Slaapproblemen bij kinderen: tijden van verandering
Ouders hebben vaak het gevoel dat het ergste achter de rug is zodra hun kind ‘s nachts goed doorslaapt. Dit is tot op zekere hoogte waar, maar toch kan dit goede slaapgedrag door een aantal factoren worden verstoord. Voorbeelden zijn de komst van een nieuwe baby, vakanties, verhuizingen, de overgang van ledikant naar bed en ziekte.
Een nieuwe baby
Hoewel veel peuters en kinderen een nieuwe baby heel opwindend vinden, zijn weinigen van hen voorbereid op de emotionele conflicten die hieruit kunnen voortkomen. Oudere zusjes of broertjes voelen zich vaak niet meer op hun plaats, buitengesloten en op het tweede plan gezet.
De angst die hieruit voortvloeit, komt vaak ‘s nachts tot uiting en kan resulteren in moeite hebben met het naar bed gaan en vaker wakker worden. Terwijl deze angst zich overdag vertaalt in woedeuitbarstingen, zijn de signalen ‘s nachts subtieler. Het oudere kind kan moeilijker tot rust te brengen zijn en u vaker roepen, waarmee hij een excuus heeft om uw aandacht te krijgen.
Het is belangrijk dat u zo lang mogelijk de gewone gang van zaken aanhoudt. Dat wil zeggen dat u net zoveel tijd met uw oudere kind doorbrengt als u altijd deed, en dat u bijvoorbeeld voor het slapengaan een verhaaltje vertelt. Maar laat u niet verleiden tot het geven van speciale aandacht gedurende de nacht. Uw kind moet zich waardevol voelen, maar werk hier overdag aan en voel u niet verplicht ‘s nachts bij hem te zijn.
Deze aanpassing kan vlak na de geboorte beginnen. Probeer niet alle aandacht op de baby te richten en neem de tijd om uw kind te blijven knuffelen. Geef hem of haar een cadeautje om de nieuwe status als grote broer of zus te vieren. Benoem het oudere kind tot speciale hulp bij de zorg voor de baby. Als u de nachtelijke routine maar lang genoeg volhoudt, zal gedrag dat voortkomt uit vragen om aandacht uiteindelijk voorbijgaan.
Van ledikant naar bed
Als ze 3 jaar zijn, zijn de meeste kinderen toe aan een echt bed, hoewel dit natuurlijk per kind verschilt. Zo zijn er peuters die laten zien dat ze hieraan toe zijn door uit hun wieg te klimmen. Andere kleintjes, vooral die met oudere zusjes of broertjes, beginnen uit zich-zelf al te praten over hun eigen ‘grote bed’.
Komt de overgang van wieg naar bed voort uit het feit dat u een nieuwe baby verwacht, bereid het oudere kind dan op de verandering voor. Wacht hier niet mee tot het laatste moment. Praat in de weken voordat de baby wordt verwacht over de op handen zijnde verandering en vraag uw kind zijn mening omtrent het nieuwe bed. Waar komt het te staan? Welk beddengoed komt erop? Waar vertelt u het verhaaltje voor het slapengaan? Dit zal hem helpen zich aan te passen.
De overgang naar een groot bed is voor het ene kind moeilijker dan voor het andere. Zo kan het eerste kind bijvoorbeeld meer aan de wieg gehecht zijn dan volgende kinderen, die vaak graag een oudere broer of zus nadoen.
Wat u zelf kunt doen
Er zijn een aantal dingen die u kunt doen om uw kind te helpen:
- Bereid uw kind voor op de komst van de nieuwe baby.
- Ook al kan de nieuwe baby veeleisend zijn, probeer uw kind net zoveel aandacht te blijven geven.
- Houd de gebruikelijke dagelijkse routine aan.
- Wordt uw kind wakker van de baby, breng hem dan terug naar bed.
Uw kind zich helpen aanpassen
- Ook al gaat u de wieg gebruiken voor de nieuwe baby, haal hem toch enkele weken van tevoren weg en zet op de plaats van de wieg een bed neer. Hierdoor beseft het oudere kind dat het gaat gebeuren en dat het onvermijdelijk is, en heeft hij tijd zich aan te passen en zich bewust te worden van zijn eigen ruimte.
- Help uw kind gevoel te krijgen voor de speciale gebeurtenis door bijvoorbeeld bijzondere afbeeldingen boven zijn bed te hangen of door hem nieuw beddengoed uit te laten kiezen.
- Praat met uw kind over zijn nieuwe bed; vertel over vriendjes of vriendinnetjes die in een groot bed zijn gaan slapen en laat foto's zien van grote kinderen in leuke bedden en van kleine baby’s in wiegjes.
- Houd de gebruikelijke bedtijden van uw kind aan.
Veilig slapen
Wanneer een kind overstapt naar een groot bed, valt hij er nog wel eens uit. Dit voorkomt u als volgt:
- Voorzie het bed over de hele lengte of een gedeelte daarvan van een hekje, waardoor uw kind gemakkelijk in en uit bed stapt.
- Hebt u geen traphekje, leg dan iets als een oud dekbed of een opgevouwen kleedje op de grond, zodat uw kind zachtjes neerkomt.
- Maak de kamer 'kinderveilig' door kasten en ramen te voorzien van veiligheidshaken.
- Bevestig zwaar meubilair aan de muur.
- Laat geen grote objecten en speelgoed over de vloer slingeren.
- Breng een traphakje aan in de deuropening om slaapwandelen een halt toe te roepen.
Vakanties
Op vakantie gaan betekent een verstoring van de dagelijkse gang van zaken, iets waar kinderen moeite mee kunnen hebben. Zo kan het volgende van toepassing zijn:
- Het kind moet misschien een kamer delen met zijn ouders. Ouders hebben de neiging sneller op het huilen van hun kind te reageren omdat ze bang zijn dat ze andere mensen storen.
- De slaaptijden zijn anders.
- Ouders weten dat het voor hun kind moeilij is in ongewone omstandigheden te slapen en zijn daarom soepeler.
- De overgang naar een andere tijdzone verstoort de lichaamsklok van het kind.
- Bij thuiskomst heeft het kind moeite de gewone gang van zaken weer op te pakken.
Wat u zelf kunt doen
Er is een aantal maatregelen die u kunt nemen om uw kind te helpen zich aan te passen.
- Gaat u vliegen, probeer de reis dan overdag te maken, bij voorkeur op een tijdstip dat uw kind normaal zijn slaapje doet.
- Boek aan elkaar grenzende kamers in plaats van één kamer te delen, bij voorkeur met een babymonitor.
- Neem het favoriete dekentje of knuffelbeest van uw kind mee.
- Houd u zoveel mogelijk aan vaste slaap- en bedtijden, waarbij u uw kind een paar nachten gunt om zich aan te passen.
- Neem eenmaal thuis direct weer de dagelijkse routine aan.
Bent u door een tijdzone gereisd, probeer u dan zoveel mogelijk aan de lokale tijd aan te passen. Misschien betekent dit dat u wat moet schuiven met de slaaptijd van uw kind. Houd nadat u bent teruggekeerd weer meteen de vaste routine aan. Tenzij u vele weken bent weg geweest, zou het niet langer dan 2 tot 3 nachten moeten duren - zelfs als dat moeizame zijn - voordat uw kind weer is gewend.
Verhuizen
Voor een verhuizing gaat u grotendeels op dezelfde wijze te werk als voor een vakantie. Dit houdt in dat u de veranderingen probeert te beperken en de vaste routine zoveel mogelijk handhaaft.
Lijkt uw kind van slag door de verhuizing, dan kunt u het best het vertrouwde slaapschema aanhouden, ten minste gedurende een korte periode. Hebt u kinderen die in hun vorige huis een kamer deelden, laat ze dat dan in het nieuwe huis ook nog een tijdje doen, zelfs als ze een eigen kamer zouden krijgen. Als uw peuter verward lijkt en een ledikantje in uw slaapkamer had, dan kunt u het daar laten staan, in elk geval voor korte tijd. Zoals steeds is het sleutelwoord routine: houd u daar zoveel mogelijk aan, ongeacht de slaapomstandigheden.
Zomer- en wintertijd
Het slaappatroon van uw kind kan een paar dagen verstoord zijn. U kunt uw kind het beste direct op de ‘nieuwe’ tijd in bed leggen. Past u de bedtijd liever geleidelijk aan, vervroeg of verlaat die dan met 15 minuten per dag.
Ziekte
Een ziek kind kan ‘s nachts vaak wakker worden. Zelfs kinderen die doorgaans goed slapen, kunnen wakker worden gehouden door koorts, hoesten of een verstopte neus.
Heeft uw zieke kind medicijnen nodig of wilt u bij hem in de buurt zijn, dan kunt u bij hem slapen. U kunt dit echter beter in zijn slaapkamer doen. Legt u hem namelijk in uw bed, dan kunt u verwachtingen opwekken en daaruit voortkomende slaapassociaties die moeilijk te doorbreken kunnen zijn als uw kind weer beter is. U kunt geen slaapprogramma beginnen als uw kind ziek is, maar houd wel zijn bedtijdritueel aan; dit zal zeer waardevol blijken als hij weer is hersteld en zijn ‘normale leven’ weer moet oppakken.
Wordt u ‘s nachts door uw zieke kind geroepen, dan kunt u hem niet zoals anders negeren. Vertel hem nadat u bent nagegaan of hij geen medische verzorging nodig heeft dat u er bent als hij zich weer naar voelt, maar houd het kort. Pak hem niet op, tenzij hij duidelijk van streek is.
Lijkt uw zieke kind een slaapprobleem te hebben dat zich voortzet als hij weer beter is, dan is het belangrijk dat u zo snel mogelijk weer de oude routine aanhoudt. Als u dit een paar nachten volhoudt, moet het allemaal weer in orde komen.
Doorkomende tandjes
Uw baby krijgt zijn eerste tandjes als hij ergens tussen de 5 en 9 maanden oud is. Het kan lastig zijn te achterhalen of het onrustige gedrag het gevolg is van doorkomende tandjes, van het feit dat hij zich niet lekker voelt, of van een nieuw ontwikkelingsstadium. De manier waarop tandjes doorkomen, is voor elke baby of peuter weer anders, maar de meeste kinderen ondervinden er in een bepaalde mate hinder van.
U kunt helpen de pijn te verlichten, bijvoorbeeld met homeopathische druppels of tabletjes, koud voedsel (zoals komkommer) waar hij op kan bijten of met een bijtring. In extreme situaties kunt u pijnstillers voor kinderen gebruiken, maar dit is niet aan te raden omdat het doorkomen van de tandjes nog wel een tijdje doorgaat.
Verder behandelt u uw kind als hij ‘s nachts wakker wordt of onrustig is op dezelfde manier als wanneer hij ziek is (zie hiervoor).
Weten wanneer uw kind ziek is en wat u kunt doen
Duidelijke tekenen van ziekte moeten op deze leeftijd serieus worden genomen want de symptomen kunnen heel snel verergeren. Bel altijd de huisarts als uw kind:
- jonger dan 3 maanden is en zijn temperatuur hoger is dan 38 "C;
- koorts heeft die niet kan worden verlicht;
- moeite heeft met ademhalen;
- jonger is dan 12 maanden en overgeeft en/of diarree heeft;
- lusteloos is en geen eetlust heeft.