Rode loper autisme
Autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Dit komt er op neer dat de ontwikkelingsstoornis het gehele functioneren van een persoon beïnvloedt. Mensen met autisme ontwikkelen zich in het algemeen langzamer dan mensen zonder autisme; ook ontwikkelen mensen met autisme zich anders. Autisme is anders dan een verstandelijke handicap, maar gaat wel vaak samen met een ontwikkelingsachterstand.
Epidemiologie
Autisme komt in twee derde van de gevallen voor in combinatie met een verstandelijke handicap. Lang niet altijd kunnen de twee stoornissen van elkaar gescheiden worden. Vaak komt het ook voor dat autisme wordt verward met een taalontwikkelingsstoornis. Autisme is een zeldzame aandoening en komt voor bij 4 op de 1000 kinderen. Tussen jongens en meisjes die autisme hebben zit ook een groot verschil. Zo komt autisme veel vaker voor mij jongens dan bij meisjes en gaat het bij meisjes met autisme vaak om zware autistische vormen. Als men de aanverwante vormen van autisme ook meetelt komt men op een aantal uit dat vijf keer hoger ligt. Men kan hierbij denken aan bijvoorbeeld PDD-nos, syndroom van Asperger.
Etiologie
Autisme wordt beschouwd als een neuropsychiatrisch probleem. Er zou dan sprake zijn van een cognitief defect, vooral in de uiteindelijke verwerking en interpretatie van prikkels. Het lijkt er op dat autisten niet in staat zijn om adequaat met prikkels om te gaan. Ook lijkt het alsof autisten geen adequaat onderscheid kunnen maken tussen opgedane ervaringen en nieuwe ervaringen/indrukken.
Echt een duidelijke oorzaak voor autisme is er niet gevonden. Wel zijn er mogelijke aandoeningen en factoren aan het licht gebracht die autisme kunnen veroorzaken namelijk:
- Erfelijkheidsfactoren
- Virale infecties (bv Rubella)
- Complicaties bij zwangerschap en geboorte. (bv zuurstoftekort)
- Syndromen die gepaard gaan met verstandelijke handicap. (bv syndroom van Down
Vaak is de oorzaak van autisme niet te achterhalen. Verfijning van diagnostische instrumenten kan misschien nog andere biologische factoren aan het licht brengen. Een misvatting is dat een liefdeloze opvoeding in de baby tijd autisme zou kunnen opwekken.
Pathofysiologie
Er bestaat een verhoogd risico op gedragsproblemen bij mensen met de dubbeldiagnose autismeverstandelijke handicap.
Deze problemen zijn onder te brengen in een schema. Namelijk onder volgende kopjes:
- specifieke problemen (kenmerkende voor dubbeldiagnose)
- halfspecifiek (voortvloeiend uit de specifieke significant vaker voor komend bij de categorie PDD-VGH)
- niet specifiek (problemen die wel voorkomen bij deze categorie maar niet vaker dan bij de verstandelijke
- gehandicapten zonder PDD)
Symptomatologie
In het algemeen uit autisme zich op drie gebieden. Deze gebieden zijn; sociaal gedrag, communicatie en gebrek aan verbeelding en soepelheid.
Sociaal gedrag
- moeilijk contact maken met anderen
- niet tot nauwelijks oog contact maken / staren
- gebrek aan inlevingsvermogen
- afstand houden
- heel goed in activiteiten waarbij geen sociaal inzicht nodig is
- hoofdzakelijk aandacht of interesse voor de niet-sociale aspecten van mensen bijvoorbeeld voornamelijk geïnteresseerd in feitelijke gegevens van mensen. (sterf of geboorte datums en deze zich na dien feilloos kunnen herinneren)
Communicatie
- een beperkte of eigenaardige woordenschat; soms is er sprake van een grootte woordenschat.
- onophoudelijk praten over een onderwerp
- letterlijk herhalen van woorden en zinnen
- zich moeilijk uitdrukken
Gebrek aan verbeelding en soepelheid
- steeds dezelfde activiteiten herhalen
- weerberichten / bonnetjes bewaren (of iets anders)
- voorwerpen steeds op rij leggen bijvoorbeeld bestek
- voorwerpen recht in de omgeving plaatsen, bijvoorbeeld wasmand in het midden tegen de muur zetten.
- activiteiten volgens een vast patroon uitvoeren, bijvoorbeeld bij het ontwaken eerst gordijnen openen en dan bed opmaken.
- verbanden leggen waar geen logische verbanden zijn
Onderzoek
Het herkennen van een autistische stoornis en het stellen van de diagnose is nog steeds complex. Verschillende factoren spelen hierbij een rol. In de eerste plaats laat de wijze waarop de stoornis zich bij kinderen manifesteert grote variatie zien; er is nauwelijks sprake van een homogene groep waarbij allen precies dezelfde kenmerken vertonen. In de tweede plaats komt autisme niet vaak wat als gevolg heeft dat huisartsen het in hun praktijk niet vaak tegenkomen. Omdat huisartsen in de praktijk autisme niet vaak tegenkomen zullen ze het niet vlug herkennen. Ook de begrenzing met andere stoornissen vormt vaak een probleem.
Behandeling
Autisme is een stoornis die niet te genezen is. De behandeling van autisme richt zich dan ook voornamelijk op de symptomen van autisme. Het doel is dan om het gedrag van een autist te verbeteren. Elke behandeling is gericht op stimulering van de normale ontwikkeling, vermindering van het specifieke probleemgedrag en eliminatie van het non-specifieke gedrag.
Omdat autistische verstandelijk gehandicapten anders omgaan met prikkels in zijn omgeving, is het van belang om prikkels zoveel mogen te doseren. Het is dan ook van belang om sensorische overprikkelen te voorkomen. Als mensen wel over geprikkeld worden uit zich dit vaak ik buitensporig druk of angstig gedrag.
In het algemeen komt het er op neer dat een autist belang heeft bij regelmaat en voorspelbaarheid in activiteit, persoon en tijd.
Prognose/beloop
De standaardprognose die bij de diagnose meegegeven wordt is dat autisme een handicap voor het leven is en niet zal genezen. Sommige mensen met een lichte vorm van autisme leren omgaan met hun handicap en kunnen volledig onafhankelijk functioneren in de maatschappij.