Baarmoederhalskanker: symptomen, behandeling, prognose
Baarmoederhalskanker of cervixkanker is een van de kankersoorten die het meest voorkomt bij vrouwen. Per honderdduizend vrouwen krijgen per jaar ongeveer zeven vrouwen baarmoederhalskanker en per honderdduizend vrouwen sterven er in Nederland ongeveer drie vrouwen aan. Baarmoederhalskanker kan soms worden voorkomen door je regelmatig te laten controleren, voordat er verschijnselen zijn. Wat zijn de oorzaken en symptomen van baarmoederhalskanker, hoe kan de kanker behandeld worden en hoe is de prognose?
Inhoud artikel
De baarmoeder
De baarmoeder, ook wel
uterus genoemd, is een van de inwendige organen van de vrouw. De baarmoeder heeft de vorm van een peer, het formaat van een vuist en ligt onder in de buik tussen de blaas en de endeldarm. Aan de bovenkant komen de eileiders in de baarmoeder, het smalle onderste gedeelte is de
baarmoederhals ook wel cervix uteri genoemd. Deze steekt met de baarmoedermond (portio) uit in de vagina. De rest van de baarmoeder wordt baarmoederlichaam of corpus genoemd.
Baarmoederhalskanker
Baarmoederhalskanker of cervixkanker is een
kwaadaardige tumor aan de hals van de baarmoeder. Het komt met name voor bij vrouwen tussen de vijfentwintig en vijfenzestig jaar. Erfelijkheid is geen factor van belang en baarmoederhalskanker is niet besmettelijk. In het voorstadium ondergaan de cellen in de hals van de baarmoeder een verandering, geleidelijk van een beetje tot sterk afwijkend, dit wordt ook wel dysplasie genoemd. De veranderingen kunnen ontdekt worden bij een uitstrijkje, behandeling kan dan vroeg gestart worden, wat heel belangrijk is.
Oorzaken baarmoederhalskanker
Het is niet duidelijk waardoor baarmoederhalskanker ontstaat. Wel is bekend dat het te maken heeft met veranderingen in de cellen door infecties met bepaalde typen van het
humaan papillomavirus (afgekort: HPV). Het virus is seksueel overdraagbaar. De kans om baarmoederhalskanker te krijgen wordt groter als je op jonge leeftijd geslachtsverkeer hebt gehad zonder een condoom te gebruiken. Ook als je veel verschillende partners heb gehad is is de kans op baarmoederhalskanker groter. Ook een verhoogd risico bij roken, als de weerstand wat minder is, bij gebruik van immunosuppressiva.
Symptomen baarmoederhalskanker
Het belangrijkste symptoom is
verlies van bloed na geslachtsverkeer. Als de kanker toeneemt kan er afscheiding uit de vagina komen, deze ziet er waterig en bloederig uit en ruikt niet fris. Verder kan er pijn worden gevoeld in de bekkenstreek en is er fors bloedverlies tijdens de geslachtsgemeenschap en daarna. Ook bij bloedingen
na de overgang, na bijvoorbeeld twee jaar niet meer ongesteld te zijn geweest moet je alert zijn. Verder bij bloedingen tussen twee menstruatieperiodes in.
Complicaties baarmoederhalskanker
Als er niets gedaan wordt aan de baarmoederhalskanker dan kan de kanker zich verbreiden naar de baarmoeder en vervolgens naar het bekken (lymfklieren), blaas, endeldarm. In een later stadium kunnen ook bijvoorbeeld lever en longen worden getroffen.
Diagnose baarmoederhalskanker
Bij een uitstrijkje worden cellen onderzocht. Als de arts denkt dat er sprake kan zijn van kanker bij de baarmoederhals dan zal er een
colposcopie gedaan worden. Door middel van een colposcoop (soort microscoop), wordt de baarmoederhals bekeken en op ongewone plekken gecheckt. Er wordt weefsel weggehaald en dit wordt nagekeken door de patholoog. Wordt er kanker ontdekt dan is verder onderzoek nodig om te kijken of de kanker zich heeft verbreid. Er zal gynaecologisch onderzoek worden gedaan (dit kan onder narcose), blaas en nieren worden bekeken, er zal een röntgenfoto van de borstkas (longen) gemaakt worden, CT-scan van de buik (lymfklieren, lever) en bloedonderzoek.
Behandeling baarmoederhalskanker
Voor welke behandeling wordt gekozen hangt af van de fase waarin de ziekte zich verkeert maar ook van de persoonlijke omstandigheden van de persoon. Er zal mogelijk gekozen worden voor conisatie als de kanker zich 'alleen' bevindt in de hals van de baarmoeder, iemand nog kinderen wil en het gezwel nog microscopisch klein is. Een andere behandeling is het verwijderen van de baarmoeder, een radicale baarmoederverwijdering houdt in dat naast de baarmoeder ook het bindweefsel er omheen en de lymfklieren in het kleine bekken worden weggehaald. Is iemand nog niet in de overgang dan zal men als het kan de eierstokken laten zitten zodat iemand niet te vroeg in de overgang raakt. Is iemand geopereerd dan kan daarna bestraling (radiotherapie) nodig zijn. Bestraling kan ook de eerst aangewezen behandeling zijn. Ook mogelijk: chemotherapie, soms in combinatie met hyperthermie.
Prognose baarmoederhalskanker
Als baarmoederhalskanker vroeg wordt ontdekt en behandeld dan herstellen nagenoeg alle vrouwen helemaal. Na een radicale baarmoederverwijdering kunnen blijvende klachten optreden, zoals problemen bij het plassen. Bestraling kan darmklachten tot gevolg hebben.
Uitstrijkje van de baarmoedermond
Om te controleren of iemand baarmoederhalskanker heeft wordt er een uitstrijkje gemaakt. Zo’n uitstrijkje wordt ook wel PAP-test genoemd. De cellen die worden weggehaald worden in een laboratorium onderzocht op afwijkende cellen. Als deze worden gevonden dan is het resultaat afwijkend. Dit komt best vaak voor en het betekent niet automatisch dat er sprake is van kanker. Het betekent dat de cellen veranderd zijn van vorm, formaat of structuur en dat het goed is om het in de gaten te houden. De huisarts kan beoordelen of een doorverwijzing nodig is naar een gynaecoloog. Het kan ook zijn dat er besloten wordt om na enkele maanden opnieuw een uitstrijkje te maken.
De PAP-scores
- PAP 1: er zijn geen afwijkende cellen gevonden en na vijf jaar ontvang je weer een uitnodiging voor een uitstrijkje. Als er sprake is van klachten zoals abnormaal bloedverlies dan is het verstandig om de huisarts te raadplegen en eerder een uitstrijkje te laten maken.
- PAP 2: er zijn cellen gevonden met een geringe afwijking. Meestal wordt er dan na zes maanden opnieuw een uitstrijkje gedaan. Is de uitslag dan normaal dan wordt er (voor de zekerheid) na een jaar weer een uitstrijkje gedaan. Als deze ook goed is, dan krijg je weer een uitnodiging volgens schema.
- PAP 3a: er zijn cellen gevonden met een matig ernstige afwijking. Of er wordt na zes maanden weer een uitstrijkje gemaakt of er volgt een doorverwijzing naar de gynaecoloog. In de meeste gevallen is er geen of alleen een eenvoudige behandeling nodig.
- PAP 3b: er zijn meer afwijkende cellen gevonden. Er volgt verder onderzoek bij de gynaecoloog en veelal is een behandeling nodig.
- PAP 4: er zijn ernstiger afwijkende cellen te zien dan in PAP 3. Onderzoek is nodig en nagenoeg altijd is er een behandeling nodig.
- PAP 5: er zijn zeer afwijkende cellen aangetroffen. Op korte termijn is onderzoek en behandeling nodig, mogelijk is er sprake van baarmoederhalskanker
Vaccinatie tegen baarmoederhalskanker
In het jaar dat ze
dertien worden krijgen alle meisjes een uitnodiging voor de vaccinaties tegen baarmoederhalskanker. De inenting is sinds 2009 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. De vaccinatie werkt tegen twee varianten van het HPV-virus die samen verantwoordelijk zijn voor zeventig procent van de gevallen van baarmoederhalskanker. Het vaccin geeft dus
geen volledige bescherming. Het vaccin bestaat uit drie prikken die in een periode van een half jaar worden toegediend. De vaccinaties worden gegeven in de bovenarm.
De vaccinaties zijn gratis en niet verplicht.