De behandeling van diabetes type 2
De behandeling van diabetes type 2 is essentieel anders dan de behandeling van diabetes 1. Waar men bij diabetes type 1 de bloedsuikerspiegel op peil houdt door het toedienen van insuline, wordt er in de behandeling van diabetes type 2 voornamelijk gebruik gemaakt van aangepaste voeding, behandelen van de neveneffecten van de aandoening en medicatie slikken.
De behandeling van diabetes type 2
De behandeling van diabetes type 2 heeft andere doelen dan de behandeling van diabetes type 1:
- Het zo normaal mogelijk houden van de bloedglucosespiegel
- Het bereiken of behouden van een gezond gewicht
- Het verlagen of laag houden van het cholesterolgehalte van het bloed
- Het verlagen of laag houden van de bloeddruk
Dit vergt nogal wat van een diabetes-patiënt. Het zal zeker even wennen zijn om het leven met diabetes in je leven in te passen zoals je dat eerder gewend was. Wanneer je echter de behandeling goed uitvoert heb je (vrijwel) geen last van
diabetesklachten.
Voeding
Voeding speelt een belangrijke rol bij het behandelen van diabetes type 2. Gezonde voeding verlaagt namelijk de kans op
latere complicaties en de kans op overgewicht. Bovendien verhoogt voeding de
bloedglucose.
Voeding bevat
koolhydraten, en koolhydraten worden in het lichaam omgezet in glucose. De voeding heeft dus indirect een invloed op de bloedglucose. Om te voorkomen dat je bloedglucose te hoog wordt is een dieet met weinig maar voldoende koolhydraten aan te raden.
Overgewicht en afvallen
Veel mensen met diabetes type hebben
overgewicht of hier een erfelijke aanleg voor. Door het overgewicht heeft het lichaam meer moeite insuline aan te maken met voldoende werking, waardoor de bloedglucose te hoog wordt. Bovendien verhoogt overgewicht de kans op een
te hoog cholesterolgehalte en een
te hoge bloeddruk, welke op hun beurt de kans op hart- en vaatziekten aanzienlijk vergroten.
Medicatie
Helaas lukt het in de meeste gevallen niet om enkel met een aangepast dieet de bloedsuikerspiegel onder controle te krijgen en houden. Ook
afvallen is niet altijd even goed mogelijk. Vaak kan de
bloedglucosespiegel wel gereguleerd worden wanneer de aangepaste voeding gecombineerd wordt met tabletten die de bloedglucose verlagen. Deze medicatie heeft echter alleen effect wanneer je tegelijkertijd een aangepast dieet volgt. Deze medicijnen kunnen tevens enkel gebruikt worden wanneer het lichaam zelf nog insuline aanmaakt.
De keuze van de medicatie
De keuze van de soort medicatie hangt in de eerste plaats af van of men overgewicht heeft of niet.
Geen overgewicht
Wanneer je geen overgewicht hebt wordt meestal als eerste gekozen voor een middel dat
sulfonylureumderivaat bevat. Men begint met een
lage dosering welke langzaam opgehoogd wordt. Sommige mensen hebben echter geen baat bij sulfonylureumderivaat. De werking kan na enkele jaren ook afzwakken.
Wanneer je geen of niet genoeg baat hebt bij sulfonylureumderivaat wordt vaak overgegaan op een combinatie van sulfonylureumderivaat en
metformine of
acarbose.
Wel overgewicht
Sulfonylureumderivaten kunnen
gewichttoename als bijwerking hebben. Bij mensen die te zwaar zijn wordt daarom eerst begonnen met metformine. Dit medicijn kent de bijwerking gewichtstoename in veel mindere mate.
Sulfonylureumderivaten
Tabletten met sulfonylureumderivaten zorgen ervoor dat de
alvleesklier gestimuleerd wordt meer insuline aan te maken. Voorwaarde voor medicatie met sulfonylureumderivaat is dus dat de alvleesklier nog insuline aanmaakt. Deze tabletten moeten
kort voor of tijdens de maaltijd ingenomen worden. Bekende merknamen van medicijnen met sulfonylureumderivaten zijn:
- Rastinon
- Tolbutamide
- Daonil
- Glibenclamide
- Diamicron
- Glibenese
- Amaryl
De meest voorkomende bijwerking is een
hypo: het
té laag worden van de bloedglucosespiegel. Deze bijwerking wordt voornamelijk waargenomen bij
oudere mensen of mensen die
alcohol gedronken hebben rond het innemen van de tabletten.
Metformine
De werking van metformine is niet exact bekend. Waarschijnlijk zorgt metformine er onder andere voor dat de
glucose beter door het lichaam opgenomen kan worden. Metformine valt onder de groep van
biguaniden, welke de
insulineresistentie van de lichaamscellen verminderd waardoor het lichaam beter op de insuline kan reageren. Bovendien zorgt het ervoor dat de lever tussen de maaltijden door
minder glucose afgeeft.
Metformine wordt voornamelijk gebruikt door
mensen met overgewicht. Metformine zorgt er namelijk voor dat de insuline toch gebruikt kan worden, ondanks dat deze door het overgewicht vaak van mindere kwaliteit is. Bovendien
verlaagt metformine de eetlust. Metformine wordt vaak uitgegeven onder de merknaam
Glucophage.
De meest ernstige mogelijke bijwerking is een
ernstige verzuring van het lichaam, dit wordt
melkzuuracidose of
lactaatacidose genoemd. Deze bijwerking komt echter maar zelden voor. De kans op een dergelijke verzuring neemt toe wanneer men een slechte algemene conditie heeft of problemen heeft met de lever of nieren. Alcohol vergroot de kans ook.
Acarbose
Arcorbose is een
alfa-glucosidaremmer, welke ervoor zorgt dat het
bloedglucose minder schommelt na de maaltijd. De stof zorgt er namelijk voor dat de glucose uit de voeding minder snel in het bloed terecht kom doordat het de afbraak van koolhydraten vertraagt. De tabletten neemt men vlak voor het eten in. Een bekende merknaam van medicatie met acarbose is
Glucobay.
Diabetes type 2 en tóch insuline?
Sommige mensen met diabetes type 2 hebben
s’ochtends voor het ontbijt een te hoge bloedglucose. Bij deze mensen is het lastig de bloedglucosespiegel optimaal te houden met enkel voeding aanpassingen en tabletten. Deze mensen hebben dan baat bij insuline, welke helaas vaak de rest van het leven toegediend moet blijven worden. Dit is het geval bij ongeveer 30% van de
diabetici.
Door
koorts of een
operationele ingreep kan de bloedsuikerspiegel plots sterk stijgen, waardoor toedienen van insuline noodzakelijk is.
Behandelen van een te hoog cholesterolgehalte
Mensen met diabetes type 2 hebben vaak een te hoog cholesterolgehalte. Omdat een te hoog cholesterolgehalte de kans op hart- en vaatziekten verhoogd, is het zaak deze laag genoeg te houden.
Behandelen van een te hoge bloeddruk
Type 2 diabetes gaat niet zelden samen met een te hoge bloeddruk. Een te hoge bloeddruk kan resulteren in problemen met de ogen, nieren, het hart en de bloedvaten.
Een verhoogde bloeddruk
Met de
bloeddruk wordt de druk die het bloed op de wanden van de slagaders uitoefent bedoeld. Deze druk wisselt steeds met de
hartslag. Wanneer het hart zich samenspant en het bloed de slagaderen inpompt, spreekt men over de bovendruk of
systolische druk. Wanneer de hartspier zich ontspant neemt de druk af, dit wordt de onderdruk of
diastolische druk genoemd.
De
gemiddelde bloeddruk schommelt rond de 120 bovendruk en 80 onderdruk. De bloeddruk stijgt automatisch wanneer we ons sterk inspannen. Dit is niet erg. Het wordt pas een probleem wanneer de bloeddruk constant hoger dan normaal is. De grens voor mensen onder de 60 is een bloeddruk van 150/85. De grens voor mensen ouder dan 60 jaar is 160/90.
Verlagen van de te hoge bloeddruk
Veel gevallen van een te hoge bloeddruk worden veroorzaakt door
ongezonde voeding (met teveel schadelijke vetten), roken en onvoldoende beweging. Het aanpassen van de levensstijl kan een heel stuk helpen. Daarnaast kan men ondersteund worden met
bloeddrukverlagende medicatie.
Lees verder