Lymfeklierkanker (maligne lymfoom)
Lymfeklierkanker (maligne of kwaadaardig lymfoom) is een type kanker waarbij kwaadaardige witte bloedcellen - ofwel lymfocyten - in het lymfesysteem ongeremd kunnen gaan groeien en delen. Er bestaan inmiddels tientallen verschillende soorten lymfomen die ook elk weer verschillend zijn qua gedrag, presentatie en gevoeligheid voor behandeling.
Onderverdeling
Lymfomen worden onderverdeeld in twee categorieën: ziekte van Hodgkin en non-hodgkinlymfoom (NHL). Ze komen in alle leeftijdsgroepen voor, maar vaker bij ouderen. De ziekte van Hodgkin komt opvallend vaak voor bij patiënten van begin 20. Beide typen worden weer onderverdeeld in subtypen; met verschillende vormen en elk met een eigen prognose en behandelingsstrategie.
Hodgkin lymfoom
Het Hodgkin lymfoom is in de negentiende eeuw ontdekt door de patholoog Thomas Hodgkin en beschreef dit in zijn artikel
"On Some Morbid Appearances of the Absorbent Glands and Spleen". Sindsdien zijn er meerdere soorten en vormen van het lymfoon ontdekt.
Jaarlijks worden er bij ongeveer 350 patiënten het Hodgkin-lymfoom vastgesteld. De ziekte ontstaat in een lymfeklier en verspreid zich dan via lymfebanen naar nabijgelegen lymfeklieren. Soms, maar zeldzamer, kan de verspreiding ook via het bloed plaatsvinden. Hierdoor kan het lymfoom zich bijvoorbeeld ook in de lever of in het beenmerg nestelen.
Meestal is het Hodgkin lymfoom goed te genezen door middel van de combinatie tussen chemotherapie en bestraling. De oorzaak is onbekend, maar het wordt in verband gebracht met het Epstein-Barr virus (de veroorzaker van de ziekte van Pfeiffer).
Non-Hodgkin lymfoom (NHL)
Per jaar komen er zo'n 3000 tot 4000 patiënten met het NHL bij. In tegenstelling tot het Hodgkin lymfoom zijn hier wel 30 tot 40 verschillende soorten die elk hun eigen behandeling en eigenschappen hebben. Ook hier ontstaat de ziekte in een lymfeklier en breidt de ziekte zich uit via lymfeklieren, maar ook via het bloed, naar andere organen. Zodoende kan er op elke plek in het lichaam een lymfoom ontstaan en kan de ziekte zich zeer uitgebreid manifesteren. Non-hodgkinlymfomen zijn derhalve dus wezenlijk anders dan Hodgkin lymfomen, die met name in lymfeklieren voorkomen.
Er is niet één type behandeling, gezien de grote diversiteit van patienten en typen lymfomen. Het is is wel belangrijk om te weten dat een deel van de patiënten, en dus niet alle patiënten, genezen kunnen worden. Soms is directe behandeling noodzakelijk, echter kan bij sommige vormen worden afgewacht omdat ze zich minder kwaadaardig gedragen (indolent) en minder snel zullen groeien.
Symptomen
Lymfeklierkanker veroorzaakt vaak algemene klachten, zoals vermoeidheid en malaise. Kenmerkend voor lymfeklierkanker zijn de zogenoemde "B-symptomen":
- Koortsaanvallen zonder duidelijke oorzaak
- >10% gewichtsverlies zonder duidelijke oorzaak
- Nachtzweten
Diagnose
De diagnose lymfeklierkanker wordt gesteld door uit een afwijkende lymfeklier of een aangedaan orgaan een biopt (een hapje weefsel) te nemen. Daarna zal er nog beeldvorming volgen door middel van een CT- of PET scan om de uitgebreidheid (het stadium) in het lichaam aan te kunnen tonen. Ook volgt er uitgebreid bloedonderzoek en kan er soms een aanvullend beenmergonderzoek (botboring) noodzakelijk zijn.
Voor het maligne lymfoom zijn er grofweg vier stadia:
- Stadium I. Beperkt zich tot een of meer lymfeklieren in hetzelfde lymfekliergebied
- Stadium II. Meerdere lymfekliergebieden zijn aangedaan, maar wel aan dezelfde kant van het middenrif.
- Stadium III. Meerdere lymfekliergebieden zijn aangedaan, maar nu onder én boven het middenrif.
- Stadium IV. Er heeft diffuse verspreiding plaatsgevonden in organen die niet tot het lymfeklierstelsel horen, of het beenmerg is aangedaan.
Behandeling
De keuze voor de behandeling hangt af van het stadium van de ziekte en ook van de lichamelijk conditie, de leeftijd en de medische achtergrond van de patiënt. Een hodgkinlymfoom wordt behandeld middels chemotherapie. Bij non-hodgkinlymfomen hangt het sterk af van het type lymfoom. Bij indolente lymfomen kan er, metname bij oudere patiënten, voor worden gekozen om af te wachten in plaats van te behandelen.
De agressievere vormen (met een slechtere prognose) worden ook behandeld met conventionele chemotherapie, soms in combinatie met doelgerichte therapie. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van een antilichaam die zich specifiek tegen een bepaalde soort witte bloedcel (de B-cel) richt. Andere cellen van het immuunsysteem blijven dan intact. Een voorbeeld dat veel gebruikt wordt heet rituximab (Mabthera®). Verder kan bij bepaalde typen lymfomen radiotherapie (bestraling) ook effectief zijn.
Omdat chemotherapie normaliter niet in de hersenen terecht kan komen, wordt er ook wel gebruik gemaakt van intrathecale chemotherapie. Dit is het inspuiten van chemotherapie in het vocht rondom de hersenen en het ruggenmerg door middel van een ruggenprik.
Prognose
De prognose van lymfoom hangt sterk af van het type, maar ook de mate van verspreiding in het lichaam speelt een belangrijke rol. Zonder behandeling heeft Hodgkin een prognose (levensverwachting) van enkele maanden, maar met behandeling heeft een beperkt hodgkinlymfoom een 10-jaarsoverleving van meer dan 90%.
Non-hodgkinlymfomen hebben over het algemeen een slechtere prognose, echter dit varieert ook per soort. Sommigen kunnen worden genezen, bij andere soorten kan alleen de symptomen worden bestreden.
Lees verder