Kinderdepressie
Het hoort niet, het past niet… een kind moet vrij kunnen spelen, ontdekken en groeien. Er is een wereld tussen kunnen en willen… en dat wil zeggen dat er een substantiële groep van deze jonge kinderen is, die depressief is of er dicht tegenaan zit. Bij kinderen die een lichamelijke of verstandelijke beperking hebben, is dit percentage nog hoger. Soms vraag je je af hoe dit kan, maar misschien belangrijker nog… hoe help je een kind er zo snel mogelijk weer vanaf?
De cijfers
Er zijn in het recente verleden verschillende onderzoeken gedaan en er lopen er in Europa en Noord Amerika nog talloze. Het gaat om jonge kinderen tot ca. 10 jaar, welke neigen naar depressiviteit of al depressief zijn. Dit afgezet tegen diezelfde leeftijdscategorie in de jaren 50 / 60 van de vorige eeuw. Daar waar het lang rond 1% geschommeld heeft, ligt het percentage inmiddels een stuk hoger en komen we bij de jongste kinderen (5 tot 7 jaar) op zo’n 4,5% uit en bij kinderen tot 10 jaar op ruim 6%. Daar waar een handicap, lichamelijk of verstandelijk, een rol speelt, loopt dit op naar bijna 10%. Waarbij er kanttekeningen gemaakt wordt dat het percentage de komende jaren eerder zal stijgen dan dalen. Geen cijfers om blij van te worden.
Waarom depressief?
Er worden verschillende redenen voor de aanzienlijke stijging gegeven, te weten:
- Gedragsproblemen bij kinderen
- Achterblijven in ontwikkeling (motorische- of spraakproblemen)
- Extreem perfectionisme
- Verlies van een dierbare (ouder, grootouder, broer/zus, huisdier)
- Aanhoudende pesterijen
- Scheiding ouders
Verhoogde druk
Men gaat er vanuit dat het percentage - helaas - toeneemt en dit heeft dan met name te maken met de grote druk die ligt op de hedendaagse gezinnen. De snelheid zit er enorm in en hoewel ouders/opvoeders kinderen zoveel mogelijk willen beschermen, krijgen kinderen hier toch relatief veel van mee. Als een ouder/opvoeder bijvoorbeeld langdurig onderhevig is aan stress, dan kan je niet voorkomen dat je kind hier iets van meekrijgt. Ook als een kind nog zo jong is, kinderen pikken het onbewust op.
Hoe herken je het?
Het proces van depressiviteit bij kinderen verloopt anders dan dat dit bij volwassenen verloopt. Diagnosticeren is dan ook niet eenvoudig. Toch zijn er wel enkele kenmerken waaraan je een depressief kind kunt herkennen. Enkele belangrijke aspecten die, zeker gecombineerd, minimaal tot extra alertheid bij ouders/opvoeders zouden moeten leiden:
- Als je kind langere tijd somber is. Je moet dan denken aan minimaal twee weken.
- Een aanzienlijk gebrek aan zelfvertrouwen, niet het gevoel iets waard te zijn. Soms komt er eens soort schuldgevoel bij kijken.
- Gedragsproblemen zoals: prikkelbaarheid die uit proportie loopt met leeftijdsgenootjes (het gaat dus voorbij aan een pestbui), maar ook aanhoudende agressie of continu negatief zijn.
- De dagelijkse dingen die in een kinderleven als vanzelfsprekend zouden moeten zijn, zijn dit plots niet meer… zoals slapen (slecht slapen brengt vermoeidheid met zich mee) en weinig eetlust (wat een kind slap of futloos maakt) of juist overmatige eetlust (wat weer tot een ongewenste toename van het gewicht kan leiden).
- Geen zin in spelen met vriendjes en zich eigenlijk helemaal terugtrekken.
- Concentratieproblemen wat weer tot problemen op school kan leiden.
- Bij de iets oudere groep kinderen soms denkend aan dood (willen) zijn.
- Zeer regelmatig huilen zonder dat daar een directe (uiterlijke) aanleiding toe is.
Behandeling
Professionele hulp
Als ouder/opvoeder moet je direct handelen als je bovenstaande klachten (een of meerdere gedurende langere tijd) signaleert. Via de huisarts en/of kinderarts kan je bij een kinderpsycholoog/psychiater terecht komen en kan er actie worden ondernomen in de vorm van therapie en soms in combinatie met medicijnen. Het alternatieve circuit is bij jonge kinderen lastiger, maar ook daar zijn mogelijkheden bij gespecialiseerde mensen die met kinderen werken. Mogelijk kan er soms een combinatie tot stand komen. Maar wat je ook doet, zolang de genezing van je kind maar voorop staan (en dat kan soms ook eigen “obstakels” opzij zetten).
Rol ouder/opvoeder
De rol van de ouders/opvoeders is belangrijk, want eerst moet geaccepteerd worden dat het kind mogelijk depressief is en dan moet je ook nog nauw betrokken zijn bij het proces om je kind weer gezond te krijgen. Het kind moet een veilige plek in huis hebben, hij/zij moet gerichte aandacht krijgen en zich volledig geaccepteerd voelen. In zo’n moeilijke tijd moet het kind bij uitstek het “nestgevoel” hebben.
Tot slot
Het is niet niets om een depressief kind te hebben. Het hoort niet, het past niet en als ouders/opvoeders kan je ook nog een schuldgevoel te maken krijgen. Maar je eigen gevoel voor je kind even on hold zetten, kan van belang zijn om het kind zo snel als mogelijk weer op de rails te krijgen en de jeugd “volledig en volwaardig” invulling te geven.