Bijna-dood Ervaring en het Leven na de Dood
In vrijwel alle culturen wordt verhaald over wat er op de drempel tussen leven en dood gebeurt. Al meer dan 2000 jaar lang is er sprake van reizen waarbij helden, profeten, koningen en normale stervelingen deze drempel in dubbele zin overschrijden - ze sterven en keren terug naar de wereld der levenden, met een boodschap voor de mensen.
Michelangelo di Lodovico Buonarroti Simoni, beter bekend als Michelangelo (Caprese, 6 maart 1475 – Rome, 18 februari 1564) schilderde het fresco van het Laatste Oordeel waarop de oude veerman Charon de verdoemde zielen naar Dades roeit. Paus Paulus III gaf in 1536 de opdracht voor het werk, dat in 1541 werd voltooid. Het is te zien in de Sixtijnse Kapel in Rome. /
Bron: Michelangelo, Wikimedia Commons (Publiek domein)De tussenwereld verkennen
In alle epische verhalen, mythen en heilige geschriften ter wereld duikt het thema van de doodservaring op, dat in drie verschillende vormen naar voren komt.
Afdaling in de onderwereld
Als eerste is er de afdaling in de onderwereld. Helden zoals Hercules (een belangrijke god ui Griekse mythen) proberen een dode weg te halen uit het dodenrijk of willen in dat duistere oord kennis over de dood en het hiernamaals verkrijgen.
Opstijging naar hogere werelden
Vervolgens leiden extase en wijdingen tot opstijging naar hogere werelden. De profeet Mohammed onderneemt een hemelse reis en keert terug met kennis over de paradijselijke wereld, die tot op heden betekenis heeft voor moslims. De Elysische mysteries in het oude Griekenland fungeerden als cultische rituelen ter instemming met en voorbereiding op de dood. Zarathoestra (priester en profeet), Paulus (apostel), Mani (stichter van het manicheïsme) en Henoch (zevende aartsvader uit Genesis) keren eveneens op aarde terug met beschrijvingen van hemelse pracht. Jezus stierf aan het kruis en keert bij de wederopstanding terug uit het dodenrijk.
Fantastische avonturenreizen
De derde vorm van doodservaring zijn fantastische avonturenreizen, waaronder bijvoorbeeld de zwerftochten van Odysseus vallen; net als Hercules daalde hij af in de Hades. Maar ook de op sprookjes lijkende verhalen van grote zeevaarders, van Marco Polo (circa 1245-1324) tot Juan Ponce de Léon (circa 1460-1521) behoren daartoe. Ze keren allen terug in de bekende wereld nadat ze grenzen hebben doorbroken en ze vertellen over onvoorstelbare schatten, betoverde tuinen, geesten, fabeldieren en monsters.
Ooggetuigen van de tussenwereld
In de huidige tijd zijn er tal van verhalen over reizen naar gene zijde door mensen die weer naar he5t leven konden worden gehaald, nadat ze klinisch dood waren verklaard. Het gaat hier echter niet om bloemrijke schilderingen van exotische reizen, maar meestal om serieus te nemen verhalen. De moderne reiziger naar gene zijde is een soort ooggetuige uit de tussenwereld. Dit soort berichten werd in jaren '70 door het boek
Leven na de dood van Raymond Moody populair en een stroom van boeken en verhalen over het thema beheerst sindsdien de markt en de populaire cultuur.
Veel mensen die een bijna-doodervaring hebben meegemaakt, vertellen dat ze zich in een tunnel bevonden, waarvan aan het einde ene fel licht was te zien. /
Bron: Hieronymus Bosch (circa 1450–1516), Wikimedia Commons (Publiek domein)
De Amerikaanse Tom Sawyer vertelde in een tv-talkshow hoe hij vijftien minuten onder een vrachtwagen bekneld lag:
"Mijn hart hield op met slaan.... Deze leegte nam de vorm aan van een tunnel en toen zag ik een verblindend licht; het is het licht aller lichten, het is - simpel gezegd - de essentie van GOD."
Het volgende verslag uit de 6de eeuw wordt aan de heilige Salvius toegeschreven:
"Toen ik vier jaar geleden stierf, werd ik door twee engelen opgenomen en naar de hoge hemelen gebracht, zodat ik niet alleen deze treurige aarde, maar ook zon en maan, wolken en sterren onder5 mijn voeten meende te hebben. Daarna werd ik door een poort gevoerd die helderder straalde dan dit zonlicht en ik ging een huis binnen waarin de vloer glansde als goud en zilver. Daarin bevond zich een onbeschrijflijk licht, waarvan de omvang zich niet laat beschrijven."
Beide verslagen berusten op dezelfde ervaring, hoewel er meer dan veertien eeuwen tussen liggen. De overeen komsten zijn indrukwekkend. Zoals de voorbeelden laten zien, treffen we het zelfde patroon aan over de hele wereld en in elk tijdperk, onafhankelijk van leeftijd, geslacht, sociale positie of etnische afkomst: uittreden uit het lichaam, tunnel, licht, levensfilm, ontmoetingen met lichtwezens, levensbespiegeling en een onwillige terugkeer naar het sterfelijk lichaam.
Als men ziet wat de geneeskunde tegenwoordig klaarspeelt, vraagt men zich onwillekeurig af: hoeveel verdiepingen heeft de dood?
Jean-Paul Sartre
Geen meetbare hersenactiviteit
In een onderzoek in Engeland naar 63 patiënten die een hartstilstand hadden gehad, berichtten zeven personen uit deze groep over bijna-doodervaringen. De studie leverde tot nu toe de beste aanwijzing op dat er een leven na de dood bestaat, aldus de onderzoeksleider dr. Sam Parnia van de universiteit van Southampton. De klinisch weer tot leven gebrachte personen vertelden over vreugde, hoop, licht, warmte, lichtwezens en gestorven familieleden. Geen van de patiënten vertoonde op dat moment enige hersenactiviteit. Hoe is gewaarwording mogelijk zonder hersenen? Enkele onderzoekers houden zuurstof- en kooldioxideverbindingen in het brein verantwoordelijk voor deze ervaringen. Dr. Parnia verklaard daarentegen dat de zeven personen hoge zuurstofconcentraties hadden, dus gebrek aan zuurstof viel af als oorzaak voor de reis naar gene zijde. Ook kon men volgens hem hallucinaties uitsluiten, want daarvoor zijn de verhalen te echt en te gedetailleerd. Afgaande op hun toestand zouden hun hersenen niet in staat kunnen zijn geweest om dergelijke duidelijke processen te doorlopen of herinneringen op te slaan.
Op het schilderij van Francisco Goya (1747-1828) is te zien hoe Saint Francis Borgia (1510-1572) een exorcisme uitvoert bij een persoon die bezeten is door een incubus, boze geest of duivel. /
Bron: Francisco Goya, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Hoop op leven na de dood
De mens wordt gevormd uit de samensmelting van twee delen, uit een minimum aan genetische erfelijke eigenschappen. Alles wat hij nodig heeft om te leven ontstaat in de daaropvolgende negen maanden tot zijn geboorte in het lichaam van zijn moeder. De vraag waar de energie waaruit elke mens bestaat, naartoe gaat als hij sterft, houdt de mensheid al sinds haar begin bezig. In het lichaam van de moeder bereidt de mens zich voor op het leven op aarde en terwijl hij zijn leven op aarde leeft, bereidt hij zich voor op de komende wereld. Alles wat hij nodig heeft, moet hij tijdens zijn leven hier op aarde verwerven. Dit zijn de gangbare voorstelling van haast alle religies., die ingegeven worden door hoop op een leven na de dood.
Maar niet alle religies, ook het algemene volksgeloof gaat uit van een leven na de dood. In alle culturen zijn er verhalen over zogeheten ondoden en over oorden of omgevingen waar geesten verblijven. Men zegt dat ze om middernacht verschijnen. De Katholieke en de Anglicaanse kerk bestrijden dit verschijnsel met exorcisme, met als doel om 'gekwelde' zielen rust te laten vinden. met dit ritueel erkennen ze het bestaan van ondoden als onderdeel van hun Dogma's (religieuze meningsuitingen).
De voorstellingen van religies
De oosterse religies zijn gebaseerd op de voorstelling dat de wereld eeuwig is en gefungeerd op onveranderlijke wetten van het bestaan. Daarentegen gaan de westerse religies uit van een vergankelijke wereld die door een persoonlijke God wordt geregeerd. Ondanks aanzienlijke verschillen domineert in de westerse religies het geloof dat de ziel eeuwig leeft en berecht zal worden naar haar daden. Dat bepaalt of zij naar het paradijs, het vagevuur der loutering of naar de hel zal gaan.
Hindoeïsme
Het karma is het lot van de mensen, het hangt af van zijn handelen in vroegere incarnaties. Daarmee verbonden is het geloof in zielsverhuizing: doet de mens het goede, dan zal het hem goed gaan in een volgende incarnatie. De zielen zijn eeuwig, de materiële omhulsels zijn telkens tijdelijk, de zielen manifesteren zich dus in verschillende lichamen.
Boeddhisme
Evenals bij het Hindoeïsme gaat ook het boeddhisme uit van wedergeboorte door de wet van het karma, dus door iemands handelen in het huidige leven. Men kan echter de kringloop van de reïncarnatie doorbreken en binnentreden in het nirwana als toestand van volledige zielenrust. De ziel is dan van haar zwerftocht verlost.
Universisme
Het universisme is het stelsel van Chinese religies. Ze hebben alle vooroudercultus gemeen. De gestorven voorouder neemt deel aan het lot van de zijnen en helpt hen als beschermgeest. De dode voorouders worden door offers verblijd en ontvangen geld, eten en soms zelfs auto's. Dat wijst erop dat ze volgens het universisme voorleven in een vorm die lijk op die van ons mensen.
Jodendom
Het jodendom baseert op het Oude Testament. Noch geloofsprincipes noch het bestaan van God zijn in het joodse geloof dogmatisch vastgelegd. Ook gelovigen van andere religies hebben volgens het jodendom (in tegenstelling tot het christendom of de islam) deel aan het leven na de dood, als ze een ethisch leven hebben gehad.
Christendom
Het christendom baseert zich behalve op het Oude ook op het Nieuwe Testament, dat berust op de leer van Jezus Christus. Het leven na de dood in de hemel dan wel de hel is een vast bestanddeel van het geloof en geldt als dogma.
Islam
De islam heeft in principe betrekking op dezelfde God als in het jodendom en het christendom en bouwt ook voort op het Oude Testament. Het paradijs als oord van het eeuwige leven stoelt voor een groot deel op het verslag van de reis van de profeet Mohammed.