Een kind met PDD-NOS
Als je weet of vermoedt dat je kind PDD-NOS heeft roept dat heel veel vragen op waar eigenlijk niemand een antwoord op heeft. Praktische adviezen en tips krijg je voldoende van de hulpverlening, maar er blijven veel twijfels en onzekerheden bij ouders.
Wat is PDD-NOS?
PDD-NOS is de Engelse benaming en de afkorting staat voor: Pervasive Development Disorder Not Otherwise Specified. Dit klinkt als een hele mond vol en in het Nederlands betekent het een pervasieve ontwikkelingsstoornis niet verder gespecificeerd.
Een pervasieve ontwikkelingsstoornis betekent een stoornis op alle gebieden, dus zowel in het gezin, op school als daarbuiten.
Dit is een stoornis uit het autistisch spectrum en dat spectrum is erg breed. Niet ieder kind met deze stoornis heeft dus dezelfde symptomen in dezelfde mate. De meest voorkomende symptomen zijn:
- niet kunnen inleven in de gevoelens van een ander
- weinig oogcontact maken
- geen verantwoordelijkheid voelen voor het eigen aandeel in een situatie (het is altijd de schuld van iemand anders)
- niet graag aangeraakt worden
- grote moeite met veranderingen in alle situaties
Hoe herken je PDD-NOS?
Vaak is het moeilijk om objectief naar je eigen kind te kijken. Ouders en vooral moeders zijn vaak geneigd de schuld bij zichzelf te zoeken als het kind anders reageert dan verwacht. Het kan zijn dat er vanuit de school signalen komen dat het met je kind niet zo goed gaat allemaal, of dat de leerkracht het vermoeden heeft dat er wellicht iets aan de hand kan zijn. Omdat je als ouder zijnde van je kind houdt zoals het is, is het vaak moeilijk te (willen) zien dat er misschien een probleem is. Toch is het goed om zelf op een open manier naar het gedrag van je kind te kijken, en met andere mensen die je vertrouwt, te praten hierover. Een kind met PDD-NOS neemt bijvoorbeeld alles wat je zegt letterlijk, dus: "Ik vind je zo lief, ik kan je wel opvreten" betekent voor zo'n kind het risico om verorberd te worden. Deze kinderen hebben vaak een obsessie voor iets wat op dat moment leuk is en de aandacht heeft. Dit uit zich in het nergens anders meer aan kunnen denken of over praten, tot het speeltje of bezigheid in hun bezit is. Hierna richten de obsessieve gedachten zich op het volgende. Vaak is het moeilijk om het geheel te zien en kan het kind alleen een klus klaren in stappen. Bijvoorbeeld zijn eigen kamer opruimen is een te grote stap, het kind heeft geen idee waar te beginnen en welke volgorde handig of logisch is.
Verder na een diagnose
Als de diagnose is gesteld gebeurt er veel bij ouders, aan de ene kant opluchting dat nu eindelijk duidelijk is dat er iets met je kind aan de hand is, aan de andere kant onzekerheid en verdriet omdat je kind dit heeft. Het kan zijn dat je kind medicatie krijgt, therapie, of naar speciaal onderwijs over gaat. Als ouder zijnde krijg je veel informatie over hoe je je kind kunt helpen door zoveel mogelijk structuur aan te brengen, dit betekent misschien wel een verandering in de gang van zaken in het gezin. Zoveel mogelijk voorspelbaar maken hoe de dag verloopt, alles zoveel mogelijk op vaste tijden en dezelfde volgorde. Kinderen met PDD-NOS hebben bijna altijd een talent voor iets, muziek, tekenen, sport of iets wat typerend is voor hen en waar ze echt in uitblinken.
Kinderen met deze stoornis zijn allemaal heel uniek en op hun manier heel bijzonder. Als je kind niet graag onverwacht aangeraakt wordt, vraag dan eerst de aandacht en wacht tot het je aankijkt, zeg dan dat je even gaat knuffelen en vraag of dat oke is. En als dat mag kun je er weer even tegen!