Kiemceltumor: oorzaak, symptomen en behandeling
Een kiemceltumor gaat uit van de oorspronkelijke geslachtscellen, de kiemcellen, van de mens. Het is een gezwel dat in de meeste gevallen kwaadaardig is. We spreken dan van kanker. Een kiemceltumor kan ontstaan in de hersenen, de zaadbal, de eierstok, voor het staartbeen of in de buikholte. De aanleg voor deze vorm van kanker ligt al in de embryonale fase. Vaak ontstaat een kiemceltumor in de eerste levensjaren, soms pas op jong volwassen leeftijd. Behandeling richt zich op het wegnemen of verkleinen van de kiemceltumor. Soms zijn er uitzaaiingen.
Wat is een tumor?
Een tumor is een zwelling. Deze kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Wanneer een tumor kwaadaardig is, spreken we van
kanker. Een tumor kan bestaan uit vocht, ontstekingscellen, pus/etter, talg, rode bloedcellen of vergrootte lichaamscellen.
Kiemceltumor
Een kiemceltumor is een gezwel dat uitgaat van de geslachtscellen bij de mens. Vaak gaat het om een tumor in de eierstok (vrouw) of zaadbal (man). Bij kinderen komt een kiemceltumor vaak ook in de hersenen voor. Het komt voor bij kinderen onder de 16 jaar voor en bij jong volwassenen (tussen de 20 en 35 jaar oud). Bij kinderen komt het bij 1 op de 250.000 kinderen voor. Het is dus een vrij zeldzame vorm van kinderkanker. Tussen de 20 en 35 jaar komt het wat vaker voor. Dit komt omdat een kiemceltumor vaak pas op latere leeftijd tot ontwikkeling komt.
We onderscheiden seminomen en nonseminomen. Seminomen gaan uit van het zaadvormend weefsel bij de man. De helft van alle kiemceltumoren bestaan uit seminomen. Uitzaaiingen van seminomen vinden plaats via het lymfevaatstelsel. Nonseminomen kunnen we onderverdelen in embryonaalcel-kanker, teratoom (vaak in de eierstok of zaadbal) en placentakanker. Uitzaaiingen vinden plaats via de bloedbaan.
Oorzaak
Een kiemceltumor ontstaat vanuit primitieve kiemcellen. Ieder mens is begonnen als één cel, vanuit een zaadcel en een eicel. Door celdeling bestaan er vele nieuwe cellen. De cellen vormen groepjes en krijgen allemaal een aparte functie toegewezen. Kiemcellen zijn de voorlopers van de eicellen of de zaadcellen. In de dooierzak vormen de kiemcellen zich al. Binnen de geslachtsorganen komen ze verder tot ontwikkeling.
Een kiemceltumor ontstaat dus vanuit kiemcellen. Een kopievermeerdering speelt hier een belangrijke rol in. De meeste kiemceltumoren hebben een afwijkend chromosoom. Vaak bevatten deze kiemceltumoren iets meer of iets minder chromosomen dan gemiddeld. Het komt vaker voor bij patiënten met het
syndroom van Klinefelter. Ook HIV-patienten lopen een verhoogd risico.
Waar komt het voor?
In de meeste gevallen komt een kiemceltumor voor in de eierstok (ovarium) of de zaadbal (bij volwassenen). Zelden komt het hier buiten voor, vaak ligt de kiemceltumor in de buikholte. Soms is er sprake van uitzaaiingen (metastasen). Vaak zijn deze als eerste in de lymfeklieren te vinden, maar kunnen uitzaaien naar alle delen van het lichaam. Bij baby's en jonge kinderen komt een kiemceltumor vaker in de hersenen voor. Daarnaast komt het ook redelijk vaak vóór het staartbeen voor, vooral bij jonge kinderen.
Symptomen
De meest gehoorde klacht is buikpijn. Dit zien we vooral bij jonge kinderen. Bij een kiemceltumor in de zaadbal is er een zwelling voelbaar. Pijn aan de eierstok komt bij vrouwen voor. Soms wordt de productie van geslachtshormonen door de kiemceltumor gestimuleerd. Hierdoor treedt er een vroegtijdige puberteit op (
pubertas praecox).
Een kiemceltumor in de hersenen zal in kleine vorm nog niet direct klachten vormen. Naarmate de tumor groeit, worden de hersenen opzij geduwd. Hierdoor neemt de functie van de hersenen af. Hierdoor kunnen er oogproblemen ontstaan, urine-incontinentie, epilepsie, hoofdpijn, misselijkheid en braken, gedragsveranderingen, een snel groeiend hoofd en een waterhoofd.
Diagnostiek en behandeling
De arts zal onderzoek verrichten wanneer er klachten aanwezig zijn. Dit kan lichamelijk onderzoek zijn, bloedonderzoek, maar vaak zal er ook een CT-scan gemaakt worden. Er kan ook een ruggenprik gemaakt worden, waardoor vocht vanuit het ruggenmerg wordt weggehaald. Er zal tumorweefsel worden weggehaald, wat in het laboratorium onderzocht wordt. Pas dan kan met zekerheid de diagnose gesteld worden.
De meeste kiemceltumoren blijken kwaadaardig. Bij zaadbalkanker is deze goed te behandelen, bij andere vormen van kanker (bijvoorbeeld in de hersenen gelegen) zal behandeling matige tot slechte resultaten geven. Behandeling bestaat uit het wegnemen van de kiemceltumor, in dien mogelijk. Chemotherapie en bestraling zijn de meest aangewezen behandelingen. Daarnaast kan er hormoontherapie worden toegepast.
De levensverwachting is afhankelijk van het tijdstip van diagnostiek en de plaats en grootte van de kiemceltumor. Van alle mannen met zaadbalkanker is 95 procent na vijf jaar nog in leven. Bij een kiemceltumor in de hersenen loopt dit percentage terug. De kans dat de tumor na behandeling terugkeert, blijft altijd aanwezig. Bekeken wordt dan of er een nieuwe behandeling plaatsvindt of dat de groei van de tumor stopgezet wordt.