Silicium, botten en bindweefsel
Silicium is het tweede meest voorkomende element in de aardkorst, na zuurstof. Zijn functie in het lichaam is minder nadrukkelijk gekend, hoewel silicium sporenelement nummer drie is, na ijzer en zink. Lange tijd heeft de wetenschap gedacht dat silicium slechts toevallig aanwezig was in het lichaam, maar nu staat het toch zo goed als zeker vast dat we met een essentieel nutriënt te maken hebben. Silicium of kiezelzuur of orthosilicic acid zou onmisbaar zijn voor een optimale vorming van kraakbeen, bindweefsel, huid en haar.
Botten en silicium
Beenderen hebben meer nodig dan alleen calcium. Ook magnesium, kalium, fluor, zink, koper, boor, mangaan en silicium zijn er van de partij: van elk mineraal is de inname gecorreleerd met de botdichtheid. Ratten die op een siliciumvrij dieet gezet worden, hebben een lagere botdichtheid en een hogere collageenafbraak. Supplementen met choline-gestabiliseerd orthosilicic acid verhogen de merkers op botvorming bij osteoporotische vrouwen. Siliciumsuppletie zorgt bovendien bij osteoporosepatiënten voor een hogere botdichtheid, en in een andere studie bleek silicium zelfs beter te werken dan etidronaat (bifosfonaat) en natriumfluoride.
Silicium verhoogt de aanmaak van botmatrix, zowel collageen als het niet-collagene gedeelte, en stimuleert de ontwikkeling van osteoblastcellen. Vooral tijdens de initiatie van botvorming en -mineralisatie lijkt silicium een grote rol te spelen.
Opmerkelijk is dat siliciumhoudende implantaten en bindmiddelen veel beter met botten de binden dan materialen zonder silicium.6
Bindweefsel en silicium
Collageen zit ook in ander bindweefsel, zoals de huid. Hoewel Klaus Scharz en Edith Carlisle – pioniers op vlak van sporenelementenonderzoek – al in de jaren zeventig stelden dat silicium nodig is voor cross-linking van collageenvezels, zijn die studies nog altijd niet bekrachtigd. Interactie met koper (essentiële factor bij het cross-linken van collageen) en stimulatie van wondhelende T-cellen behoren ook tot de mogelijkheden. Silicium zou nodig zijn voor de integriteit van het basaal membraan in de huid.
Tekorten aan silicium zijn geassocieerd met een ruwe huid, broze nagels en breekbaar haar, terwijl choline-gestabiliseerd silicic acid in crèmes een ruwe huid zachter en soepeler maakt en het haar verstevigt.
Een ander opvallend gegeven is dat macrofagen het silicium dat uit siliconen in het lichaam sijpelt, opnemen. Vermoed wordt dat de macrofagen dit silicium later gaan gebruiken voor wondheling. Inderdaad zijn er veel aanwijzingen dat silicium de wondheling verbetert. De meest aannemelijke hypothese momenteel is dat silicium voor een micro-omgeving zorgt dat een vlotte in- en uitstroom van voedingsstoffen verzekert.
Silicium algemeen
Dagelijkse inname van silicium varieert van 5 tot 50 mg. De vorm van silicium is belangrijk voor opneembaarheid. Orthokiezelzuur (orthosilicic acid) is best opneembare natuurlijke vorm (drinkwater, bier), maar andere vormen worden ook opgenomen.
Vezels, calcium en magnesium zijn mogelijke antinutriënten voor silicium: zij verhinderen de opname ervan. Havervlokken bv. bevat zeer veel silicium, maar de opneembaar ervan is zeer laag.
Interessant is ook dat bier is een goede bron van zeer goed opneembaar silicium (20 mg/L) en vormt een aparte onderzoekslijn. Zo hebben Spaanse onderzoekers het effect van bier bij muizen onderzocht. Bier (24 mg/ml) bleek in staat te zijn om de opname van aluminium in de darmen te verhinderen, terwijl het aluminium in het serum en in de hersenen daalde. De onderzoekers zagen bovendien dat kiezelzuursuppletie (50 mg Si/ml) de opstapeling van extra aluminium in de hersenen volledig kon voorkomen!
Bronnen van silicium
- Equisetum arvense (heermoes van de paardenstaartfamilie)
- Rijst (bruine rijst of zilvervlies), granen (vooral in de zemelen), hop en gerst (bier), drinkwater (afhankelijk van de geologische omstandigheden)
- Groenten: groene bonen, spinazie, wortelgroenten, rode linzen
- Noten en gedroogde vruchten (fruit: doorgaans weinig)
- Mosselen en andere zeevruchten
- Vlees, vooral orgaanvlees/slachtafval: hersenen, hart, lever, longen, nieren
- Thee (maar thee kan ook veel aluminium bevatten)