De schadelijke effecten van roken
Jaarlijks overlijden er ongeveer 2.2 miljoen mensen over de hele wereld aan de gevolgen van roken. In Nederland sterven ongeveer 22.000 mensen tengevolge van roken. Mensen die roken hebben 10 tot 100 keer meer kans op het krijgen van longkanker dan niet-rokers. Uit onderzoek is gebleken dat rokers 50 tot 100% meer kans hebben op het krijgen van hartproblemen door vernauwing van de bloedvaten. Daarbij neemt de levensverwachting aanzienlijk af.
Wat gebeurt er bij roken?
Als je een sigaret aansteekt en inhaleert, gaat de rook via de mond de longen in. De hete rook brandt in de keel en beschadigt de binnenzijde van de longen. De bronchiën en luchtpijpen die de lucht naar de longen voeren raken geïrriteerd. Door te hoesten probeert het lichaam de rook weer naar buiten te krijgen. Zelfs mensen die al heel lang roken moeten vaak hoesten als zij de eerste sigaret van die dag op steken. De teer in de sigaret is zwart en kleverig, net als de teer op die op de wegen wordt aangebracht. Het wordt verzameld en de giftige chemicaliën worden opgenomen in het bloed. Chemicaliën uit de rook passeren het longweefsel en komen in het bloed terecht. Het bloed vervoert gewoonlijk een behoorlijke hoeveelheid zuurstof naar de hersenen, het hart en elke andere cel in het lichaam. Maar de koolmonoxide in de rook berooft het lichaam van een bepaalde hoeveelheid benodigde zuurstof. Als iemand langere tijd rookt kan de voortdurende aanwezigheid van koolmonoxide in het bloed, hart- en vaatziekten veroorzaken. Ook nicotine komt in het bloed terecht. Hierdoor gaat het hart sneller slaan en worden de zenuwen in de hersenen aangetast.
Normaal groeien de longen tot het vijfentwintigste levensjaar. Daarna neemt de longfunctie zeer geleidelijk af. Dit komt bij iedereen voor. Bij mensen die roken kan de longfunctie echter veel sneller afnemen, en het “verouderingsproces” van de longen versnellen.
Tabak veroorzaakt:
- 80-90% van alle sterfgevallen door longkanker
- 80% van alle sterfgevallen door chronische bronchitis
- 30% van alle sterfgevallen door kanker
- 20-25% van alle sterfgevallen door hartinfarct
- 20% van alle sterfgevallen door cardiovasculaire aandoeningen
Bestanddelen sigarettenrook
Er zitten ongeveer 4.000 chemische stoffen in sigaretten. Van 400 van deze stoffen is bekend dat ze kankerverwekkend zijn. Onder de 4000 chemische stoffen vallen onder andere: teer, nicotine, koolmonoxide, ammoniak en formaldehyde.
Nicotine
De nicotine in sigaretten heeft een effect op de hersenen, het neuro-syteem, cardiovasculaire systeem, het gastro-intestinale systeem en op de skeletspieren. Bij een lage doses werkt nicotine stimulerend maar in hoge doses werkt het remmend. Nicotine stimuleert de dopamine-productie. De bloeddruk stijgt doordat de vaten vernauwen en de eetlust neemt af. Nicotine veroorzaakt verder ook de bruine verkleuring van de vingertoppen en verlamt ook de werking van de trilharen die in de luchtwegen een filtrerende vervullen. Afhankelijk van de mate van roken veroorzaken nicotine en andere stoffen die in tabak zitten een verandering in de biologische beschikbaarheid, verdeling of eliminatie van sommige geneesmiddelen. Roken verhoogd de metabolische activiteit van CYP1A2.
Teer
Teer kan het slijmvlies van de luchtwegen op een zodanige manier prikkelen dat hierdoor chronische bronchitis of longemfyseem ontstaat. Daarnaast is teer de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van longkanker en kwaadaardige gezwellen van het strottenhoofd.
Koolmonoxide
Koolmonoxide vermindert het zuurstoftransport in de bloedbaan. Het hecht zich namelijk 200 keer sneller aan rode bloedcellen dan zuurstof. De rode bloedcellen vervoeren normaal gesproken de zuurstof vanuit de longen naar andere delen in het lichaam. Koolmonoxide neemt tijdens het roken de plaats van zuurstof in. Koolmonoxide vormt een stabielere verbinding met de bloedkleurstof (hemoglobine) dan zuurstof en koolzuur. Het verdringt zuurstof van de bindingsplaats. De transportmogelijkheden van hemoglobine voor zuurstof en kooldioxide worden door koolmonoxide geblokkeerd en de weefsels krijgen te minder/te weinig zuurstof.
Ammoniak en formaldehyde
Ammoniak en formaldehyde verminderen de werking van het trilhaarsysteem in de luchtwegen en kunnen het slijmvlies van de luchtwegen zodanig irriteren dat er een chronische ontsteking ontstaat. Stoffen als ammoniak worden door tabak gemengd om de werking van nicotine te versterken. Ze versterken het verslavende effect van nicotine.