Longoedeem of vocht achter de longen
Longoedeem treedt vaak op als gevolg van hartzwakte. Bij longoedeem treedt er vocht uit de longblaasjes en de kleine luchtpijptakken. Het gevolg is onder andere kortademigheid. De oorzaak is vaan te vinden in het inademen van giftige gassen of na een trauma. Hartzwakte of hartfalen is een belangrijke oorzaak. Het is belangrijk dat het vocht uit de longen verdwijnt. Ontwateren is daarom een behandeling die veelvuldig wordt toegepast.
Wat is longoedeem
Longoedeem is het uittreden van vocht uit de longcapillairen in de longblaasjes en de kleine luchtpijptakken. Longcapillairen zijn haarvaten die zich om de longblaasjes heen bevinden. De longen bevatten miljoenen longblaasjes. De longblaasjes bevinden zich aan het uiteinde van de steeds kleiner vertakkende bronchiën. Ingeademde zuurstof dringt door de wand van de longblaasjes heen. Zuurstof komt vervolgens in de bloedvaatjes terecht en wordt richting het hart vervoerd.
Bij longoedeem hoop zicht vocht op in de longen. Er wordt soms ook wel gesproken van vocht achter de longen. Het vocht in de longen wordt onvoldoende afgevoerd. Vanuit de bloedvaten lekt het vocht in de ruimten tussen de longblaasjes. Uiteindelijk kunnen ook de longblaasjes gevuld worden met vocht. De oorzaken hiervoor zijn verschillend. Het is wel belangrijk om longoedeem te behandelen. Zonder behandeling worden de symptomen steeds erger en kan de patiënt uiteindelijk overlijden.
Hartfalen
Een grote oorzaak voor longoedeem is hartfalen of hartzwakte. Het hart (de rechterhelft) is onvoldoende in staat om het bloed naar de longen te pompen. Longoedeem is er het gevolg van. Ook ontstaat er vaak oedeem in andere delen van het lichaam. Door de zwaartekracht zakt het vocht vaak naar de benen en in het bijzonder de enkels. Er wordt bij hartfalen dan ook vaak gecontroleerd of zich vocht in de enkels heeft opgehoopt. Dikke enkels en dikke benen zijn hier het gevolg van. Longoedeem als gevolg van hartfalen is een ernstige vorm van oedeem. Longoedeem kan acuut en levensbedreigend zijn.
Inademing van giftige en gassen
Ook door het inademen van giftige gassen kan longoedeem ontstaan. Vooral stikstofdioxide is hier een belangrijke veroorzaker van. Dit gas vinden we in de lucht en wordt uitgestoten door auto's, elektriciteitscentrales en biomassa. Deze gassen veroorzaken onder andere zure regen. Mensen die dicht bij elektriciteitscentrales wonen of er werken hebben een grotere kans om teveel van dit giftige gas in te ademen. Nederland en België schijnen sterk vervuild te zijn, in tegenstelling tot andere landen. Andere giftige gassen of stoffen zijn chloor, fosgeen en ammoniak.
Trauma en infectie
Door een trauma (botbreuk) of infectie kunnen er stoffen in de bloedbaan terecht komen die longoedeem veroorzaken. Na een grote botbreuk zien we soms vetcellen in de bloedbaan terecht komen. Bij een infectie komen er gifstoffen, geproduceerd oor bacteriën, in de bloedbaan terecht. Beiden gevallen kunnen zorgen voor longoedeem.
Neonaat en baby met longoedeem
Een neonaat is een baby tot 30 dagen oud, of een pasgeboren baby die op een neonaatafdeling in een ziekenhuis verblijft. Een baby kan longoedeem oplopen. Vaak is hartfalen hiervan de oorzaak. De baby moet direct behandeld worden. Bij baby's is het aantal longblaasjes nog niet zo groot als bij volwassenen. De symptomen zullen daarom vaak erger zijn.
Symptomen van longoedeem
Er ontstaat als eerste kortademigheid en problemen met de ademhaling. Vooral bij het liggen is dit verschijnsel erger. Het kan ook in nachtelijke aanvallen voorkomen. De patiënt wordt dan snakkend naar adem wakker. Er kan sprake zijn van een fluitende ademhaling en een drukkend gevoel op de borst. Bij zuurstoftekort kan er
cyanose optreden. De huid en vooral de slijmvliezen kleuren blauw als gevolg van een tekort aan zuurstof. In een later stadium wordt er roze, schuimend vocht opgehoest. Zonder behandeling kan de patiënt overlijden.
Behandeling
Een patiënt met longoedeem moet rechtop zitten. Vaak worden er vochtuitdrijvende medicijnen gebruikt om ervoor te zorgen dat het vocht uit de longen wordt afgevoerd. Plaspillen worden meestal gebruikt. Vaak wordt er zuurstof toegediend. In ernstige gevallen is kunstmatige beademing noodzakelijk. In zeer ernstige gevallen is het nodig om aderlating toe te passen. Er wordt dan een halve liter bloed afgenomen. Daarnaast wordt het lichaam ondersteund door het toedienen van hartversterkende middelen, antibiotica of ontstekingsremmers. Een en ander is afhankelijk van de oorzaak. Bedrust is noodzakelijk wanneer er sprake is van hartfalen.