Kind loopt op tenen
Kind loopt op tenen: iets dat we vaker zien bij kinderen van 2, 3 en 4 jaar oud. Vooral bij peuters komt dit veel voor. Vaak maken ouders zich ongerust: is dit schadelijk? Soms lijkt er sprake van adhd of autisme, en is het de vraag of het tenenlopen hier daadwerkelijk verband mee houdt. De oorzaak is soms erfelijk, vaak zien we dit dan ook bij meerdere broertjes of zusjes voorkomen. Behandeling is niet altijd nodig.
Dreumes loopt op tenen
Een kind dat net leert lopen, gaat vaak op de tenen lopen. Dit is een normaal verschijnsel. Het jonge kind gebruikt nog niet de hele voet maar steunt voornamelijk op de voorkant van de voet en op de tenen. Een dreumes die op de tenen loopt is dan ook geen vreemd beeld. Dit verdwijnt vanzelf met het ouder worden.
Peuter: tenenloop
Een peuter van 2 tot 4 jaar oud loopt soms ook nog op de tenen. Met 2 jaar oud zit het kind net op de grens dat het de tenenloop wisselt voor een normale loop. Wanneer het kind 3 jaar oud is en nog steeds op de tenen loopt is dit iets dat minder vaak voorkomt. De tenenloop wordt ook wel tenengang genoemd. Over het algemeen kan de tenenloop met 3 jaar nog wel vanzelf verdwijnen.
Kleuter: 4 jaar
Een kleuter vanaf 4 jaar behoort gewoon normaal op de gehele voet te steunen. Het lopen op de tenen is iets dat absoluut niet hoort bij kinderen van 4 jaar en ouder. Er zijn maar zeer weinig kleuters die de tenengang nog hebben. Wanneer dit wel het geval is, is dit vaak het gevolg van een onderliggende ziekte of aandoening.
Oorzaken
Het lopen op de tenen komt vaker voor binnen één familie. Meestal lopen broertjes en zusjes tot een bepaalde leeftijd op de tenen. Wanneer het binnen de familie voorkomt zien we vaak dat dit rond het 3e levensjaar vanzelf verdwijnt. De erfelijke factor kan er dus voor zorgen dat de tenenloop wat langer aanhoudt maar uiteindelijk wel verdwijnt, in ieder geval voor of rond het 3e levensjaar. Kinderen ouder dan 3 jaar die nog steeds op de tenen lopen moeten altijd nader onderzocht worden.
Soms is er namelijk sprake van een te korte achillespees. De achillespees is te vinden aan de achterkant van het been en verbindt het kuitbeen met de heil. Wanneer de achillespees te kort is wordt de heil opgetrokken. Het gevolg is dat het kind op de tenen gaat lopen. Een te korte achillespees is een aangeboren afwijking.
Spierspasme is ook een oorzaak. Hierbij is de spierspanning verhoogt, waardoor de hiel wordt opgetrokken. Ook deze kinderen lopen op de tenen. Vaak komt spierspasme aan meerdere ledematen voor, dus ook aan de armen. Spierspasme of een verhoogde spierspanning kan verschillende oorzaken hebben. Het komt vaak voor bij kinderen die zuurstofgebrek hebben gehad tijdens de geboorte maar ook door een afwijking in het ruggenmerg of de hersenen. Bij de ziekte van Duchenne komt tenenlopen ook vaker voor.
Vaak komt het voor dat kinderen met ADHD en autisme op de tenen lopen. Dit heeft niet met een lichamelijke afwijking te maken maar meer met de geest. Het kind voelt zich veilig of prettig tijdens het lopen op de tenen. Het tenenlopen kan bij deze kinderen afgewisseld worden met de normale loop. Het hoeft dus niet continue aanwezig te zijn, iets dat we wel zien bij een lichamelijke afwijking.
Een aangeboren afwijking aan de voet kan er ook voor zorgen dat een kind op de tenen gaat lopen en blijft lopen. Vaak is deze afwijking al direct bij de geboorte op te merken. Soms is de afwijking zo gering dat deze niet opgemerkt wordt maar pas tijdens de loopfase kenmerkend wordt.
De gevolgen
Wanneer het kind rond het 3e levensjaar alsnog op de gehele voet gaat lopen heeft dit in de meeste gevallen geen gevolgen. Belangrijk is om in de gaten te houden of het kind niet opnieuw op de tenen gaat lopen. Sommige kinderen zijn het nou eenmaal zo gewend dat het er snel weer insluipt. Kinderen die te lang op hun tenen blijven lopen verkorten daarmee hun achillespees. De achillespees past zich aan de manier van lopen aan en kan zich in gaan korten. Wanneer dit eenmaal gebeurd is, is het voor het kind vaak nog onmogelijk om de voet plat op de grond te zetten en normaal te lopen. Ook kan er een groeiafwijking aan de voet en tenen ontstaan.
Behandeling
Vaak wordt er bij jonge kinderen een afwachtende houding aangenomen. De meeste kinderen gaan vanzelf plat op de voet lopen. Soms wordt met behulp van fysiotherapie het kind gestimuleerd om normaal te gaan lopen. Dit gebeurt middels speelse oefeningen. De achillespees kan langzaam gerekt worden middels strekoefeningen. Hierdoor zal de achillespees weer langer worden. Dit kan echter enkele maanden in beslag nemen, soms zelfs nog langer. Soms kan de achillespees ook operatief verlangd worden. Met behulp van gips of een spalk kan de arts besluiten de voet in een normale stand te dwingen. Deze dwangstand wordt enkele weken tot enkele maanden volgehouden, soms voor een aantal uur per dag. De behandeling is geheel afhankelijk van de oorzaak en van de lengte van de achillespees. Daarom is vroegtijdig behandelen wel noodzakelijk, maar eerder dan drie jaar is vaak niet nodig. De arts zal regelmatig controleren hoe de achillespees en de botgroei zich ontwikkelen.