Obesitas bij kinderen: Feiten, cijfers en informatie
In het jaar 2012 hebben we een groot probleem. Vandaag de dag is een groot deel van de Nederlandse bevolking te zwaar. Uit metingen, gedaan in 2008, bleek dat meer dan de helft van de volwassen bevolking van de Europese unie kampt met overgewicht. Deze cijfers zijn nog steeds stijgende. Maar zwaarlijvigheid is niet alleen een probleem onder volwassenen, ook kinderen kampen met (ernstig) overgewicht. 1 op de 6 kinderen is te zwaar, een alarmerend groot aantal. Hoe komt een kind aan obesitas en wat doet het met een kind?
Dat het aantal kinderen met
overgewicht almaar toeneemt weten we al zo’n vijftien jaar. Ondanks alle aandacht van media en deskundigen en alle op touw gezette projecten is het aantal kinderen met
obesitas nog meer gestegen. Hoe is dit mogelijk?
Wanneer heeft een kind obesitas?
De
Body Mass Index of BMI is een formule waarmee je uit kunt rekenen of er sprake is van overgewicht bij een kind. Bij volwassenen kan de BMI berekend worden door het gewicht te delen door de lengte in het kwadraat, een BMI tussen de 18 en 25 is een gezond BMI voor volwassenen. Bij kinderen moet echter ook de leeftijd in ogenschouw genomen worden. Hier
BMI kind kan de BMI van een kind berekend worden. Er zijn mensen die zeggen dat het berekenen van het BMI een vertekend beeld geeft, omdat er geen rekening met de spiermassa wordt gehouden. Dit geldt zeker voor volwassenen, maar bij kinderen, waar vaak nog geen buitensporig grote spiermassa bij aanwezig is, is deze rekenformule vrij nauwkeurig.
Wat zijn de oorzaken van de toenemende zwaarlijvigheid bij kinderen?
Overgewicht kan veroorzaakt worden door verschillende factoren:
- Een positieve energiebalans
- Een ziekte
- Medicijngebruik
- Genetische aanleg
Een positieve energiebalans houdt in dat er meer calorieën gegeten dan verbrand worden. Bepaalde ziekten kunnen het
verbrandingsmechanisme in de war sturen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan
de ziekte van Cushing. Ook medicijngebruik kan het toenemen in gewicht tot gevolg hebben. Het spreekwoord “Elk pondje gaat door het mondje” klopt natuurlijk deels wel. Maar het ene pondje is het andere niet. Genetische aanleg kan ervoor zorgen dat de ene persoon sneller aankomt dan de ander, sommige mensen moeten altijd op hun gewicht letten, terwijl anderen lijken te kunnen eten wat zij willen.
Wanneer de achtergrond van kinderen met overgewicht onderzocht wordt blijkt dat veel van deze kinderen kampt met een moeilijk verleden, gescheiden ouders, gepest worden op school of het overlijden van een familielid. Overgewicht ontstaat niet zomaar, er is meestal een reden dat het kind teruggrijpt naar eten. De psychische gesteldheid van een kind is van invloed op het eetgedrag.
Eerder schreef ik al dat het aantal gevallen van obesitas bij kinderen de laatste jaren steeds is gestegen. Opvallend is dat veel van bovengenoemde zaken een aantal decennia geleden ook al een rol speelde in de levens van mensen. Als deze factoren vroeger ook al van invloed waren, waarom zijn er nu dan ineens zoveel kinderen met overgewicht?
Volgens August Hans den Boef zit het hem in de maatschappij waarin wij leven. De naoorlogse generatie is gewend aan een gemakkelijk leven. De schappen in de supermarkt zijn gevuld met lekkers en op elke hoek van de straat is wel een snackbar of ijscoman te vinden. We kunnen eten wat en wanneer we maar willen en dat terwijl we niet meer op het land aan het werk zijn zoals vroeger, maar veelal een zittend beroep op kantoor uitoefenen. De huidige maatschappij kent een veel te grote gemakzucht die overgewicht in de hand werkt. Volgens Den Boef begint het probleem al op jonge leeftijd. In zijn artikel “Laat het kind weer zelf lopen” in het NRC van 30 juni en 1 juli 2012 schrijft hij:
Je ziet het overal. In de supermarkt staan kinderen op de uitgeklapte houder van het winkelwagentje. In het park laten ze zich vervoeren op de schouders van puffende en steunende ouders. Symbolisch voor het hedendaagse kindertransport is wat Martin Bril ooit de “baarmoederbakfiets” noemde. Soms hangt een dikkig kind van elf in zo’n bak, met achter hem een fragiel, petieterig moedertje dat zich lens trapt (4).
Volgens Den Boef ligt de focus bij de campagnes tegen obesitas teveel op minder eten, terwijl deze juist zou moeten liggen op meer bewegen. Dit hoeft niet moeilijk of duur te zijn, een kind hoeft niet op drie sporten of te zweten in de sportschool, maar moet gewoon weer lopen en fietsen. Tegenwoordig brengen veel ouders hun kinderen met de auto naar school. Zouden kinderen de route elke dag fietsen, dan zou dit al voor een groot gedeelte bijdrage aan hun beweging. Voila, daar heb je geen duur sportschoolabonnement voor nodig. Volgens Den Boef lopen en fietsen kinderen tegenwoordig veel minder dan vroeger omdat ouders “zich teveel laten leiden door gemakzucht (NRC, 4)”. Een kind dat door de winkel rent of overal aanzit kun je bij je houden door hem in de kar te zetten, een jengelend kind dat zeurt omdat hij of zij moe is houdt op met zeuren wanneer je het op je rug neemt. Den Boef noemt dit de jengelfactor. Kinderen zeuren net zolang tot ze krijgen wat ze willen. Ouders geven veel te vaak toe aan hun zeurende kinderen, omdat ze na een lange werkdag geen zin hebben in discussies.
Gemakzucht kan dus een belangrijke oorzaak zijn voor het te dik zijn van kinderen. Dit hoeft echter niet altijd de reden te zijn, zoals eerder gezegd kan overgewicht ook andere oorzaken hebben. Dat ouders een cruciale rol spelen bij het ontwikkelen van obesitas bij kinderen op een jonge leeftijd is in ieder geval wel duidelijk en dat kinderen op een jonge leeftijd vooral veel moeten lopen, fietsen en rondrennen ook.
Wat doet obesitas met een kind?
Dat het hebben van obesitas niet bevorderlijk is voor de gezondheid staat vast. De psychische ongemakken die een kind ervaart kunnen echter net zo erg, dan wel erger zijn dan de lichamelijke. Dit wordt duidelijk uit het boek
Vet! van Inger Boxsem. Zij ging op onderzoek uit naar de gezichten die schuilgaan achter de cijfers. Voor haar boek interviewde zij tien kinderen die kampen met overgewicht en die allen hard werken aan verbetering. Het boek is een aanrader voor eenieder die zich in wil leven in kinderen en hun strijd tegen overgewicht. Na het lezen van dit boek kijk je heel anders aan tegen te dikke kinderen en hun ouders en zul je je vooroordelen zeker bijstellen.
Uit het boek blijkt dat er een soort vicieuze cirkel ontstaat bij kinderen die te dik zijn. Al van jongs af aan leren kinderen dat eten een fijn gevoel geeft. Wanneer baby’s huilen krijgen zij de fles en peuters die lief zijn geweest krijgen een snoepje. Kinderen zijn gewend dat eten als troost gebruikt kan worden. Op die manier worden veel kinderen emotie eters. Wanneer zij zich even wat minder lekker voelen gaan ze eten om het fijne gevoel weer terug te krijgen. Dikke kinderen worden overwegend vaker gepest dan andere kinderen. Ze kunnen niet goed meekomen met de spelletjes die buiten gespeeld worden en worden door andere kinderen met de nek aangekeken of zelfs gepest of uitgescholden. Dit zorgt ervoor dat dikke kinderen liever niet meer buiten gaan spelen, waardoor zij nog minder beweging krijgen en zo is de vicieuze cirkel rond.
Is obesitas te genezen?
Uit het boek van Van Boxsem wordt ook duidelijk dat het heel moeilijk is om weer een gezond gewicht te bereiken als een kind eenmaal obesitas ontwikkeld heeft. Veel van de kinderen gingen meer sporten en bezochten een diëtiste, vaak zonder resultaat. Er moet niet gestreefd worden naar een gemiddeld gewicht, maar naar een gezonde levensstijl, zodat de gezondheidsrisico’s verminderen. Aangetoond is dat kinderen die eenmaal flink overgewicht hebben dit waarschijnlijk niet meer kwijt zullen raken. Het is voor ouders dus zaak vroeg in te grijpen. Op dit moment gebeurt dat veel te weinig. Ouders denken vaak dat hun kind wel over zijn of haar babyvetjes heen zal groeien, terwijl dit vaak niet het geval is. Toch moeten we niet alleen met het vingertje naar de ouders van dikke kinderen wijzen. De grondslag van het probleem zit in de maatschappij, we worden teveel in verleiding gebracht door slecht eten, we weten te weinig over wat nou echt gezonde voeding is en we bewegen gewoon veel te weinig.
Vooral ouders lijken een belangrijke functie te hebben in het begeleiden van hun kind. Zij vervullen een voorbeeldfunctie en moeten hun kind een gezonde leefwijze aanleren in het tijdperk van de verleiding dat we nu kennen. In elke straat zit wel een snackbar of een supermarkt waar het lekkers in rijen uitgestald ligt. Gelukkig wordt men zich vandaag de dag steeds bewuster van de gevaren van ongezond eten. De maatschappij moet anders ingericht worden. Ouders moeten meer informatie krijgen over wat gezond eten is voor hen en hun kinderen en kinderen moeten niet elk moment van de dag verleid worden tot het eten van slechte dingen. Ook is het zaak om als ouder vroeg actie te ondernemen als je merkt dat je kind op een ongezonde manier in gewicht toeneemt, voor obesitas geldt: Voorkomen is beter dan genezen.