Het boeddhisme en de wetenschap
Uit veelvuldig onderzoek naar mindfulness blijkt dat het niet zomaar een vorm van meditatie is. Maar dat er tal van voordelen aan vast kleven zoals verminderen van depressies, betere kwaliteit van leven, en een beter concentratie vermogen om er enkele te noemen. Wij blijken een 'rustbrein' te hebben dat door mindfulness pas echt tot 'rust' kan komen. Door middel van mindfulness, aandachtstraining wordt de kans op depressies met 50% verminderd.
Mindfulness
Mindfulness, aandachtstraining of ook wel Vispassana (Sanskriet voor, "de dingen zien zoals ze werkelijk zijn") genoemd, is een vorm van meditatie die al meer dan 2.500 jaar oud is. Het doel van deze training is, het zich bewust worden van het hier en nu, er in leven en er aandacht aan geven. Opmerkzaam zijn van wat er met jou en om je heen gebeurt, zonder te oordelen. En het accepteren van wat er nu is.
Mindfulness kan leiden tot meer plezier, creativiteit, concentratie en innerlijke rust, tot minder stress en vermoeidheid en een betere harmonie in het leven.
De oorsprong van mindfulness
De oorsprong van mindfulness ligt in het oosten. Vijfhonderd jaar voor Christus begon daar het boeddhisme en vandaag de dag is het boeddhisme ook uit de westerse wereld niet meer weg te denken. In het jaar 1904 was er een eerste ontmoeting aan de Harvard University, tussen het boeddhisme, in de persoon van een Sri Lankaanse monnik Dharmapala en de wetenschappelijke psychologie, in de persoon van William James.
Toch duurde het nog zo'n zestig jaar voordat het boeddhisme werkelijk iets ging betekenen in de westerse wereld. In het jaar 1954 schreef een andere Sri Lankaanse monnik Nyanaponika het boek, "The Heart of Buddhist meditation". Hij schreef: "De weg van achtzaamheid (mindfulness) mag met recht 'het hart van de boeddhistische meditatie' genoemd worden, of zelfs 'het hart van de hele leer' ".
Onderzoek naar het effect van mindfulness
Vanaf de zestiger jaren begonnen mensen het boeddhisme, in de vorm van meditatie en yoga, ook zelf toe te passen. Er zijn tal van onderzoeken gedaan naar het effect van mindfulness, ook anno 2011 wordt er nog steeds onderzoek verricht. In Nederland is de Radboud Universiteit in Nijmegen een vooraanstaand onderzoekscentrum, waar mindfulness en de effecten ervan onderzocht worden. Een aantal resultaten zijn:
- Er is een afname van lichamelijke en psychische klachten
- Er is een positieve verandering in leefstijl
- Zich beter kunnen ontspannen
- Een positiever zelfbeeld en beeld van de omgeving
- Een verbetering van kwaliteit van leven
Ook in Amerika wordt nog steeds onderzoek gedaan. Uit deze onderzoeken blijkt dat mensen de hersenen nooit rust geven. Zelfs het 'rustbrein', een gedeelte van de hersenen dat actief wordt wanneer je niets doet, rust nooit. Het blijkt dat dit 'rustbrein' zelfs de meeste energie verbruikt. Dit gedeelte van de hersenen wordt in verband gebracht met ziektes zoals altzheimer, dementie en schizofrenie. Maar ook met depressies en bipolaire aandoeningen.
Uit onderzoek blijkt dat mensen met een depressie hun 'rustbrein' zelfs niet uitschakelen wanneer ze met taken bezig zijn die concentratie verreist. Terwijl mensen zonder depressie dat wel doen. Mensen die drie keer zijn teruggevallen in een depressie hebben een kans van 90% om weer depressief te worden.
Het goede nieuws
Het is nodig je hersenen af en toe rust te geven, mindfulness helpt je daarbij. De kans dat een depressie terugkomt verminderd tot wel 50%. Ook mensen die depressief zijn op het moment van de mindfulness training, hebben daar veel baat bij. Het is zelfs zo dat mindfulness dezelfde werking heeft als antidepressiva. Dus medicijnen nemen hoeft niet meer. Mindfulness zorgt ervoor dat je uit negatieve gedachten blijft en dat je flexibeler bent in het richten van je aandacht. De hersenschors is na acht weken trainen dikker geworden en blijkt meer verbindingen te hebben.
Tot slot
Na alle onderzoeken die zijn gedaan is er geen enkel negatief effect gevonden.
Lees verder