Ademnood of dyspnoe (dyspneu): oorzaak en behandeling
Ademnood is het gevoel van benauwdheid wat ontstaat. Het happen (snakken) naar adem, trillen, zweten, en soms paniek wordt veel gezien. Het is niet altijd duidelijk wanneer iemand in ademnood verkeert. Zo is een snelle en diepe ademhaling kenmerkend maar hoeft niet in verbad te worden gebracht met ademnood. Ook een oppervlakkige ademhaling wordt gezien, maar dan vooral bij psychische ademnood. We onderscheiden dan ook drie typen hierin: de acute, de chronische en de psychische ademnood. De behandeling verschilt per type.
Wat is ademnood?
Ademnood wordt ook wel dyspnoe of dyspneu genoemd. Het is een benauwd gevoel dat ontstaat wanneer het lichaam te weinig zuurstof kan opnemen. Benauwdheid uit zich door diep adem te willen halen (naar adem snakken), zweten of trillen, zwart voor de ogen zien en soms paniek. Kortademigheid en hyperventilatie staan in relatie met ademnood en benauwdheid.
Symptomen
Het is vaak moeilijk om ademnood precies te omschrijven. Een snelle en diepere ademhaling kan duiden op ademnood maar kan ook een andere oorzaak hebben. Benauwdheid ontstaat als gevolg van ademnood. Maar iemand die zich benauwd voelt hoeft niet per se last te hebben van ademnood. In deze gevallen gaat benauwdheid ook wel eens gepaard met psychische klachten.
Iemand in acute ademnood krijgt weinig tot geen zuurstof meer binnen. Deze persoon raakt dan ook snel buiten bewustzijn. In minder ernstige gevallen ontstaan er tintelingen in het lichaam, een licht gevoel in het hoofd, kortademigheid, vermoeidheid, weinig uithoudingsvermogen, verkleurde lippen of slijmvliezen of koude extremiteiten. In hoeverre de symptomen optreden hangt af van de ernst en de oorzaak van de ademnood.
Oorzaken
Er zijn drie soorten ademnood op te noemen: acute, geleidelijke en psychische.
Acute ademnood
Deze ontstaat vaak als gevolg van afsluiting van de luchtpijp, bijvoorbeeld door het inslikken van een voorwerp of het verslikken in voedsel. Hierbij wordt de luchtpijp afgesloten en is het niet mogelijk om adem te halen. Er zal direct ingegrepen moeten worden.
Chronische ademnood
De oorzaak voor chronische ademnood is te vinden in ziekten aan de luchtwegen zoals
astma,
longontsteking, acute bronchitis,
hooikoorts, allergieën,
longoedeem en ziekten van het centrale zenuwstelsel. Bij mensen met overgewicht en bij rokers komt chronische ademnood beduidend vaker voor. Daarnaast heeft ruim tien procent van de bevolking last van een chronische aandoening aan de luchtwegen.
Psychische ademnood
Bij psychische ademnood ligt de oorzaak in allerlei psychische problemen. Dit kan stress, een burn-out, een (psychische) trauma of gebeurtenis zijn. Hyperventilatie wordt vaak in verband gebracht met psychische ademnood. Psychische ademnood kan beangstigend zijn. Hierdoor schrikt de patiënt en gaat sneller en oppervlakkiger ademhalen. Dit kan het gevoel van ademnood alleen maar versterken. Op deze manier ontstaat een vicieuze cirkel waar men moeilijk zelf uitkomt.
Behandeling
Bij acute ademnood is snelle behandeling noodzakelijk. Er moet dan ook direct hulp worden ingeschakeld. Wanneer de oorzaak niet direct weggenomen kan worden, dan zal tracheotomie worden toegepast. Dit wordt ook wel een luchtpijpsnede genoemd. Er wordt een snede in de huid van de hals en in de luchtpijp gemaakt. Vervolgens wordt er een buisje in de luchtpijp aangebracht. Hierdoor klapt de opening niet dicht. Er kan adem worden gehaald via deze kunstmatige opening. Wanneer de oorzaak is weggenomen kan het buisje verwijderd worden. De opening groeit vanzelf weer dicht.
Bij geleidelijke of chronische ademnood is soms ook tracheotomie nodig. Deze wordt alleen in acute situaties toegepast. De arts zal altijd proberen eerst andere middelen toe te passen. In andere gevallen worden medicijnen voorgeschreven die de luchtwegen openen. Vaak zijn deze vernauwd door een onderliggende ziekte of aandoening. Omdat iedere ziekte of allergie een specifieke behandeling vereist, is het moeilijk te voorspellen welke medicijnen als behandeling dienen. Ook verschilt het per persoon of deze medicijnen daadwerkelijk aanslaan. De medicijnen worden ook vaak in de vorm van een 'puffer' toegediend, hierdoor worden ze snel opgenomen door het lichaam. Soms is het nodig om extra zuurstof toe te dienen. Dit zal van tijdelijke aard zijn, totdat de onderliggende oorzaak is weggenomen.
Psychische ademnood kan goed behandeld worden middels therapeutische behandeling en/of medicijnen als antidepressiva. Hierdoor worden de symptomen van een depressie tegengegaan. Ook angststoornissen kunnen middels bovenstaande behandeling aangepakt worden. Het is belangrijk om langdurige psychische klachten te behandelen. Niet alleen voor de patiënt zelf, maar ook voor de omgeving. Beiden weten vaak niet hoe om te gaan met deze klachten en waar de symptomen door veroorzaakt worden. Psychische klachten zijn vaak het minst erkend en geaccepteerd, omdat de patiënt zelf niet zichtbaar ziek is.
Soms volstaat het al om aan de patiënt te laten zien dat er geen zuurstoftekort in het lichaam aanwezig is en er ook geen sprake is van ademnood. De patiënt kan hierdoor gerustgesteld worden. Vaak zien we de patiënt kalmeren. Toch kan de angst weer terugkomen zodra de patiënt niet meer kan zien dat er voldoende zuurstof in het lichaam aanwezig is. De controle of inzicht hierover willen hebben lijkt dan van belang.