Biologie van de menstruatiecyclus
Als een meisje in de puberteit komt, zal zij beginnen te menstrueren. Een maandelijks ongemak, met bloedingen die vaak gepaard gaan met pijnklachten. De uitwendig merkbare bloeding is het eind van de cyclus die een vrouw vruchtbaar maakt. Iedere maand komt een eicel tot ontwikkeling en bereidt de baarmoeder zich voor op een mogelijke zwangerschap. Wordt zij niet bevrucht, dan wordt het reeds ontwikkelde weefsel afgescheiden. Deze cyclus herhaalt zich tot een vrouw in de menopauze komt.
Menstruatiecyclus
De vrouwelijke voortplantingsorganen
Figuur 1: de vrouwelijke geslachtsorganen (Fallopian tube = eileider) /
Bron: CDC, Mysid, Wikimedia Commons (Publiek domein) Om het nut van menstrueren te begrijpen, is inzicht nodig in het voortplantingssysteem van de vrouw. Centraal staat de
baarmoeder (of
uterus), die via de
vagina in verbinding staat met de buitenwereld. In de baarmoeder kan een foetus tot ontwikkeling komen. Tevens verbonden met de baarmoeder zijn de
eierstokken (ofwel
ovaria), via de
eileiders (
oviduct). In de ovaria bevinden zich de vrouwelijke geslachtscellen: de
eicellen of
oöcyten. De voorraad eicellen wordt reeds in het foetale stadium aangemaakt; bij de geboorte bevatten de ovaria zo'n 700.000
follikels (eicelbevattende structuren). Met deze voorraad moet een vrouw het haar hele leven stellen, er komen geen nieuwe eicellen meer bij. Dit in tegenstelling tot de mannelijke geslachtscellen (de
spermatocyten of
zaadcellen, waarvan er vanaf de puberteit dagelijks honderden worden geproduceerd). Als een vrouw eenmaal de puberleeftijd heeft bereikt, is het aantal follikels al afgenomen tot circa 400.000. Dit zijn er echter ruim voldoende, aangezien er uiteindelijk zo'n 400 tot ovulatie komen. Figuur 1 geeft een overzicht van de anatomische structuren van het vrouwelijke voortplantingssysteem.
Veroudering van de eicellen
Doordat er vanaf de geboorte geen vernieuwing van de eicellen plaatsvindt, zijn deze cellen onderhevig aan veroudering. Hoe langer een cel blootstaat aan schadelijke invloeden van buitenaf, des te groter is de kans dat er schade optreedt aan het genetische materiaal van de cel. Zo neemt vanaf een leeftijd van 25 jaar de vruchtbaarheid van de vrouw gestaag af, omdat de kans dat de tot ontwikkeling gekomen eicel geen levensvatbare vrucht oplevert, toeneemt. Ook neemt de kans op het krijgen van een kind met het Syndroom van Down toe, vanwege het afnemen van de kwaliteit van het DNA-splitsingssysteem, waardoor een extra kopie van chromosoom 21 in de eicel terechtkomt. Daarom wordt aan zwangere vrouwen vanaf 36 jaar de optie van screening op het Syndroom van Down aangeboden.
De cyclus
De menstruatiecyclus kan op twee manieren worden gedefinieerd: als de gebeurtenissen die zich afspelen in de ovaria of als de gebeurtenissen die zich afspelen in de baarmoeder. Beide zullen hier worden toegelicht (zie ook figuur 2).
Figuur 2: de ovaria cyclus (granulosacellen en theca cellen zijn de celtypen van het follikel; een '+' staat voor stimulering, een '-' voor remming) De ovaria cyclus
De folliculaire fase
De
hypofyse (een deel van de hersenen) geeft hormonen af die invloed hebben op de geslachtsorganen:
FSH en
LH. Deze hormonen zorgen ervoor dat de follikels beginnen te groeien en het hormoon
oestrogeen produceren. Oestrogeen heeft een
negatieve feedback op de hypofyse: de afgifte van FSH en LH wordt geremd, waarmee wordt voorkomen dat meerdere follikels tot ontwikkeling komen. Door middel van een
positieve feedback stimuleert oestrogeen haar eigen productie, zodat de reeds tot ontwikkeling gekomen follikels aangezet worden tot verdere ontwikkeling. Bij ieder stadium van de folliculaire ontwikkeling ondergaan sommige follikels
artresie (hormoongereguleerde celdood), zodat uiteindelijk gewoonlijk slechts één follikel het eindstadium bereikt. Het overgebleven follikel produceert naast oestrogeen, ook de hormonen
progesteron en
inhibin. Het laatste werkt remmend op de afgifte van FSH. De concentraties oestrogeen en progesteron bereiken een piekwaarde. Dit verhoogt de gevoeligheid van de hypofyse voor het hormoon
GnRH (geproduceerd door de
hypothalamus, een ander hersendeel), waardoor deze wordt aangezet tot het produceren van een grote hoeveelheid LH (de
LH surge geheten). De LH surge maakt de laatste stap in de oöcytontwikkeling mogelijk: er vindt een celdeling plaats,
meiose geheten, waarbij het genetische materiaal zich halveert (om later weer aangevuld te kunnen worden door het DNA van een zaadcel).
De ovulatie
Als het follikel volgroeid is, vindt uitscheiding van de eicel plaats naar de eileider. Hier kan de eicel in aanraking komen met een zaadcel, resulterend in bevruchting. Soms komt het voor dat meerdere follikels het eindstadium hebben bereikt. In dat geval komt meer dan één oöcyt in de eileider terecht. Op deze wijze kan een
twee-eiïge tweeling ontstaan.
Luteale/postovulatie fase
Het gescheurde follikel verandert in een zogenoemd
corpus luteum. Dit lichaampje scheidt oestrogeen en progesteron uit, welke de voorbereiding op een zwangerschap voortzetten. Als er geen zwangerschap optreedt, zal het corpus luteum na 2 weken ophouden met functioneren. We spreken dan van het
corpus albicans. Doordat de productie van oestrogeen en progesteron afneemt, valt de remmende werking op de hypofyse weg. Deze hervat zodoende weer de productie van FSH en LH, waarmee de cyclus opnieuw begint.
De uterus cyclus
Proliferatiefase
Onder invloed van het door de ontwikkelende follikels geproduceerde oestrogeen, in de late folliculaire fase, wordt er een nieuwe laag in het
endometrium (de "bekleding" van de baarmoeder) gevormd. Dit gaat gepaard met een verhoogde bloedvoorziening naar de baarmoeder. Tevens wordt er
mucus in de baarmoederhals (
cervix) geproduceerd, die de intrede van sperma in de baarmoeder vergemakkelijkt.
Secretiefase
Tijdens de luteale fase van de ovaria maken de endometriale cellen een voorraad van
nutriënten (
lipiden en
glycogeen) aan, wat dient als voeding voor een embryo zolang de placenta nog tot ontwikkeling moet komen. Tevens zorgt progesteron voor een verdikking van de cervicale mucus, zodat bacteriën noch sperma nog de baarmoeder in kunnen komen. Of het huidige endometrium in stand blijft, hangt af van de aanwezigheid van progesteron. Zodra de productie van dit hormoon gestaakt wordt door de degeneratie van het corpus luteum, vermindert de bloedvoorziening naar de oppervlakkige laag van het endometrium, waardoor deze afsterft.
Menses
Bij het uitblijven van een bevruchting wordt de oppervlakkige laag van het endometrium uitgescheiden, in de vorm van menstruatiebloed. Ten tijde van de menstruatie is reeds de folliculaire fase van de ovaria cyclus op gang gekomen, waarmee het proces weer van voor af aan begint.
Anticonceptie door manipulatie van de cyclus
De processen in de menstruatiecyclus dienen als voorbereiding van een zwangerschap. Verschillende
anticonceptiemiddelen ontlenen hun werking dan ook aan het verstoren van de menstruatiecyclus. Er zijn verschillende soorten orale anticonceptiva ("de pil"):
Combinatie van oestrogeen met progestogeen
Oestrogeen remt de afgifte van FSH, en daarmee de ontwikkeling van follikels. Progestogeen remt de afgifte van LH en daarmee de ovulatie, evenals het faciliteren van de sperma-intrede. Bovendien zorgen beide hormonen ervoor dat het endometrium wordt veranderd, waardoor de implantatie van een bevruchte eicel wordt geremd.
Alleen progestogeen
Dit werkt primair op de cervicale mucus. Zodoende is deze pil minder betrouwbaar dan de gecombineerde pil.
Er zijn ook anticonceptiva die alleen oestrogeen bevatten. Deze moeten
intramusculair (in spieren) of
subcutaan (onderhuids) worden ingebracht, aangezien inname via het spijsverteringsstelsel resulteert in afbraak van oestrogeen, waardoor het niet meer werkzaam is.
De menopauze
Rond de leeftijd van 50 jaar verliezen de ovaria het vermogen om op de hypofysehormonen te reageren, waardoor de processen in de menstruatiecyclus niet langer kunnen plaatsvinden. Een vrouw stopt dan met menstrueren en is definitief onvruchtbaar. We spreken van de
menopauze.
Vroegtijdige menopauze
De menopauze treedt niet altijd op latere leeftijd in. Vroegtijdige menopauze kan het gevolg zijn van de therapie tegen borstkanker. Vaak zijn kankercellen in de borst afhankelijk van de vrouwelijke geslachtshormonen, vandaar dat het vernietigen van ovariumweefsel kan leiden tot remissie van de tumor. Deze behandeling brengt echter ook grote nadelen met zich mee, op de eerste plaats onvruchtbaarheid. Het wegvallen van de oestrogeenproductie leidt tevens tot vermindering van de botkwaliteit: type I osteoporose. Deze aandoening levert grote beperkingen in het verrichten van dagelijkse activiteiten, door het hoge risico op botbreuken.
Abnormaliteiten van de menstruatiecyclus
Als een meisje/vrouw van 16 jaar of ouder nog nooit heeft gemenstrueerd, spreken we van
primaire amenorroe.
Secundaire amenorroe wil zeggen dat er al meer dan 6 maanden geen menstruatie meer is opgetreden. De oorzaak van amenorroe kan op verschillende niveaus gelegen zijn.
- Hypothalamus: psychische factoren, zoals schijnzwangerschap, kan de aansturing van de hypofyse door de hypothalamus verstoren. Maar ook schade door bestraling of infecties kunnen hieraan ten grondslag liggen.
- Hypofyse: ook hier kan schade ten gevolge van bestraling of een tumor de oorzaak zijn. Daarnaast kunnen aplasie (onvolledige ontwikkeling) of cachexie (sterk verslechterde lichaamsgesteldheid) ertoe leiden dat de hypofyse niet goed functioneert.
- Ovaria: in het geval van het syndroom van Turner (waarbij er slechts één X-chromosoom aanwezig is) zijn de ovaria niet tot ontwikkeling gekomen. Voortijdige uitputting van de ovaria is een voorbeeld van secundaire amenorroe.
- Uterus: opnieuw kunnen infecties de achterliggende oorzaak zijn. Maar ook bijvoorbeeld een baarmoederverwijdering, als behandeling bij (een verhoogd risico op) kanker, is een mogelijke oorzaak van secundaire amenorroe.
Als een meisje dat jonger is dan 10 jaar reeds begint te menstrueren, wordt er gesproken van
pubertas praecox (voortijdige puberteit). Dit verschijnsel wordt veroorzaakt door een vroege rijping van de geslachtsstructuren, en kan het gevolg zijn van een extra X-chromosoom (het
XXX karyotype), of door een defecte LH-receptor (de 'sensor' voor LH). In beide gevallen ontstaat er een hogere mate van hormoonstimulatie dan gebruikelijk is, waardoor de rijping sneller plaatsvindt.
Lees verder