Buikvet, gevaarlijker dan we denken

We maken ons niet zo druk om een paar pondjes extra. Maar wanneer deze pondjes zich concentreren rond de buik, dan zijn er toch wat risico’s aan verbonden. Wie maakt zich nog druk om zijn tailleomvang als zijn BMI in de gezonde zone zit? Met al die BMI meters op het internet kun je zo meten of je een gezond gewicht hebt. Wanneer je een BMI tussen de 19 en 25 hebt, heb je een gezond lichaam, wordt beweerd. Maar is dat ook zo?

Gevaarlijk buikvet

Buikvet of orgaanvet is het vet dat zit opgehoopt in de buikholte en de organen. Dit onzichtbare buikvet is gevaarlijker dan het zichtbare vet dat duidelijk aan de buitenkant te zien is. Het gevaarlijke aan buikvet is, dat het hormonen en ontstekingsstoffen uitscheidt. Deze kunnen gevaarlijk zijn voor de alvleesklier en de lever. Buikvet wordt ook in verband gebracht met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, een hoge bloeddruk, een hoog cholesterolgehalte, diabetes en zelfs kanker. De hormonen en ontstekingsstoffen die uitgescheiden wordt door het buikvet werken bovendien, zowel stimulerend als remmend. Daardoor spelen ze een grote rol bij de stofwisseling. Reden genoeg om eens stilte staan en te kijken hoe het met jouw buikvet gesteld is.

De werking van het vet

Wanneer vetcellen niet goed functioneren, produceren ze meer hormonen. Verzadigd vet speelt dan weer een rol bij de ontregeling hiervan. Het gaat dan vooral om de hormonen die de insulinehuishouding sturen. De alvleesklier moet harder werken omdat de lichaamscellen minder gevoelig worden voor insuline. Het gevolg daarvan is, dat de alvleesklier er uiteindelijk mee ophoudt, waardoor er diabetes type-2 ontstaat. De geproduceerde ontstekingsstoffen komen in de bloedbaan, daar hechten ze zich aan de vaatwand. Waarna ze de vaatwand en de organen binnendringen en zo zorgen voor ontstekingen. Het gevolg van teveel vetcellen is een chronische ontsteking van de vaatwanden en organen. Waardoor er aderverkalking en vaatvernauwing op kan treden, en uiteindelijk tot hart- en herseninfarcten kan leiden. Wanneer er veel vetophoping plaatsvindt rond de lever raakt de balans tussen ontstekingsremmende en ontstekingsbevorderende stoffen ontregeld. Het functioneren van de lever wordt ernstig verstoord omdat er zich meer bindweefsel vormt.

Appel- en peervormig

Mensen met een appelvormige lichaam lopen meer risico op hart- en vaatziekte, verhoogde bloeddruk en diabetes type-2 dan mensen die een peervormig lichaam hebben. Er wordt aangenomen dat dit komt door het stresshormoon cortison, dit hormoon kan voor grote problemen in de hormoonhuishouding zorgen. In de vetcellen van appelvormige lichamen komt drie keer zoveel van het enzym voor, dat hiervoor verantwoordelijk is. Jarenlang dacht men, dat mensen met een peervormig lichaam minder kans op hoge bloeddruk en hartziekten liepen, doordat zij het vet in hun dijen en achterzijde opslaan. Door voedingskundigen van de Washington Universiteit van St. Louis is echter ontdekt dat dit feit niet de volledige verklaring daarvan is. Deskundigen zeggen, dat de werkelijke reden van de insulineresistentie, cholesterolafwijkingen en andere problemen die bijdragen aan diabetes en hartziekten, het vet in de lever is. Deze aandoening is bekend als een niet-alcoholische leverziekte.

Verborgen vet

Dat iemand er heel slank uitziet wil niet zeggen dat deze mensen geen vet hebben. Mensen die er slank uitzien maar wel verborgen vet hebben worden, tofi’s genoemd. Tofi staat voor, Thin on Outside, Fat on Inside (dun aan buitenkant, vet aan binnenkant). Dit blijkt een veelvoorkomend verschijnsel te zijn bij mensen, vooral bij vrouwen die vaak crashdiëten volgen en daarnaast te weinig beweging hebben. Zodra het dieet achter de rug is, gaan zij weer ‘normaal’ eten en komen de verloren kilo’s er weer aan. Het daardoor ontstane vet, hoopt zich voornamelijk op in de buikholte en in de organen. Het blijkt dat 10 tot 20 procent van de mensen een tofi is. Ook het omgekeerde is mogelijk, als je dik bent aan de buitenkant en dun aan de binnenkant, wordt dat een foti genoemd. Foti staat dus voor, Fat on Outside, Thin on Inside. Een mooi voorbeeld van een foti is een sumoworstelaar, deze zijn behoorlijk aan de maat, maar hebben weinig vet in de buikholte en in de organen. Vet dat zich ophoopt onder de huid, is dus vele malen minder gevaarlijk dan het vet dat zich in de buikholte ophoopt. Zo zijn er dus dikke mensen ‘foti’s’ die veel gezonder zijn dan dunne mensen ‘tofi’s’. Een tofi zal daardoor meer risico lopen op diabetes type-2 en hart- en vaatziekten.

BMI meten

Het meten van je BMI is daardoor een stuk minder zinvol als men denkt. Het BMI laat immers het buikvet niet meetellen. Het buikvet kan worden gemeten door met een centimeter de omvang van je taille te meten. Je meet dit, door op het smalste gedeelte van het middel te meten, tussen de onderste rib en de bovenkant van je heup. Bij mannen is een omtrek vanaf 86 cm en bij vrouwen een omtrek vanaf 70 cm een gevaarlijke situatie. Zelfs wanneer je volgens je BMI een gezond gewicht hebt is het toch een stuk gezonder om af te vallen, wanneer je taille een te grote omvang heeft.

Houd je buikvet onder controle met deze vijf tips

1. Cardiovasculaire oefeningen: Vet verbranden gaat een stuk moeizamer dan vet kweken, ook is het veel tijdrovender, dus heb geduld. Cardiovasculaire oefeningen zijn een goede manier om vet te verbranden. Het is daarbij echt niet nodig om extreem te trainen, dus trainingen van twee uur of langer zijn nergens voor nodig. Wat je wel nodig hebt, is doorzettingsvermogen. Intervaltraining is een goed onderdeel van cardiovasculaire oefeningen, een paar minuten langzame oefeningen afgewisseld met een paar minuten intensieve oefeningen. De duur van de training is ongeveer een half uur de opwarming en het stretchen inbegrepen.
2. Krachttraining: Het trainen met gewichten zorgt ervoor dat het lichaam langere tijd vet blijft verbranden. Hoe groter de spiermassa, hoe beter de zuurstofinname van het lichaam, ook na de training blijft de zuurstofinname beter doorgaan. Het mooiste zou zijn, als je probeert om drie keer per week aan krachttraining te doen. Laat je spieren rusten op de dagen dat je niet traint.
3. Calorieën: De juiste voeding is belangrijk voor je lichaam. Probeer een juiste verhouding van proteïnen, koolhydraten en vet in je voedingspatroon te krijgen. Als je de juiste verhoudingen binnenkrijgt wordt daarmee je bloedsuikerspiegel onder controle gehouden, daardoor krijg je meer energie en verlies je vet. Een goed voedingspatroon bestaat uit 40 tot 50 procent koolhydraten, 25 tot 30 procent proteïnen en 20 tot 30 procent gezonde vetten. Koolhydraten zorgen voor de nodige energie, proteïnen zorgen ervoor dat je spieren herstellen en groeien, en de juiste vetten houden je hormonenspiegel in evenwicht, ze maken je sterker en ze geven je een verzadigd gevoel.
4. Bloedsuikerspiegel: Wanneer je vet wilt verbranden, begin je met de juiste voeding. Als je geen aangepaste voeding gebruikt dan kun je trainen wat je wilt, maar het gewenste effect zal uitblijven. Het onder controle houden van de bloedsuikerspiegel is je belangrijkste doel. Om dat te bewerkstelligen is het van belang om de juiste voeding binnen te krijgen en ervoor te zorgen dat er geen lange tijden tussen het binnenkrijgen van voedsel zit. Het eten van kleine porties elke twee á drie uur is een goede methode, zorg er voor dat je niet teveel eet.
5. Water: De lever zet het opgeslagen vet om in energie en zo wordt het vet verbrand. De lever heeft uiteraard meerdere taken, maar dit is een van de belangrijkste. Soms moet de lever ook de taak van de nieren op zich nemen, de nieren hebben heel veel water nodig om goed te kunnen functioneren. Wanneer de nieren zonder water komen te zitten, moet de lever het werk van de nieren overnemen. Als je te weinig water drinkt, dan slaat je lichaam het vet op omdat de lever het lichaamsvet niet meer in energie kan omzetten.

Tot slot

Veel mensen onderschatten het belang van een gezonde voeding en genoeg beweging. Er zijn zoveel verschillende voedingswaren te krijgen tegenwoordig. Leer te luisteren naar je lichaam, want vaak weet je lichaam wat het nodig heeft. Ook al is een bak chips bij de borrel erg gezellig en een koekje bij de koffie erg lekker, laat je niet te vaak verleiden. Het is echt niet nodig om nooit meer te snoepen. Denk bij jezelf of het de moeite van het snoepen waard is. Weegt het snoepen op tegen de extra vetten, suikers en koolhydraten die je binnen gaat krijgen? Je hoeft echt niet te leven als een topsporter, maar gewoon zo gezond mogelijk. De meeste mensen zijn erg zuinig op hun auto en zorgen ervoor dat deze de goede brandstof binnenkrijgt en genoeg water heeft. Je hebt maar één lichaam, zorg er goed voor.