Invloed ondergewicht moeder op ongeboren kind
In de hedendaagse westerse wereld waar extremen eerder maat zijn dan uitzondering wordt het belangrijk te bekijken wat hiervan de gevolgen zijn. Steeds meer mensen hebben een ondergewicht. Wat is nu het gevolg van zo'n extreme gewicht voor ons nageslacht? Wat doet het gewicht van de moeder tijdens de zwangerschap met het kind? En heeft dit levenslange gevolgen voor het kind? In dit artikel zal de vraag behandelt worden wat ondergewicht voor invloed heeft op het ongeboren kind.
Wat is de invloed van ondergewicht bij de moeder op het ongeboren kind?
Een van de invloeden van ondergewicht op vrouwen is al dat zij minder snel zwanger zullen worden, maar wanneer een vrouw toch zwanger wordt brengt het lage gewicht veel complicaties met zich mee. Hieronder wordt besproken hoe het komt dat vrouwen met ondergewicht verminderd vruchtbaar worden en wat voor invloed het ondergewicht van de moeder heeft op het ontwikkelen van de foetus tijdens de zwangerschap.
Verminderde vruchtbaarheid
Voor vrouwen met ondergewicht is het vaak erg moeilijk om zwanger te raken. Veel vrouwen met ondergewicht zijn vaak niet of verminderd vruchtbaar omdat bij een laag lichaamsgewicht het de hypothalamus niet lukt om GnRH af te geven in pulserende golven. Dit GnRH is verantwoordelijk voor het afgeven van FSH en LH, FSH stimuleert de groei van de follikels in de eierstokken en LH is verantwoordelijk voor het openbarsten van de grootst gegroeide follikel (Silverthorn, 2013). Wanneer een vrouw dus extreem ondergewicht heeft is er geen eisprong en dus bevruchting mogelijk.
Verhoogde kans op miskramen
Naast dat vrouwen met ondergewicht verminderd vruchtbaar zijn is er ook een veel grotere kans op een miskraam (een geboorte voor 16 weken zwangerschap). Vrouwen met een laag BMI hebben namelijk 1,7 keer zo veel kans op een miskraam in vergelijking met vrouwen met een gezond gewicht (Veleva et al., 2007). De hogere aantallen miskramen bij mensen met een laag BMI kan worden verklaard door de werking van leptine, een hormoon dat overwegend in het vetweefsel wordt geproduceerd (Mitchell et al., 2005). Plasma leptine spiegels correleren met BMI en percentage lichaamsvet (Andrico et al., 2002). Leptine en zijn receptoren worden tot expressie gebracht in het secretory endomentrium (baarmoederslijmvlies), waarin zij de groei van de baarmoederwand (Bouloumie et al., 1998) en het innestelen van de embryo reguleren (Cervero et al., 2004). Lage plasmaspiegels van leptine wordt geassocieerd met vroege en terugkerende miskramen (Lage et al., 1999) en dat kan verklaren waarom vrouwen met ondergewicht een verhoogde kans hebben op miskramen.
Grotere kans op te lichte pasgeborenen
Wanneer er geen miskraam optreedt is het nog steeds niet altijd zeker dat het goed komt met de baby. Ondergewicht voor de zwangerschap is een risicofactor voor afname van foetale groei (Doherty et al. 2006). Bij vrouwen met een laag BMI voor de zwangerschap komt een laag geboortegewicht 2 keer zo vaak voor dan bij vrouwen met een gezond gewicht. (Jeric et al., 2013). We spreken van een laag geboortegewicht wanneer een baby een gewicht heeft dat te laag is voor de duur van de zwangerschap. De term SGA wordt hier voor gebruikt, deze afkorting staat voor Small for Gestational Age.
Gevolgen van het gewicht van de moeder
Vrouwen die voor de zwangerschap ondergewicht hebben, hebben significant vaker incidenten van spontane vroegtijdige geboortes en SGA, dan vrouwen die voor de zwangerschap een normaal gewicht hebben. We spreken van een vroegtijdige geboorte wanneer het kind geboren wordt na een zwangerschap korter dan 37 weken.
Daarnaast is het belangrijk voor de zwangere moeders genoeg gewicht aan te komen tijdens de zwangerschap. Het blijkt dat bij zowel vrouwen met een ondergewicht als vrouwen met een normaal gewicht van voor de zwangerschap, er vaker een spontante vroegtijdige geboorte optreedt wanneer zij minder gewicht aankomen per week dan wordt aanbevolen door de richtlijnen van het IOM (Institute of Medicine). De gevallen van SGA komen alleen significant vaker voor bij vrouwen die voor de zwangerschap te licht zijn en daarbij te weinig per week aankomen (Fujiwara et al., 2014). Het is nog niet geheel duidelijk waardoor de vroegtijdige geboorte ontstaat bij vrouwen met ondergewicht en de vrouwen die te weinig aankomen tijdens de zwangerschap. Het lijkt erop dat het disfunctioneren van de placenta als gevolg van lange voedingstekorten en zwangerschapsbloedarmoede, ervoor zorgen dat er extra stresshormonen worden afgegeven. Deze hormonen, zoals noradrenaline en cortisol, zorgen ervoor dat de concentratie corticotropine-releasing hormoon wordt verhoogd en de productie van prostaglandines promoten, waardoor er weeën worden geïnduceerd (Fujiwara et al., 2014). Ook kan het weinig aanwezig zijn van belangrijke voedingsstoffen voor het immuunsysteem, zoals zink en ijzer, er voor zorgen dat er sneller infecties en ontstekingen optreden, waardoor het risico op vroegtijdige geboorte groter wordt. (Fujiwara et al., 2014)
Vereiste gewichtstoename
Het is belangrijk dat de moeder tijdens de zwangerschap in gewicht aankomt voor de ontwikkeling van de baby. Gewoonlijk is de gewichtstoename van de moeder in het eerste trimester minimaal, pas aan het einde van dit trimester begint het gewicht te accumuleren. In het tweede en derde trimester wordt de gewichtstoename lineair (Pitkin & Spellacy, 1978) Wanneer de moeder 1 kg aankomt in het eerste semester betekent dit een gewichtstoename van 18 gram bij het geboortegewicht, 1 kg aankomen in het tweede semester zorgt voor 32,8 gram extra geboortegewicht en in het derde semester voor 17 gram. Hieraan is te zien dat wanneer een moeder moeite heeft met aankomen in het tweede semester, dit de meeste impact heeft.
Om uit te rekenen wat een zwangere vrouw met ondergewicht per week moet aankomen kan de volgende formule gebruikt worden:
Kg aan te komen per week = kg ondergewicht / weken tot de bevalling
Er zijn verschillende uitkomsten van onderzoeken naar hoeveel kcal er ingenomen moeten worden voor een bepaalde gewichtstoename. Zo beweren onderzoekers dat voor de toename van 0,45 kg per week er 750 kcal tot 800 kcal per dag moeten worden ingenomen (Calloway & Carpenter, 1981), maar een ander onderzoek stelt bij deze zelfde gewichtstoename een inname van 500 kcal en 20 gram eiwitten (Leonard. 1984).
Gevolgen van ontbrekende voedingstoffen
Niet alleen gewicht speelt een belangrijke rol bij de zwangerschap. Ook is het belangrijk voor zwangere vrouwen om op voedingsstoffen te letten. Onder andere ijzer en glucose zijn erg belangrijk voor zwangere vrouwen.
Veel vrouwen met ondergewicht (met name vrouwen met anorexia) hebben een tekort aan ijzer in hun bloed. De grootste veroorzaker van een tekort aan ijzer is lage consumptie van vis, vlees of gevogelte (Black et al,. 2008). Om ijzertekort tijdens de zwangerschap tegen te gaan wordt aanbevolen om de ijzerinname te verhogen van 9 mg naar 21 mg per dag (institute of medicin, 2001). Het ijzertekort kan namelijk leiden tot bloedarmoede. Bloedarmoede tijdens de zwangerschap kan vervolgens weer leiden tot te vroeg geboren kinderen en kinderen met een te laag geboorte gewicht. Het hebben van gematigde bloedarmoede kan al leiden tot een twee keer zo grote kans op maternale sterfte. De mechanismes geassocieerd met hogere sterfte van zwangere vrouwen met bloedarmoede worden niet goed begrepen. Hartfalen, bloedingen en infecties worden geïdentificeerd als mogelijke oorzaken (institute of medicin, 2001)
Gevolgen van vasten tijdens zwangerschap
Wanneer vrouwen vasten tijdens de zwangerschap (door een eetstoornis of door bijvoorbeeld gebrek aan voedsel) treden er aanpassingen in het metabolisme van de vrouw op. De secretie van het steroïde hormoon hPL (human placental lactogen) van de placenta verandert. Dit hormoon mobiliseert maternale vetzuren en spaart zo glucose voor de foetus en placenta. In vastende zwangere vrouwen is de afgifte van hPL verhoogd door o.a. de lage bloedsuikerspiegel (Kitzmiller, 1980). De verhoging van hPL is te zien in het bloed door een snelle verhoging van de vetzuur en keton concentraties (Schreiner et al., 1980). Tijdens de zwangerschap verandert de glucose concentratie in het bloed. Bij vrouwen die normaal eten is dit een kleine verandering, maar hij vindt wel plaats en de concentratie glucose daalt geleidelijk gedurende de zwangerschap. Verschillende metabole reacties die optreden bij een periode vasten treden bij een zwangere vrouwen extra heftig op. De effecten zijn sterker in zowel tijd als in kwantiteit. Deze algemene verschijning wordt accelerated starvation genoemd. Dit zie je ook sterk terug wanneer je naar glucose kijkt. De geleidelijk kleine verandering die optreedt bij gezonde vrouwen, is snel en groot bij vrouwen met ondergewicht. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan bij dieren (Steel & Leng, 1973), die de hypothese ondersteunen dat de toename van de glucose omzetting tijdens de zwangerschap een direct resultaat is van de groeiende massa van de foetus in de buik van de moeder. Dit betekent dat hoe meer glucose de vrouw in haar lichaam heeft, hoe beter de foetus kan groeien. Hieruit blijkt nogmaals hoe belangrijk het is voor een zwangere vrouw om genoeg voedingsstoffen binnen te krijgen voor de ontwikkeling van het kindje.
Conclusie
Vrouwen die met ondergewicht aan een zwangerschap beginnen nemen een behoorlijk risico. Er kunnen een groot aantal zaken fout gaan die leiden tot voortijdige geboorte en ook groeiachterstanden voor de ongeboren kinderen. Daarnaast is het voor alle zwangere vrouwen dus van belang genoeg aan te komen tijdens de zwangerschap.