Antioxidanten beschermen tegen kanker
Kanker is een ziekte die vaak voorkomt in de huidige samenleving. Veel mensen krijgen direct of indirect te maken met deze verschrikkelijke ziekte. Maar hoe kan kanker (of een tumor) nu ontstaan, en wat voor rol spelen antioxidanten daarbij? Is het mogelijk om meer antioxidanten binnen te krijgen via onze voeding, en kan dit de groei van een tumor verminderen of tegen gaan?
Het ontstaan van kanker
Kanker of een tumor ontstaat in het lichaam, doordat een menselijke cel verandert in een maligniteit. Dit gebeurt als de gewone cel verandert, door:
- Mutaties
- Deleties (Dit is een soort mutatie waarbij het genetische materiaal afneemt)
- Inserties (Dit is een toevoeging van een of meer nucleotiden aan de DNA- of RNA-sequentie)
Door veranderingen in de cel wordt de groei niet geremd en kan het uitgroeien tot een tumor. De veranderingen in de cellen zoals hierboven genoemd kunnen door activatie van oncogenen (genen die kanker kunnen veroorzaken) of inactivatie van tumorsuppressorgenen (voorkomt onbeperkte cel deling) worden ingezet.
Er zijn bepaalde oorzaken voor de mutatie van cellen door activatie van oncogenen of inactivatie van tumorsuppressorgenen. Er zou geconcludeerd kunnen worden dat oncogenen het ontstaan van een maligniteit bevorderen en actieve tumorsuppressorgenen helpen bij het voorkomen van het ontstaan van een maligniteit. Een oorzaak voor het activeren van oncogenen en inactivatie van tumorsuppressorgenen zijn vrije radicalen. Vrije radicalen zorgen voornamelijk voor foutjes in het DNA.
Hoewel vrije radicalen kunnen zorgen voor de inactivatie van tumorsuppressorgenen, is dat niet de meest voorkomende oorzaak voor dat proces. De meest voorkomende oorzaak is als het DNA-methylering proces niet goed verloopt.
Vrije radicalen
Vrije radicalen zijn kleine, uiterst actieve, agressieve moleculen die schade kunnen aanrichten aan ons lichaam. Deze schadelijke moleculen ontstaan in het lichaam bij alle gewenste en ongewenste oxidatieprocessen. Gewenste oxidatieprocessen zijn de verbranding van voedingsstoffen in het lichaam. Daarbij ontstaan vrije radicalen. Ongewenste oxidatie van bijvoorbeeld vetzuren in het lichaam kan zorgen voor de afbraak van vetzuren, maar bij dat proces ontstaan ook vrije radicalen. Andere processen in het lichaam waarbij vrije radicalen ontstaan, zijn:
- Het ontgiftingssysteem
- Het afweersysteem
- Normale celdeling
Hoewel ze voornamelijk schadelijk zijn voor het lichaam kunnen ze ook een positief effect hebben. Zo beschermen ze het lichaam tegen aanvallen van bacteriën, virussen, lichaamsvreemde stoffen en medicijnen.
In relatie tot kanker en de oorzaak van het ontstaan van een maligniteit zijn vrije radicalen schuldig aan het aanvallen van eiwitten en vetten in het lichaam. Vetten zijn de essentiële bouwstoffen van de celmembranen. Eiwitten zijn onder andere de bouwstoffen van DNA. De vrije radicalen vallen de vetten en eiwitten aan, en zorgen ervoor dat ze beschadigd raken. Deze beschadiging leidt tot fouten in het DNA. Als een cel bouwstoffen krijgt van een beschadigd vet of eiwit, dan is de cel (voornamelijk het DNA) beschadigd, en zitten er dus fouten in de cel. Hierdoor verliest de cel de controle en kan gaan muteren, uitsterven of ongeremd groeien.
Om vrije radicalen onschadelijk te maken gebruikt het lichaam antioxidanten. Antioxidanten komen voor in onze voeding, en zorgen ervoor dat instabiele moleculen (zoals vrije radicalen) onschadelijk worden gemaakt.
Antioxidanten
Er zijn twee soorten antioxidanten:
- Enzymatische antioxidanten: dit zijn enzymen die het lichaam produceert om vrije radicalen aan zich te binden en zo onschadelijk te maken. Voorbeelden hiervan, zijn: catalase, glutathion en SOD (Super Oxide Dismutase).
- Niet-enzymatische antioxidanten: dit zijn stoffen die voorkomen in voeding. Ze zorgen ervoor dat ongewenste oxidatie, en daarmee vrije radicaalvorming, voorkomen wordt. Voorbeelden hiervan zijn: vitamine C en E, carotenoïden (bètacaroteen) en flavonoïden.
Antioxidanten blijken te werken tegen de vorming van een maligniteit door te voorkomen dat vrije radicalen vetten en eiwitten kunnen beschadigen en zo het DNA van cellen verstoord wordt.
De antioxidanten die voorkomen in onze voeding, zijn:
- Vitamine C: fruit, groenten en aardappelen.
- Vitamine E: zonnebloemolie, dieethalvarine, dieetmargarine, brood, graanproducten, noten, zaden, groenten en fruit.
- Bètacaroteen: groene groenten en fruit.
- Vitamine A: vlees, vleeswaren, zuivel, vis, eidooier, margarine, halvarine en bak- en braadproducten.
- Glutathion: groenten, fruit, kruiden, specerijen, eieren, rauwe geitenmelk, geitenkaas, walnoten en paranoten.
- Vitamine B2: melk, melkproducten, vlees, vleeswaren, groenten, fruit, brood en graanproducten.
- Vitamine B6: vlees, eieren, vis, brood, graanproducten, aardappelen, peulvruchten, groenten, melk en kaas.
- Koper: groente, fruit, vlees, cacaoproducten, brood en graanproducten
- Mangaan: volkorenbrood, volkoren graanproducten, thee, groente en fruit.
- Selenium: vis, vlees, groente, brood en graanproducten.
- Zink: vlees, kaas, graanproducten, noten en schaal- en schelpdieren.
- Taurine: vlees, vis, schaaldieren, eieren en energydranken.
- Bio flavonoïden (vitamine P): citrusvruchten en bessen
Conclusie
Antioxidanten komen in verschillende voedingsmiddelen voor. Deze antioxidanten kunnen worden gereguleerd qua hoeveelheid in het lichaam door de inname ervan. Een hogere intake van producten met daarin antioxidanten zorgt er dus voor dat het lichaam beter beschermd is tegen vrije radicalen. Het eten van voldoende voedingsmiddelen met daarin antioxidanten reduceert de kans op het krijgen van kanker, doordat er minder vrije radicalen in ons lichaam aanwezig zijn. De vrije radicalen kunnen dus minder schade aanbrengen aan de eiwitten en vetten in ons lichaam. Daardoor is de kans ook kleiner dat cellen waarvan eiwitten en vetten de bouwstoffen zijn beschadigd raken, en dus activatie van oncogenen veroorzaken, waarna cellen mogelijk veranderden in een maligniteit.