Vitamine D: antwoorden van het Voedingscentrum

Drogisterijen krijgen nogal eens vragen van mensen over vitamine D. Bijvoorbeeld: als het zomer is, krijg je toch vanzelf genoeg vitamine D binnen? Of: ik hoor altijd dat een gezonde voeding gewoon genoeg vitamines bevat, waarom zou je dan extra vitamine D slikken? Het Voedingscentrum en 2000 landelijke drogisterijen begonnen een campagne om antwoord op zulke vragen te geven. Hier de toelichting op het 'wie, hoe, wat en waarom' van vitamine D. In 2014 gebeurde er iets nieuws: bijna 2000 landelijke drogisterijen met het keurmerk Erkend Specialist in Zelfzorg én het Voedingscentrum deden mee aan een voorlichtingscampagne over Vitamine D. Waarom? Omdat er over vitamine D zo veel vragen blijken te leven, wat onder andere bleek uit de vragen waarmee mensen bij de drogist aankomen. Een aantal van deze vragen wordt genoemd in het persbericht bij de campagne. Bijvoorbeeld: als het zomer is, krijg ik toch genoeg vitamine D door de zon en hoef ik dus geen supplement te nemen? Of: ik hoor altijd dat een gezonde voeding genoeg vitamines bevat. Dus is een supplement toch altijd onnodig? Vandaar dat Voedingscentrum en drogisterijen de handen ineen sloegen.

Test je kennis van vitamineD op www.erkendspecialistinzelfzorg.nl

Misverstand: vitamine D zit al genoeg in zon en voeding

Om met dat laatste misverstand te beginnen: enerzijds krijgt de hoofdmoot van de mensen inderdaad genoeg vitamine D binnen mits ze voldoende in de buitenlucht zijn en op een gezonde voeding letten. Echter, volgens de Gezondheidsraad zijn er wel degelijk bepaalde groepen mensen die elke dag een vitamine D supplement zouden moeten gebruiken. Het gaat dan niet alleen om mensen die onvoldoende zon op de huid krijgen, bijvoorbeeld door het dragen van een boerka. Het gaat ook om mensen van wie het lichaam onvoldoende vitamine D aanmaakt. En dan zijn er ook nog eens omstandigheden waarin de dosis vitamine D die je via voeding en zon opdoet, niet genoeg is: dan is sprake van verhoogde vitamine-D-behoefte. Patricia Schutte is woordvoerder van het Voedingscentrum, en zij specificeert: ”Het gaat om vrouwen boven de 50 jaar en mannen boven de 70 jaar. Maar ook om kinderen van 0 tot en met 3 jaar, zwangere vrouwen en mensen met een getinte of donkere huid. Daarnaast om mensen die bijvoorbeeld ploegendiensten draaien of een hoofddoek of sluier dragen.”

Meeste onduidelijkheden bij ouders van jonge kinderen, en bij ouderen

Er zijn twee groepen mensen bij wie vooral onduidelijkheid blijkt te heersen, als je afgaat op de vragen die in de drogisterij gesteld worden. Pakweg 40% van de vragen komen van mensen met jonge kinderen, en eenzelfde 40% is afkomstig van ouderen. Een van de drogisten die is geïnterviewd, legt uit waar de vragen vooral om gaan: “Het blijkt mensen niet altijd duidelijk waarom ze vitamine D nodig hebben en wat het verschil is tussen de verschillende preparaten die verkocht worden." Mensen hebben ook vaak vragen over de juiste dosis vitamine D, en over eventuele combinaties met multivitamines. Nu komen ouders van jonge kinderen in de regel op het consultatiebureau, waar ze antwoord kunnen krijgen, maar ouderen komen niet vanzelf in beeld. Vandaar dat de voorlichting van Voedingsbureau en drogisterijen zich wat extra op ouderen richt. Alleen al omdat het RIVM aan het eind van 2013 vaststelde dat maar een op de vier zelfstandig wonende 70-plussers inderdaad, zoals geadviseerd, extra vitamine D neemt.

Onderzoek van ouderenorganisatie Unie KBO

Bovenop die cijfers komt nog eens onderzoek onder 750 ouderen van Ouderenorganisatie Unie KBO, de grootste ouderenorganisatie van ons land. Bij dat onderzoek bleek dat slechts een derde ofwel 34% van de ouderen die niet in de zon komen een supplement gebruikt. Dit ondanks het feit dat deze groep hierdoor wel degelijk vitamine D nodig heeft. Reden voor de Unie KBO om zich aan te sluiten bij de voorlichtingsactie. Directeur Manon Vanderkaa: “Voldoende vitamine D is essentieel voor de gezondheid van ouderen. We willen dat senioren op een prettige manier oud kunnen worden. Preventie, leefstijl en voeding zijn daarbij essentieel.”