Problemen bij borstvoeding
Wanneer je besloten hebt om borstvoeding te gaan geven aan je pasgeboren kindje, kun je tegen een aantal problemen oplopen. Voor de meeste problemen is een goede oplossing voorhanden en hoeven het geven van borstvoeding niet te belemmeren.
De eerste dagen
Veel vrouwen die zich voorgenomen hebben om borstvoeding te geven, stoppen al met enkele dagen. Zij hebben het idee dat de melkstroom niet op gang komt, of ze vinden het te pijnlijk of hun kindje lijkt niet aan de borst te willen drinken. Inderdaad heeft het enkele dagen nodig voordat de melkstroom goed op gang komt. Het is dan ook aan te raden de baby in de eerste dagen minimaal 8 tot 12 keer aan te leggen. Hiermee wordt het natuurlijke proces van de melkproductie goed op gang geholpen en leert het je baby hoe hij moet drinken aan de borst. Zeker de eerste week kan het borstvoeden behoorlijk pijn doen. De tepels zijn niet gewend aan het vele zuigen van de baby en moeten hier nog in gehard worden. Tepelkloven ontstaan dan ook snel. Het toepassen van tepelhoedjes kan dan een oplossing zijn, maar is niet aan te raden. Als de baby drinkt via een tepelhoedje, worden er minder prikkels naar de hersenen van de moeder waardoor de aanmaak en het toeschieten van de melk wordt afgeremd. Overleg altijd met de kraamverzorgster of verloskundige voordat je tepelhoedjes gaat gebruiken. Ook het smeren van crèmes op je tepels heeft vaak niet het gewenste effect. Kloven herstellen het beste door ze droog te houden en dit doen de meeste crèmes niet. Na het voeden kun je je tepels het beste even aan de lucht laten drogen.
En dan zijn er nog baby’s die niet aan de borst lijken te willen drinken, ook als doe je als moeder nog zo je best. Als je kindje het niet lijkt te willen, bedenk dan dat het uit de borst drinken voor een baby iets totaal nieuws is wat zowel jij als hij nog helemaal moeten leren.
Sommige baby’s kost het weken voordat ze door hebben hoe ze uit de borst moeten drinken. Ze sabbelen wel wat op de tepels, maar zuigen niet waardoor ze geen toeschietreflex op wekken. Bij deze baby’s loont het de moeite om de eerste tijd de melk af te kolven en te geven via cupfeeding of vingervoeden. Cupfeeding betekent dat de baby de melk drinkt uit een klein kopje, het liefst voorzien van een drinktuitje. Het kopje moet tegen de lippen van de baby aangehouden worden en als de melk tegen de onderlip aankomt, kan hij het naar binnen slikken. Zo train je als het ware de techniek van het aan de borst drinken. Cupfeeding kost echter wel veel tijd. Je kindje kan maar kleine slokjes drinken, dus het vereist ook een grote alertheid van jou als moeder om zulke kleine slokjes te geven dat de baby zich niet verslikt of gaat spugen. Vingervoeden houdt in dat je de baby op je vinger (bij voorkeur je pink) laat zuigen en dan met een klein spuitje steeds wat melk in zijn mondje spuit als hij een slikbeweging maakt. Deze vorm van voeden imiteert nog het meeste de manier van voeden aan de borst.
In de meeste gevallen loont het zich dus om de omslachtige methode van cupfeeding of vingervoeden toe te passen. Het kost je als kersverse moeder veel tijd omdat je eerst moet kolven en dan je baby nog moet voeden. Zeker omdat bij beide voedingsmethodes ook het advies geeft dat je je kindje zelf de melk geeft, in verband met het feit dat je kindje jou op deze manier leert kennen als degene die hem voedt. Maar er zijn altijd baby’s die blijven weigeren uit de borst te drinken of om een andere reden niet uit de borst kunnen drinken. In deze gevallen blijft het afkolven van de melk en geven met een flesje een optie, maar betekent wel een zware belasting voor jou als moeder.
Als je kindje eenmaal drinkt aan de borst, zijn er nog steeds een aantal problemen waar je mee te maken kunt krijgen.
Ingetrokken of vlakke tepels
Sommige vrouwen hebben ingetrokken of vlakke tepels waardoor het lastig is voor je baby om de borst te pakken. Je kunt je baby helpen door zelf je tepel tussen duim en wijsvinger te nemen en deze zo plat te maken dat je baby er makkelijker in kan ‘happen’. Ook wil het wel eens helpen door voor de voeding even te kolven. De kolfmachine zorgt ervoor dat de tepel naar buiten wordt getrokken, zodat je kindje deze beter kan pakken.
Te weinig melk
Vaak kun je zelf zien of je baby tevreden is na een voeding. Zeker als je kindje goed groeit en genoeg plasluiers heeft, hoef je niet te twijfelen of je genoeg melk hebt. Maar soms zijn er tekenen dat je te weinig melk hebt.
Als je baby langer dan drie kwartier drinkt en nog ontevreden lijkt te zijn.
- Je baby valt vaak in slaap tijdens het drinken
- Je baby drinkt minimaal 10 keer per 24 uur en blijft ontevreden
- Je baby huilt veel
- Je baby is de gehele dag erg slaperig en wordt zo goed als nooit uit zichzelf wakker voor een voeding
- Je baby heeft te weinig plas- en/of poepluiers
In al deze gevallen geldt: neem contact op met de verloskundige of het consultatiebureau. Zij kunnen je het beste adviseren wat je moet doen.
Te veel melk
Het lijkt een luxeprobleem om teveel melk te hebben, maar het kan wel degelijk vervelende gevolgen hebben. Als je teveel melk hebt, kan je baby zich verslikken in de te snel toeschietende melk. Als gevolg daarvan raakt je kindje vaak overstuur en wil dan niet meer drinken. Ook kan het door het verslikken en te veel aan lucht inslikken, krampjes krijgen. Om ervoor te zorgen dat je baby rustig kan drinken, kun je voor de voeding eerst twee tot drie minuten kolven. Zo voorkom je dat je baby zich verslikt. Om het teveel aan melk tegen te gaan, is het belangrijk dat je de melkproductie niet teveel stimuleert. Kolf daarom nooit af na een voeding. Geef je kindje een borst per voeding en leg het hoofdje van je baby tijdens het drinken iets hoger zodat het teveel aan melk uit zijn mondje kan lopen. Wanneer je kindje na een uur weer wil drinken, geef hem dan nogmaals dezelfde borst.
Vaak gaat dit probleem enkele weken na de geboorte vanzelf over. Wanneer je weer meer in een ritme komt en actiever wordt, loopt de melkproductie vanzelf iets terug. Wanneer je last hebt van lekkende borsten, probeer dan ’s nachts zoveel mogelijk je borsten ontbloot te houden en draag geen bh met borstkompressen om het tegen te houden. Wanneer je borsten geen druk voelen, gaan namelijk vanzelf de sluitspieren in je borsten werken die er voor zorgen dat er geen melk meer zal lekken.
Spruw
Spruw is een schimmelinfectie, veroorzaakt door de schimmel candida albicans, en wordt door volwassenen op de huid gedragen. Door borstvoeden kan je als moeder deze schimmel overdragen op je kindje. Deze schimmel manifesteert zich als een witte aanslag in en om het mondje van je baby. Het lijkt op achtergebleven moedermelk. Je kunt eenvoudig testen of het spruw is door met een schoon verbandgaasje over de witte aanslag te vegen. Spruw laat zich in tegenstelling tot achtergebleven melkrestjes niet wegvegen. Ook kan je baby luieruitslag hebben op zijn billetjes en dit ziet er rood en vurig uit. Zelf kun je pijn ervaren bij je tepels, maar ook in je borst(en). De pijn zul je voornamelijk voelen tijdens het voeden. Je tepels kunnen ook vurig rood zijn, soms met witte plekjes. Ook je kindje zal pijn voelen bij het drinken. Mocht hij dus plotseling niet meer willen drinken en gaan huilen tijdens het voeden, is het altijd raadzaam te controleren op spruw.
In geval van spruw moet je direct de huisarts bellen. Spruw is erg pijnlijk voor jou en je kindje, dus hoe eerder je medicijnen krijgt, des te beter het is. Je kindje zal een gel voorgeschreven krijgen die je het beste na iedere voeding in zijn mondje kan smeren. Ook moet je jezelf na de voeding met een schimmeldodende crème insmeren. Je moet altijd zowel jezelf als je baby na elke voeding behandelen, anders blijf je elkaar besmetten. Vaak merk je al verbetering binnen 48 uur. Je moet blijven smeren tot tenminste drie dagen na het moment dat je zelf denkt dat de schimmel verdwenen is. Spruw is hardnekkig en als je te kort smeert, is de kans op terugkomen erg groot. Moedermelk kun je in deze fase niet invriezen, omdat de schimmel door het invriezen niet gedood wordt. Bij het ontdooien zul je je baby dus weer met spruw besmette melk laten drinken.
Borstontsteking
Een borstontsteking treedt vaak heel plotseling op. Binnen een paar uur voel je je grieperig en koortsig. De oorzaak van een borstontsteking is een verstopt melkkanaal. Je kunt dit voelen aan een warme, gezwollen rode en pijnlijke plek in je borst en je hebt koorts boven de 38 graden C. Bij een borstontsteking is het heel belangrijk dat je doorgaat met borstvoeding aan je kindje te geven. Je baby zal namelijk met drinken zorgen dat de melk blijft doorstromen om verdere verstopping in je melkkanalen tegen te gaan.
Neem altijd contact op met de huisarts of verloskundige, ook al heb je slechts een vermoeden dat je borstontsteking hebt. Meestal schrijft de huisarts een antibioticakuur voor die samen kan met het geven van borstvoeding.
Onderzoek elke dag een keer je borsten op harde of pijnlijke plekken. Dit geeft namelijk aan of je een verstopt melkkanaal hebt en hiermee onderken je een borstontsteking vaak heel snel. Laat je kindje je borsten goed leeg drinken en pas daarbij zoveel mogelijk verschillende houdingen toe. Zeker als je koorts hebt, moet je extra veel drinken. Draag geen knellende kledingstukken. Massage en warmte kunnen je helpen de pijn in je borst te verlichten en kunnen verstopping van je melkkanalen tegengaan.