere mate kunnen doordringen en kunnen stuiten op hardere lichaamsdelen (botten) die dan op die manier te zien zijn. Te zachte lichaamsdelen, zoals bloedvaten zijn op die manier niet te lokaliseren, tenzij contrastvloeistof wordt gebruikt. Röntgenfoto’s worden bijvoorbeeld gebruikt bij het vaststellen van botbreuken, en gebitsonderzoek, alsmede borstkankeronderzoek.
MRI (Magnetic Resonance Imaging)
De inmiddels redelijk ingeburgerde “tunnel” waarbij het hoofd en voeteneinde open zijn en waarin een krachtig magnetisch veld wordt opgewekt. Hierdoor kan met behulp van radiogolven en de informatie die naar een computer wordt gestuurd, een zeer gedetailleerde afbeelding worden gemaakt van alle inwendige organen en lichaamsdelen. De MRI techniek wordt speciaal gebruikt bij het tonen van de weke lichaamsdelen. Je kunt bijvoorbeeld een hersentumor opsporen. Ook bij het onderzoeken van de wervelkolom wordt vaak gebruik gemaakt van een MRI-onderzoek. Om bloedvaten of tumoren nog beter te kunnen zien, wordt ook wel gebruik gemaakt van Magnetic Resonance Angiography (MRA). Een zelfde techniek als MRI , maar dan in combinatie met een contrastvloeistof die van te voren wordt ingespoten.
CT (Computer Tomografie)
Een CT-scan werkt met dezelfde röntgenstraling die wordt gebruikt bij röntgenfoto’s. De beelden zijn alleen veel scherper. In de tunnel draait een röntgenbuis, een soort ring, heel snel rond een bepaald lichaamsdeel en maakt hiervan een dwarsdoorsnede. Uit deze ring komt namelijk een röntgenstraal die om de paar millimeter een nieuwe scan maakt, net zolang tot het hele onderzoeksgebied is gefotografeerd. Hierdoor krijgt de arts als het ware plakjes van het lichaam te zien. Wanneer al deze plakjes in de computer achter elkaar worden gelegd, kan er een driedimensionale reconstructie worden gemaakt. De CT-scan wordt gemaakt als er een vermoeden bestaat van een hersentumor of een beroerte. Verder kunnen gezwellen worden opgespoord en kan worden gekeken of organen vergroot of geïnfecteerd zijn. Ook kunnen botten en bloedvaten in beeld worden gebracht.
PET (Positron Emission Tomography)
SPECT (Single Photon Emission Computed Tomography)
Deze technieken vallen onder de zogenaamde radio nuclide scanning waarmee onder meer bloedtoevoer van weefsels in beeld kan worden gebracht. Het zijn vergelijkbare technieken waarbij gebruik wordt gemaakt van een licht radioactieve glucoseoplossing die een paar uur voor het onderzoek wordt ingespoten. Deze oplossing hecht zich vervolgens aan de organen of weefsels die onderzocht moeten worden. Bij deze techniek worden geen heldere beelden geproduceerd zoals bij de MRI of de CT, maar er wordt informatie gegeven over de stofwisseling. In de lichaamscellen worden bepaalde voedingsstoffen gebruikt zoals suiker. Via een camera kan een computer dergelijke voedingsstoffen en de verdeling ervan in beeld brengen. Met een CT kun je aantonen of een lymfeklier vergroot is, maar dit betekent niet per definitie dat er ook sprake is van kanker. Met deze scans kun je het verschil tussen goed- en kwaadaardige tumoren echter duidelijk zien.
Echografie (echoscopie)
Het principe werkt het zelfde als dat van een sonar op zee, een techniek die tijdens de tweede wereldoorlog werd ontwikkeld. Geluidsgolven met een zeer hoge frequentie die wij niet kunnen horen, worden ingezet met behulp van een echokop of transducer die op de huid wordt gezet. Dit apparaat zendt niet alleen geluidsgolven uit, maar vangt de teruggekaatste golven ook op. Deze signalen worden vervolgens door een computer verwerkt en als een tweedimensionaal beeld op een monitor weergegeven. Een echografie geeft duidelijke belden van zachte weefsels zoals de lever, galblaas, milt, eierstokken en baarmoeder. Daarnaast wordt deze techniek vaak ingezet om de ontwikkeling van het ongeboren kind te volgen.