Het verhaal van nicotine
Eigenlijk is nicotine een afweerstof van tabakplanten tegen ongedierte. Als een insect van een tabakblad eet, reageert de plant daarop door het uitstoten van een bodemstof. Dit zorgt er voor dat de nicotineproductie omhoog gaat. Rupsen hebben dan geen zin meer om dit te eten, maar mensen laten zich door nicotine niet afschrikken.Wat doet nicotine?
Bij het roken komt de nicotine over de longen of door de slijmvliezen in de menselijke bloedbaan. Doorhet bloed wordt het naar de hersenen getransporteerd, waar het aan de zogenaamde receptoren vast gaat zitten. Dat zijn prikkelende stoffen, die, wanneer het nodig is, heel belangrijke hormonen uitstoten. In het geval van nicotine is dit dopamine en noradrenaline. Ze zorgen voor een aangenaam geluksgevoel. De roker voelt zich daardoor beloond en probeert dit steeds weer te bereiken, het gevaar van afhankelijkheid is dus zeer groot.Geschiedenis van tabak
We hebben het roken te danken aan het ontdekken van Amerika. Daar waren de inwoners al bekend met de bedwelmende werking van tabak. Het werd gesnoven, gekauwd, als geneesmiddel op wonden gelegd en natuurlijk werd het ook gerookt. Weliswaar niet bedoeld voor de consument voor dagelijks gebruik, maar vooral als geneesmiddel of voor religieuze doelen.Via de Spaanse en Engelse veroveraars kwam de tabak toen naar Europa. De eerste tabakplanten, die overigens zeer goed gedijen in Europa, werden door de Franse diplomaat Jean Nicot in de zestiende eeuw naar het Franse hof gebracht. Het was bedoeld als geneeskundige plant. Men hoopte dat de nicotine het wonderkruid ter als verlichting voor ziektes en zweren. Zijn naam werd later gebruikt als de officiële botanische benaming van tabak, Nicotiana tabacum, maar ook voor de stof nicotine.
Van snuiven tot sigaar
Verbazend genoeg was het snuiven hetgeen het meest voorkwam. In de kringen van de adel gold het als deftig en goed voor gezondheid om een neusje tabak te nemen. Iemand die een groot aanhanger hiervan was, was de Franse koningin Katharina de Medici. Om haar te eren werd de snuiftabak toen 'poudre de la reine' (poeder van de koningin) genoemd. Katharina snoof het bruine goedje tegen haar migraine. De hoofdpijn werd nauwelijks minder, maar de tabak had wel een bijwerking: bij regelmatig gebruikkan het leiden tot reukstoornissen of volledig verlies van de reukzin. In die onhygiënische tijden was dat misschien nog niet zo erg. In de achttiende en negentiende werd het snuiven langzamerhand vervangen door sigaren. Dit kwam vanuit Midden-Amerika over de Spaanse eilanden naar Europa. Maar het gebruiken van tabak was nog altijd een zaak voor de rijkere mensen.Tabak als massaconsumptie
Ook de 'gewone' mensen kregen interesse in nicotine. Zo gebruikten zeelieden en mensen in de bergen veel tabak om te kauwen. Het kauwen van pruimtabak zou namelijk de honger stillen. Voor de laagste sociale klasse werd het roken pas betaalbaar, toen het massaal machinaal geproduceerd werd.In Spanje kreeg men het idee, de gesneden tabak in kleine papiertjes te rollen. De eerste machinale productie van sigaretten werd in 1867 bij de Parijse wereldtentoonstelling gepresenteerd. Dat was de doorbraak voor de massaproductie en vooral ook van de massaconsumptie. Zowel mannen als vrouwen begonnen met het roken van sigaretten.