Uit welk voedsel haal ik mijn calorieën?

Koolhydraten
Koolhydraten zijn nodig om je lichaam van energie te voorzien. Je kunt het zien als de brandstof die nodig is om je lichaam warm en aan de praat te houden. Hoe meer energie je verbruikt, hoe meer koolhydraten je nodig hebt. In brood, pasta, rijst en aardappels zitten veel koolhydraten. Je lichaam zet het zetmeel in deze producten om in glucose (een suiker). Zo krijg je snel nieuwe energie. De overtollige brandstof wordt opgeslagen als glycocenen (een ander koolhydraat). Zodra je de extra energie nodig hebt, zet je lichaam de glycocenen om in glucose.Andere -minder krachtige- brandstofleveranciers (suikers) zijn sucrose, fructose en lactose. Sucrose zit bijvoorbeeld in suikerbieten en rietsuiker. Fructose zit in honing en fruit, en lactose vind je in melk.
Koolhydraten zijn niet alleen nodig om je spieren te bewegen, ook je hersenen hebben veel calorieën nodig. Als je hersenen onvoldoende brandstof krijgen, wordt je sloom en kun je je niet goed meer concentreren.
Eiwitten
Eiwitten worden ook wel proteïnen genoemd. Dit zijn de bouwstoffen van onze lichaamscellen. Ze zorgen ervoor dat nieuwe cellen worden opgebouwd en beschadigde cellen worden hersteld. Duizenden verschillende eiwitten hebben even zovele taken. Er zijn bijvoorbeeld eiwitten speciaal om je spieren, zenuwen, haar en huid te versterken. Andere werken aan het goed verlopen van chemische processen in je lichaam, zoals je spijsvertering. Deze eiwitten heten enzymen. Ook hormonen zoals insuline zijn eiwitten.De bouwstenen van eiwitten noemt men aminozuren. Je lichaam maakt zelf essentiële aminozuren aan, maar je krijgt ze ook binnen via voedsel. Vooral in vlees, vis en kaas zitten essentiële aminozuren.
Vetten
Een volwassen man verbruikt ongeveer 2500 calorieën per dag; een vrouw circa 2000 calorieën. Neem je meer calorieën in dan je verbruikt, slaat je lichaam de rest op in vet. Raakt je energie op, dan worden deze vetreserves aangesproken (tenzij je meteen gaat eten). Een beetje vet op je lichaam kan geen kwaad, als bescherming van je botten en organen en om je lichaam warm te houden.In voedsel zitten twee verschillende vetten: verzadigde en onverzadigde. Verzadigde vetten vind je in dierlijke producten, zoals vlees, boter en kaas. Onverzadigde vetten zitten vooral in vette vis, plantaardige olieën en noten. Ons lichaam heeft dagelijks een kleine hoeveelheid vet nodig, bijvoorbeeld om vitamines in op te lossen. Verzadigde vetten hebben de neiging om je bloedvaten te verstoppen met alle risico's vandien. Gebruik dus bij voorkeur onverzadigde vetten.