Gember, vroeger en nu
Gember met de officiële naam Zingiber officinale, is een alom bekende tropische plant, die inheems is in zuidelijk Azië en nu in de meeste tropische landen voorkomt. Het is een vaste plant die 60 tot 120 cm hoog kan worden, en die bij ons ook als kamerplant te kweken is. De specerij wordt verkregen uit de geheel of gedeeltelijk geschilde wortelstokken, die in de handel 'handen' genoemd worden.
Namen.
- Latijn: Zingiber officinale Rosc.
- Engels: Ginger
- Spaans: Jengibre
- Portugees: Gengibre
- Duits: Ingwer
- RUSSISCH:Imbir
- Frans: Gingembre
- Zweeds: Ingefara
- Italiaans: Zenzero.
Vroegste geschiedenis.
Gember is de belangrijkste van alle uit wortelstokken afkomstige specerijen. Gember werd van oudsher gekweekt in China en India. De Chinese filosoof Confucius (551 - 479 v. C.) noemde de gember in zijn Analecta. Gember was een van de eerste oosterse specerijen, die in Europa bekend werden, toen de Romeinen en Grieken hem van de Arabische handelaren kochten. De Latijnse soortnaam Zingiber is afgeleid van het Sanskriet woord singabera ,gevormd als een hoorn, zo genoemd omdat de wortels van de plant doen denken aan het gewei van een hert.
De Griekse arts en schrijver Dioscorides noemde de gember vaak in zijn De Materia Medica en beschreef de verwarmende uitwerking op de maag en noemt gember een werkzame stimulans voor de spijsvertering en een antidote tegen gifstoffen. Maar hij gaf wel de raad zo mogelijk die wortels te nemen, die niet door wormen aangevreten waren. In de tweede eeuw na Christus. kwam gember voor op de lijst van in Alexandrië ingevoerde goederen, die aangevoerd werden via de Rode Zee en die vielen onder de Romeinse invoerrechten.
Gember wordt ook genoemd in de Koran 76 : 15 -17: ‘Zij, de rechtvaardigen in het paradijs, geven elkaar schalen door van zilver en drinkbekers van glas, waarin een gemberdrank."
Gember in Groot-Brittanië en Europa.
Deze specerij was reeds vroeg in de middeleeuwen in Engeland bekend. Ze wordt vernoemd in Angelsaksische chirurgijnsboeken uit de elfde eeuw. In de veertiende eeuw was gember, na peper, de meest voorkomende specerij en zou l shilling 7 pence per pond gekost hebben, ongeveer net zoveel als voor een schaap betaald werd.
In de middeleeuwen werd gember meestal als verse wortelstokken vanuit het Verre Oosten naar Europa gebracht; het spreekt daarom vanzelf dat de eerste oosterse specerij, die uit Oost-Indië naar de nieuwe wereld gebracht werd, gember was. In het begin van de zestiende eeuw werd gember met goed gevolg overgebracht naar West Indië door de Spanjaard Francisco de Mendoza en in 1547 voerde Jamaica al aanzienlijke hoeveelheden van deze pikante specerij uit naar Europa.
In de middeleeuwen vond men gember zo'n belangrijke specerij, dat in Bazel de straat waar de Zwitserse kooplieden specerijen verkochten Im-bergasse „Gemberstraat" genoemd werd. In het zestiende eeuwse Engeland was gember beroemd om zijn geneeskrachtige eigenschappen en Hendrik VIII raadde gember aan als middel tegen de pest. Een paar jaar later werd gemberbrood populair en werd het een favoriet gebak van koningin Elisabeth I . Goedkoper gemberbrood was in de tijd van Shakespeare ook verkrijgbaar voor de gewone man: in Love's Labour Lost, zegt Costard tegen Moth: „
En als ik op deze wereld ook maar een stuiver bezat, dan zou ik hem aan jou geven om gemberbrood te kopen."
Dodonaeus en gengebeere.
Ook in Vlaanderen was ‘Gengebeere’ zoals Dodonaeus gember noemt, toen bekend.
Gengeber als Dioscorides scrijft wast in tlandt van den Trogloditen in Arabien, ende dat cruyt daer af wordt daer ter plaetsen noch gruen wesende tot veel saken ghebruyckt.
Hij beschrijft het ook nu nog bekend gebruik van gember.
Gengebeer es een seer goede medecyne voor die maghe die selve verwermende ende sterckende doende die spijse verteeren ende appetijt ende saechten camerganck makende/ ende mach daer toe in alle spijsen ghebruyckt worden.
Tot den selven es oock die wortel van Gengebeer gheconfijt seer goet tsmorghens inghenomen.
Tegen het einde van de negentiende eeuw hielden de Engelse herbergiers altijd gemalen gember in voorraad om op het bier van hun dorstige klanten te strooien dat werd dan met een roodgloeiende pook doorgeroerd. Om de smaak te verbeteren of tegen een kater misschien?
Ook in de apothekersboeken van de 20ste eeuw word hij nog uitgebreid beschreven. Het Pharmacotherapeutich Vademecum van 1921 heeft het over Rhizoma Zingiberis, de wortelstok van Gember vooral in gebruik als maagmiddel en als specerij. En in de Belgische Farmacopee V wordt een tinctuur en andere preparaten van gember beschreven.
Oude en nieuwe toepassingen
Dat Gember een goed maagmiddel is, zal na het voorgaande niemand meer verbazen. Vooral voor misselijkheid en braakneigingen tijdens de zwangerschap en tegen reisziekte heeft gember zijn werkzaamheid ook in de praktijk bewezen. Maar dat hedendaags wetenschappelijk onderzoek ook aangeeft dat Gember mogelijk ook tegen kanker, tegen aderverkalking, bij reumatische klachten en zelfs bij Alzheimer werkzaam kan zijn, lijkt mij bijna te veel van het goede. In elk geval een culinaire plant met zulke gezondheidsbevorderende kwaliteiten mogen gerust wat meer in onze keuken gebruiken.