Zuigwormen of Trematoda
Zuigwormen zijn platwormen die voornamelijk in de (sub)tropen voorkomen. Ze leven in een vochtige omgeving. Besmetting bij schapen en rundvee komt vaak voor in deze gebieden. De tussengastheer van de zuigworm is een zoetwaterslak. Het eten van rauwe vis, waterplanten zoals waterkers of zwemmen in besmet water kan ervoor zorgen dat de mens geïnfecteerd raakt met de zuigworm. De zuigworm veroorzaakt ziekten als leverbotziekte, schistosomiasis en cercariëndermatis.
Zuigwormen
Zuigwormen worden ook wel Trematoda genoemd. Deze behoren tot de platwormen. De mondopening bij een zuigworm zit vooraan. Ze hebben één of twee zuignappen. Zuigwormen parasiteren. Dit wil zeggen dat zij leven van een gastheer. De meeste zuigwormen komen het menselijk lichaam binnen doordat de gastheer waterplanten eet, met name waterkers. Waterkers is een plant die op vochtiger plaatsen groeit en als groente wordt aangeboden. Ook het eten van rauwe zoetwatervis kan voor besmetting met zuigwormen zorgen.
Levenscyclus
Veel schapen of rundvee zijn met zuigwormen besmet. De volwassen zuigworm legt eitjes, die met de ontlasting van het dier naar buiten komt. De eitjes worden door met name de zoetwaterslak gegeten. Uit de slak komt het jonge stadium van de zuigworm, die cysten op waterplanten vormen. Wanneer de mens deze waterplanten eet, raakt deze besmet met de zuigworm. Binnen het lichaam van de menselijke gastheer groeit de onvolwassen zuigworm uit tot een volwassen exemplaar. Daar zullen ze in organen eitjes gaan produceren.
Een andere manier van besmetting is via het eten van rauwe zoetwatervis. Veel zoetwatervissen zijn besmet met de onvolwassen versie van de zuigworm. Wanneer vis niet voldoende verhit wordt, blijven de parasitaire zuigwormen leven en besmetten de mens. Zwemmen in water waarin de zuigworm zich bevindt is ook een bron van besmetting. Via de huid kan de zuigworm het lichaam binnendringen.
De zuigworm kan lang leven. Soms worden zuigwormen aangetroffen die al 20 tot 25 jaar in het lichaam aanwezig zijn. Zuigwormen blijven gedurende hun verblijf in de gastheer eitjes produceren. Hierdoor is de zuigworm verzekerd van het voortbestaan van zijn soort.
Ziekten
Zuigwormen zijn niet ongevaarlijk. Ze veroorzaken ziekten die soms ernstige symptomen kunnen veroorzaken. Onder vee zijn ze soms dodelijk, bij mensen niet altijd. Een besmetting met zuigwormen is zeer lastig te bestrijden. Ook blijft de besmetting en dus de ziekte vele jaren voortbestaan. In landen waar de hygiëne slechter is, komen deze ziekten vaker voor.
Leverbotziekte
Deze ziekte komt in Nederland eigenlijk niet voor. Ze wordt vooral in landen als Libanon, Peru en Egypte. Veroorzaker van de leverbotziekte is de zuigworm
Fasciola hepatica. De volwassen leverbot bevindt zich in de galgangen van de lever. Daar produceert hij eitjes, die met de gal via de ontlasting naar buiten komen. Wanneer de omgeving vochtig genoeg is, ontwikkelen zich uit de eitjes larven, die een waterslak binnendringen. Daar vermenigvuldigen de larven zich tot een ander soort larven. Deze verlaten de slak en hechten zich vast aan waterplanten. Een gastheer eet de waterplanten, waarna de larven het lichaam binnen zijn gekomen. In de darmen doorboren ze de darmwand en zoeken de lever op. In de lever groeien ze, waarna ze in de galgangen terecht komen om daar eitjes te leggen.
Symptomen van de leverbotziekte zijn: buikpijn, misselijkheid, koorts en gewichtsverlies. Bij zwakke personen ontstaat soms bloedarmoede. Behandeling va de leverbotziekte bestaat uit wormmiddelen, die vaak voor vee gebruikt worden. De bestrijding is erg moeilijk. Een goede hygiëne ter preventie is dan ook aan te raden.
Schistosomiasis
Een andere ziekte die door zuigwormen wordt veroorzaakt, is schistosomiasis. Deze wordt veroorzaakt door de zuigworm
schistosoma. De ziekte komt in Nederland niet voor, maar wordt wel opgelopen in de (sub)tropen door in aanraking te komen met besmet zoet water. De volwassen zuigworm legt eitjes in de gastheer, die via de ontlasting of de urine in het water terecht komen. In het water komen larfjes uit de eitjes. Deze dringen een zoetwaterslak binnen. Daar vermenigvuldigen ze zich en verlaten de slak als een ander soort larven. Deze larven dringen de huid van hun definitieve gastheer binnen.
Symptomen treden vaak pas enkele maanden na infectie op. Wel kunnen er blaasjes op de huid ontstaan nadat de larven de huid zijn binnengedrongen. De klachten lijken vaak op griep: koorts, rillingen, spierpijn en hoesten. Later ontstaat misselijkheid, diarree, gewrichtspijn, buikpijn, hoofdpijn en gewichtsverlies. Vaak gaan deze klachten na enkele weken weer over. Daarna ontstaan er andere klachten. Een ontsteking in de blaas of darmen is een veel voorkomende klacht. Afhankelijk van waar de zuigworm zich bevindt, raken organen blijvend beschadigd. Vaak is dat de blaas, darmen, longen of lever.
Behandeling is ook nu lastig. Wanneer de zuigworm nog als larve leeft, is deze makkelijker te behandelen. Schade die is ontstaan aan de organen hersteld niet meer vanzelf na behandeling.
Cercariëndermatis
De aandoening cercariëndermatis wordt ook veroorzaakt door schistosoma en komt ook alleen in de (sub)tropen voor. De levenscyclus is dan ook hetzelfde, net als besmetting. De larven dringen de huid binnen, waarna er jeuk ontstaat. Vaak is dit binnen één uur na het binnendringen merkbaar. Er ontstaan blaasjes op de huid, hoofdpijn en koorts. De meeste symptomen verdwijnen na 1 tot 3 weken. Deze aandoening verdwijnt vanzelf weer en is een reactie van de huid op het binnendringen van de larven. Het wordt ook wel zwemmersjeuk genoemd.