Griepvirus A, B, C en D

Het griepvirus kent vier typen: A, B en C. Soms wordt ook ook wel van het D-type gesproken. We spreken ook wel eens over het griepvirus abcd. Type A en B veroorzaken griep met symptomen als hoofdpijn, keelpijn, spierpijn, oogpijn, koorts en vermoeidheid. Type C is ook een griepvirus, maar veroorzaakt slechts klachten die lijken op een (zware) verkoudheid. Type A komt het meest voor bij mensen en kan snel muteren. Daardoor zijn we ons hele leven bezig om antistoffen aan te maken. Type B en C komen minder vaak voor. Het is type A die nogal eens met een dieren-griepvirus wil samengaan, waardoor er soms een gevaarlijke mutatie voor de mens ontstaat. Een andere benaming voor het griepvirus is het influenzavirus.

Wat is een virus?

Een virus wordt vaak vergeleken met een bacterie. Immers, ze kunnen ons beiden ziek maken en zijn niet met het blote oog te zien. Maar toch zit er een heel groot verschil tussen beiden. Een bacterie bevat namelijk een eigen stofwisseling, iets dat een virus absoluut niet bezit. Hierdoor is een virus ten alle tijden afhankelijk van een gastheercel. Zonder deze gastheercel kan de virus zich niet voortplanten. Daarnaast zijn virussen kleiner dan bacteriën. Een bacterie is een eencellig organisme, een virus bevat geen cel maar een mantel of omhulsel.

Veel virussen maken de mens, dier of een plant ziek. Er zijn zelfs hele kleine virussen die bacteriën aanvallen en deze ziek maken. Hierdoor sterft de bacterie. Toen de mens dit ontdekte, werd penicilline geboren. Dit is afgeleid van de schimmel Penicillium chrysogenum (notatum). Na penicilline werden er meerdere vormen van antibiotica ontwikkeld.

Het griepvirus en de symptomen

Er zijn verschillende soorten virussen. Deze veroorzaken vaak allemaal weer een andere ziekte, of lappen elkaar hierin over. Zo wordt verkoudheid door het verkoudheidsvirus veroorzaakt. En griep door het griepvirus. Griep wordt ook wel influenza genoemd. Influenza is afkomstig van het Italiaans en betekent 'invloed'. Griep verloopt zwaarder dan een verkoudheid. Iemand die verkouden is zal last hebben van een verstopte of een loopneus, snot (neusuitvloeiing) of hoesten. Mensen met een verkoudheid zijn wel in staat om te werken, soms in mindere mate. Griep voelt anders aan. Hierbij treden er klachten op als hoofdpijn, spierpijn, pijnlijke ogen, rillingen, zweten, koorts en vermoeidheid.

Vier typen van het griepvirus

Het griepvirus kunnen we onderverdelen in vier typen. Deze worden beschreven als type A, B, C en D. Elk type heeft weer zijn eigen substammen en een eigen levenscyclus.

H1, H2, H3 en H5 en N1 en N2 zijn verantwoordelijk voor besmetting bij de mens. Deze virussen kunnen zich mengen doordat iemand besmet is met zowel een menselijk als een dierlijk griepvirus. Er ontstaat dan een nieuw type virus, dat vooral in het begin voor veel doden kan zorgen.

Type A

Het griepvirus of influenza type A is het meest voorkomende griepvirus. Dit virus besmet zowel mens als dier, en deze kunnen elkaar onderling besmetten met het virus. Een griepvirus type A wordt onderverdeeld naar eiwitten. Ze bevatten Hemagglutine (H) en Neuraminidase (N). Zo heet de Mexicaanse griep H1N1 en de vogelgriep H5N1. Virussen van het type A zijn zeer snel veranderlijk. Type A komt elke twee tot drie jaar weer terug.

Type B

Dit type griepvirus komt voornamelijk voor bij mensen. Er bestaan geen substammen van type B. Toch wordt er een onderverdeling gemaakt in dit type virus, namelijk de Yamagata-lijn en de Victoria-lijn. Dit type virus komt minder vaak voor dan het A-type. Type B komt elke vier tot vijf jaar terug: dit is zijn cyclus.

Type C

Ook het type C komt, net als het B-type, voornamelijk bij mensen voor en wordt ook wel bij varkens aangetroffen. Dit type is veel milder dan de voorgaande twee types. Hoewel het een griepvirus is, zal het vaak niet meer dan wat verkoudheidsverschijnselen veroorzaken. Vaak betreft het milde klachten aan de luchtwegen. Het komt het vaakst voor bij kinderen jonger dan 6 jaar. Tijdens de puberteit is er vaak al sprake van immuniteit tegen het C-type.

Type D

Over het D-type wordt weinig gesproken, omdat het geen officieel griepvirus is. Er werd in 2011 een nieuw virus bij runderen ontdekt, een mutatie van het type C. In 2014 werd dit type virus nader onderzocht. Deze kreeg de benaming type D. Ook het sendaivirus wordt wel eens type D genoemd. Dit virus veroorzaakt griepachtige verschijnselen bij zoogdieren.

Antistoffen opbouwen

Al direct na de geboorte komen we in aanraking met virussen. Bij contact komt het lichaam in afweer tegen het virus en maakt antistoffen aan. Bij een volgend contact met hetzelfde virus,. herkent het lichaam het virus sneller en zal deze ook sneller uitschakelen. Baby's hebben nog geen antistoffen opgebouwd en zijn daardoor vatbaarder voor virussen. Dat is dan ook de reden dat jonge kinderen veel vaker ziek zijn. Ook ouderen vormen een risicogroep, omdat het afweersysteem bij hun minder goed werkt.

De antistoffen die we tegen een type virus opbouwen, werkt niet bij een ander type virus. Van elk type (bijvoorbeeld type A), zijn er zeer veel subtypen. Het lichaam is dus bijna het hele leven bezig met opbouwen van antistoffen, omdat vooral het type A virus snel muteert.