Waarom gaan jongeren roken: factoren en oorzaken rookgedrag
Roken is een hardnekkige gewoonte die snel kan leiden tot verslaving, vooral door de zeer verslavende stof nicotine. Uit onderzoek blijkt dat een aanzienlijk percentage van de volwassen (ex-)rokers vóór hun achttiende levensjaar hun eerste sigaret opstak, en velen rookten al dagelijks voordat ze volwassen waren. In 2023 rookte 5,5% van de 12- tot 14-jarigen maandelijks en 2% dagelijks; onder 15- tot 17-jarigen rookte 17,3% maandelijks en 6,6% dagelijks. Bij de 22- tot 25-jarigen rookte 25,1% maandelijks en 12,4% dagelijks. Het is belangrijk te begrijpen hoe rookgedrag ontstaat en welke factoren bijdragen aan het beginnen met roken op jonge leeftijd. Sociale invloeden, zoals vrienden en familie die roken, kunnen een rol spelen, evenals de perceptie van roken als 'normaal' of 'stoer'. Daarnaast kunnen stress, nieuwsgierigheid en de beschikbaarheid van tabaksproducten jongeren aanzetten tot roken.
Redenen waarom jongeren niét roken
Het begint bij bewustzijn
Voor de meeste jongeren is de belangrijkste reden om niet te roken simpel: ze weten hoe slecht het voor hun gezondheid is. Maar liefst 95% geeft aan dat dit hun grootste motivatie is. Ook de verslavende werking (89%) en de hoge kosten (80%) spelen een grote rol. Let’s be real: wie heeft er nou zin om zijn zakgeld of salaris letterlijk in rook op te laten gaan? Daarnaast zijn uiterlijke gevolgen, zoals gele vingers, vieze tanden of een slechte huid, behoorlijk afschrikwekkend. Niemand zit te wachten op een glimlach die eruitziet alsof je een half pakje per dag eet in plaats van rookt.
Regels alleen zijn niet genoeg
Hoewel een rookverbod in steeds meer openbare ruimtes geldt, geven jongeren aan dat het zelden de doorslag geeft om níét te gaan roken. En zeg nou zelf, zelfs in 2025 kan een 16-jarige nog steeds relatief makkelijk aan sigaretten komen, via supermarkten, tankstations of oudere vrienden die “toevallig” inkopen doen. Het blijft een uitdaging om die toegankelijkheid echt te beperken.
Het draait om meer dan individuele keuzes
Roken of niet roken is niet alleen een kwestie van persoonlijke motivatie. De omgeving speelt een sleutelrol. Hebben je vrienden een sigaret in de hand? Dan is de kans groter dat je zelf ook nieuwsgierig wordt. Zie je ouders of familie roken? Dan lijkt het ineens minder schadelijk. Tabaksproducten worden bovendien zo ontworpen dat ze aantrekkelijk blijven: met smaakjes, strakke verpakkingen en een imago van “cool zijn”. Dat maakt het voor jongeren lastig om weerstand te bieden, hoe bewust ze ook zijn van de risico’s.
Minder roken, minder lijden: de impact van beleid
De afgelopen decennia hebben strenge wetgeving en bewustmakingscampagnes hun vruchten afgeworpen. Minder jongeren beginnen met roken, simpelweg omdat het minder normaal is geworden in hun omgeving. Denk aan scholen die volledig rookvrij zijn, reclames die verdwenen zijn en de prijs van een pakje die inmiddels door het dak gaat. Hierdoor wordt niet alleen het roken ontmoedigd, maar wordt ook een cultuur gecreëerd waarin stoppen vanzelfsprekender wordt.
Een rookvrije generatie is geen utopie
Door vol in te zetten op voorlichting, ondersteuning bij stoppen en het ontmoedigen van de eerste sigaret, wordt de gezondheid van toekomstige generaties beschermd. Het resultaat? Honderden, misschien wel duizenden vroegtijdige sterfgevallen minder. Een 16-jarige die vandaag rookvrij blijft, is een volwassene die later gezonder leeft. Het is een domino-effect waarvan we nu al de eerste positieve resultaten zien.
Percentage dagelijks rokende jongeren
In 2023 rookte 2% van de 12- tot 14-jarigen dagelijks, terwijl dit percentage bij 15- tot 17-jarigen op 6,6% lag. Bij jongvolwassenen van 22 tot 25 jaar rookte 12,4% dagelijks. Het is zorgwekkend dat, ondanks strengere regelgeving en bewustwordingscampagnes, een aanzienlijk aantal jongeren nog steeds dagelijks naar de sigaret grijpt. Dit benadrukt de noodzaak voor voortdurende preventie en educatie om deze trend te keren en de gezondheid van toekomstige generaties te beschermen.
Fasen in het ontstaan van rookgedrag
Er wordt in de literatuur vier fasen onderscheiden in het ontstaan van rookgedrag.
Voorbereidend
De jongere vormt zich een beeld van het roken en een daarbij behoren attitude. De jongere heeft nog nooit gerookt.
Initieel: de jongeren probeert zijn eerste sigaret of sigaretten. Rookgedrag: hij heeft wel eens gerookt, maar niet in de laatste drie maanden.
Experimenteel
De jongeren experimenteert wat vaker met sigaretten. Hij ervaart geen vervelende fysiologische effecten meer van het roken; zijn lichaam is eraan gewend geraakt. Hij ervaart positieve lichamelijk en sociale effecten van het roken. Het roken wordt positief gewaardeerd in zijn omgeving, althans in de groep leeftijdsgenoten waar hij mee optrekt. Rookgedrag: gerookt, maar niet in de laatste vier weken.
Regulier
Het roken wordt allengs een vast patroon. De jongere rookt incidenteel, nog niet structureel. Zo heeft hij in de laatste vier weken gerookt, maar hij rookt nog niet dagelijks.
Afhankelijkheid
De jongere is zowel psychisch als lichamelijk afhankelijk geraakt aan de nicotine. Hij heeft onthoudingsverschijnselen en er is sprake van terugval bij stoppen. De jongere rookt in deze fase dagelijks.
Waarom gaan jongeren roken?
Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen die kunnen verklaren waarom jongeren beginnen met roken. Houd hierbij rekening met het feit dat jongeren niet om één enkele reden beginnen met roken, maar dat het dikwijls een kluwen is van redenen. Hiermee wordt bedoeld een combinatie van elkaar onderling beïnvloedende en elkaar soms versterkende factoren die in meer of mindere mate van invloed zijn op het ontstaan van rookgedrag. Er is sprake van multicausaliteit. Er zijn vooralsnog geen fase-specifieke factoren vast te stelen. Hieronder worden de verschillende afzonderlijke oorzaken besproken die volgens onderzoek van invloed is op het beginnen met roken.
Socio-demografische factoren
In vogelvlucht
Socio-demografische factoren in relatie tot roken zijn:
- leeftijd: tot 20 jaar stijgt het aantal rokers.
- Geslacht: er zijn meer mannen die roken.
- etniciteit: het aantal rokers onder allochtonen is hoger dan bij de autochtone bevolking. Vooral bij mannen van Turkse afkomst is het percentage rokers beduidend hoger (tussen 49 en 69%) dan bij autochtone mannen. Dit geldt vooral voor mannen van Turkse afkomst in de leeftijdscategorie 25-45 jaar.
- Gezinssamenstelling: er is een grotere kans dat jongeren met gescheiden ouders gaan roken.
- Sociaal-economische status van ouders (SES): hoe hoger de SES van de ouders des te minder kans dat de jongere gaat roken.
- Persoonlijk inkomen: jongeren die eigen geld hebben roker vaker.
- Opleidingsniveau: hoe hoger de opleiding, hoe kleiner de kans dat de jongere begint met roken.
Leeftijd: de piek ligt onder de 20 jaar
Roken begint vaak vroeg. Tot hun twintigste grijpen steeds meer jongeren naar de sigaret, vooral in de overgang naar de jongvolwassenheid. Dit is een periode waarin groepsdruk en sociale normen een grote rol spelen. Vooral jongeren in de leeftijd van 16 tot 19 jaar worden vaak verleid door het beeld van roken als iets “volwassens” of “stoers”. Dat het percentage daarna stagneert, is deels te danken aan bewustwordingscampagnes en wetgeving, maar laat je niet misleiden: wie begint, heeft vaak moeite om te stoppen.
Geslacht: mannen domineren
Mannen roken nog steeds vaker dan vrouwen. Dit is een trend die al jaren zichtbaar is en wereldwijd wordt waargenomen. Bij jonge mannen lijkt roken vaak verbonden te zijn met status en machogedrag, terwijl vrouwen meer aangetrokken worden door sociale roken – bijvoorbeeld tijdens feestjes of uitgaan. Het verschil in rookgedrag tussen de seksen is echter kleiner geworden, vooral doordat er meer vrouwen stoppen of überhaupt niet beginnen. Toch blijft het beeld: mannen steken vaker een sigaret op.
Etniciteit: culturele verschillen spelen mee
Bij mannen van Turkse afkomst is het percentage rokers opvallend hoog: tussen de 49% en 69% van de mannen tussen de 25 en 45 jaar rookt. Dit ligt fors hoger dan bij autochtone mannen in dezelfde leeftijdsgroep. Cultuur, sociale normen en toegankelijkheid spelen hier een grote rol. In veel gemeenschappen is roken nog steeds ingebed in het dagelijks leven, als onderdeel van sociale interactie of ontspanning. Voor jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond kan roken bovendien als ‘normaal’ worden gezien in de omgeving waarin ze opgroeien.
Gezinssamenstelling: impact van gescheiden ouders
Jongeren met gescheiden ouders lopen een groter risico om te gaan roken. De reden? Stress, minder toezicht en misschien een grotere behoefte aan onafhankelijkheid of ‘ontsnapping’. Een instabiele thuissituatie kan de drempel verlagen om risicogedrag, zoals roken, te vertonen. Dit benadrukt hoe belangrijk een veilige en ondersteunende omgeving is tijdens de puberteit.
Sociaal-economische status (SES): een kwestie van kansen
Hoe hoger de sociaal-economische status van ouders, hoe kleiner de kans dat hun kinderen beginnen met roken. Ouders met een hogere SES hebben vaak meer kennis over de gezondheidsrisico’s van roken en geven dit bewust door aan hun kinderen. Daarnaast is in hogere sociale kringen roken steeds minder geaccepteerd. Het is een duidelijk voorbeeld van hoe ongelijkheid zich vertaalt naar gezondheidsverschillen.
Persoonlijk inkomen: rookgeld
Jongeren die hun eigen inkomen hebben, roken vaker. Dat klinkt misschien logisch – sigaretten kosten nu eenmaal geld – maar het laat ook zien dat financiële onafhankelijkheid soms leidt tot het experimenteren met tabak. Het lijkt alsof jongeren met een bijbaantje of studiefinanciering zichzelf die “luxe” gunnen, al is het er eentje met een hoge prijs voor hun gezondheid.
Opleidingsniveau: hoe hoger, hoe beter
Het opleidingsniveau speelt ook een grote rol. Jongeren op een lager opleidingsniveau hebben een grotere kans om te beginnen met roken dan hun leeftijdsgenoten die hoger onderwijs volgen. Dit heeft deels te maken met groepsdynamiek en de omgeving, maar ook met de beschikbaarheid van informatie over de gevolgen van roken. Hogere opleidingsniveaus brengen vaak meer gezondheidsbewustzijn met zich mee, wat de drempel verhoogt om te starten.
Omgevingsfactoren
Ouders en peers
De rol van de ouders is van grote invloed of de jongeren zal beginnen met roken. Roken de ouders zelf en wat is de houding van de ouders ten opzichte van roken? Het gaat om de mate waarin roken sociaal geaccepteerd gedrag is in de omgeving waar de jongeren zich in begeeft. Naast de ouders zijn ook de vriendengroep van belang, maar moet niet overschat worden. Ook is de kans groter dat een jongere gaat roken als hij een rokende broer of zus heeft. Goede schoolprestaties en betrokkenheid bij school zijn protectieve factoren.
Beschikbaarheid en verkrijgbaarheid
De beschikbaarheid en verkrijgbaarheid van tabaksproducten spelen ook een rol. De prijselasticiteit is bij jeugdigen hoog. Prijselasticiteit wil zeggen dat hoe hoger de prijs van tabak is, hoe meer de consumptie ervan afneemt. De verkoop van losse sigaretten of
kiddie packs (kleine pakjes met 10 sigaretten of minder - verboden in Nederland) verlagen de drempel om te beginnen met roken. In een programma van de BBC in 2008 blijkt dat de Britse tabaksfabrikant British American Tobacco (BAT) zijn marketing in Nigeria, Malawi en Mauritius richt op jongeren. Zo wordt de verkoop van losse sigaretten aangemoedigd, aangezien de verkoop van losse sigaretten vooral jongeren aanzet tot roken; zij kunnen immers dikwijls geen heel pakje sigaretten betalen. In het programma laat de BBC kinderen van elf jaar oud zien die losse sigaretten kopen.
Gedragsmatige factoren
Roken is meer dan een losstaand gedrag. Het maakt vaak deel uit van een groter patroon van risicovol of afwijkend gedrag. Uit onderzoek blijkt dat jongeren en jongvolwassenen die roken vaker andere gedragingen vertonen die in dezelfde risicosfeer liggen. Het gaat hierbij om genotmiddelengebruik, rijden onder invloed van alcohol, antisociaal gedrag zoals vandalisme of diefstal, onveilig seksueel gedrag en matige schoolprestaties. Deze gedragsmatige factoren hangen onderling samen en versterken elkaar, alsof ze deel uitmaken van een vicieuze cirkel.
Genotmiddelen en roken: partners in crime
Hoe vaak zie je iemand met een biertje in de hand en een sigaret tussen de vingers? Juist. Jongeren die drinken of experimenteren met drugs, zijn veel vaker rokers. Alcohol en roken lijken samen te gaan als Bonnie en Clyde – fun op het eerste gezicht, maar levensgevaarlijk op de lange termijn. Vooral op feestjes of festivals ontstaat dat “ach, eentje kan geen kwaad”-gevoel. En voordat je het weet, ben je weer bezig. Het is een vicieuze cirkel die zichzelf blijft voeden.
Antisociaal gedrag: een sigaret als rebelliesymbool
Voor sommige jongeren voelt een sigaret als meer dan alleen een gewoonte. Het is een statement, een subtiele middelvinger naar regels en autoriteit. Jongeren die vaker betrokken zijn bij agressie, vandalisme of andere antisociale acties, hebben opvallend vaak een sigaret in de hand. Roken hoort voor hen bij een houding van “niemand vertelt mij wat ik moet doen.” En eerlijk is eerlijk, dat rebelse randje maakt het voor sommigen ook verleidelijk.
Onveilig seksueel gedrag: grenzen opzoeken
Jongeren die roken, hebben vaker een risicovolle houding op meerdere gebieden – ook in hun seksleven. Onbeschermde seks of wisselende partners komen meer voor bij deze groep. Het gaat niet per se om onwetendheid, maar eerder om het negeren van de gevolgen. Net zoals bij roken wordt er vaak gedacht: “Ik leef nu, de rest zie ik later wel.” Impulsiviteit speelt hier een grote rol, en roken is daar een duidelijke uiting van.
Slechte schoolprestaties: een vicieuze cirkel
Het is geen geheim dat roken vaker voorkomt bij jongeren die minder goed presteren op school. Spijbelen, slechte cijfers, een gebrek aan motivatie – het zijn allemaal factoren die bijdragen aan een grotere kans op roken. En andersom maakt roken het moeilijker om te focussen of om fit te blijven, waardoor die schoolprestaties nog verder achteruitgaan. Het is alsof je jezelf in de vingers snijdt, maar dan met een sigaret in plaats van een mes.
Een patroon van risico’s
Het gaat dus niet alleen om die ene sigaret. Jongeren die roken, vertonen vaak een patroon van gedrag waarin regels flexibel zijn en risico’s worden genomen. Of het nu gaat om een shotje te veel, een nachtelijk avontuur of een keer iets “spannends” doen, roken is vaak onderdeel van een grotere levensstijl.
Persoonlijke factoren
In vogelvlucht
Waarom begint de ene jongere met roken en haalt de ander er zijn neus voor op? Het antwoord ligt vaak in persoonlijke factoren. Wie je bent, hoe je denkt, en hoe je omgaat met het leven heeft grote invloed op de vraag of je ooit een sigaret opsteekt – en of je daarna blijft roken. Laten we die factoren eens van dichterbij bekijken.
Bij persoonlijke factoren kunnen we onder andere denken aan de volgende factoren:
- De houding ten aanzien van roken en het vermogen om sociale druk tot roken te weerstaan.
- Persoonlijkheidskenmerken: thrill- en sensation seeking en extrovertie spelen een rol bij het beginnen met roken en depressieve stemming speelt een rol bij blijvend rookgedrag of het bestendigen van rookgedrag.
- Copingvaardigheden: kan de jongere omgaan met problemen waar hij zich voor gesteld ziet? Probleemoplossende vaardigheden zijn een beschermende factor.
- Biologische factoren: er bestaat een genetische aanleg of gevoeligheid voor de verslavende werking van nicotine. Dit lijkt erfelijk overdraagbaar te zijn.
Hoe denk jij over roken?
Je houding tegenover roken speelt een gigantische rol. Zie je het als iets stoers, volwassen of sociaal? Dan is de kans groter dat je nieuwsgierig bent naar die eerste trek. Maar als je roken associeert met slechte adem, gele tanden en gezondheidsproblemen, ben je eerder geneigd die sigaret te laten liggen. En dan is er nog die eeuwige groepsdruk. Je kunt nog zo zeker van jezelf zijn, maar als je vrienden roken en je niet wil achterblijven, wordt het een stuk moeilijker om nee te zeggen. Hier geldt: je overtuigingen én je sociale vaardigheden maken het verschil.
Persoonlijkheidskenmerken: thrillseeker of gevoelsmens?
Laten we eerlijk zijn: niet iedereen is hetzelfde. Sommige mensen zoeken spanning en sensatie – thrill- en sensation seeking, zoals dat mooi heet. Die mensen hebben vaker de neiging om risico’s te nemen, en roken hoort daar vaak bij. Het geeft een kick of voelt als iets nieuws en spannends.
Aan de andere kant heb je mensen die kampen met sombere of depressieve gevoelens. Voor hen kan roken een soort zelfmedicatie zijn, een manier om tijdelijk aan die negatieve stemming te ontsnappen. Het probleem is natuurlijk dat het probleem daarmee niet verdwijnt, maar juist versterkt wordt. En dan is er nog extrovertie: mensen die sociaal en outgoing zijn, raken eerder in situaties waar roken normaal of sociaal gewenst is.
Kun je omgaan met wat het leven naar je gooit?
Je copingvaardigheden – hoe je met problemen omgaat – zijn een enorme beschermende factor. Jongeren die sterk zijn in het oplossen van problemen en stressvolle situaties kunnen relativeren, hebben minder vaak de behoefte om hun toevlucht te zoeken in een sigaret. Maar als die vaardigheden ontbreken, wordt roken al snel een manier om stress of emoties te "beheersen." Het ironische is dat nicotine je vaak juist onrustiger maakt, maar dat voelen veel mensen niet meteen. Leren omgaan met uitdagingen op een gezonde manier kan daarom echt het verschil maken.
Het zit in je genen: biologische aanleg
En dan zijn er nog de dingen waar je geen controle over hebt. Sommige mensen hebben simpelweg een genetische aanleg die hen gevoeliger maakt voor de verslavende werking van nicotine. Het klinkt een beetje oneerlijk, maar het blijkt dat genen deels bepalen hoe je lichaam reageert op nicotine en hoe snel je verslaafd raakt. Als roken in je familie voorkomt, is de kans groter dat je zelf ook gevoelig bent. Dit betekent niet dat je automatisch verslaafd raakt, maar het maakt het wel belangrijker om bewust met roken om te gaan – of beter nog, er helemaal niet aan te beginnen.
Waarom gaan jongeren roken in vogelvlucht
Jongeren kunnen om verschillende redenen beginnen met roken. Hier zijn enkele veelvoorkomende factoren en oorzaken die kunnen bijdragen aan rookgedrag bij jongeren:
- FOMO (Fear of Missing Out): Omdat vrienden het doen en niemand wil buitengesloten worden.
- Netflix en Chill-cultuur: Roken wordt soms als cool of ontspannend gezien, zoals het vaak in populaire media wordt getoond.
- Rebelleren tegen ouders: Als een soort 'verboden vrucht' of manier om zich tegen ouders af te zetten.
- "Het is gewoon een sigaret" mindset: Gebrek aan begrip van de ernstige gevolgen van roken.
- Stress en burn-out: Roken wordt gezien als een manier om met stress om te gaan.
- Insta-worthy foto's: Roken kan soms worden geassocieerd met een bepaalde esthetiek of imago op sociale media.
- Vrije tijd en verveling: Roken kan worden gezien als een manier om de tijd te doden of als iets te doen als je je verveelt.
- Slick marketing: Aantrekkelijke reclame en promoties van tabaksbedrijven.
- Gewoon om cool te zijn: Het idee dat roken je een soort 'rebelse' uitstraling geeft.
- Het is overal: Gemakkelijke toegang tot tabaksproducten maakt het verleidelijk voor jongeren om het eens te proberen.
Lees verder