Norovirussen: oorzaak van gastroenteritis
Norovirussen zijn virussen die gastroenteritis (buikgriep) veroorzaken in mensen van alle leeftijdsgroepen. De symptomen zijn buikkrampen, misselijkheid, braken, diarrhee en soms milde koorts. Norovirussen zijn verantwoordelijk voor 90% van alle niet-bacteriële uitbraken van buikgriep wereldwijd. Alleen de gewone verkoudheid veroorzaakt meer ziektegevallen dan deze virussen.
Norovirus, lengtemaat is 50 nm,foto FP Williams, EPA, US /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD) Norovirussen (genus
Norovirus, family
Caliciviridae) zijn een groep van verwante, éénstrengsRNA, niet-ingekapselde virussen die accute gastroenteritis kunnen veroorzaken in mensen. Voorheen droegen ze de naam Norwalk-like virussen. Er zijn momenteel vier norovirus genogroepen bekend (GI, GII, GIII en GIV) die op hun beurt onderverdeeld zijn in tenminste 20 genetische clusters.
Symptomen
De incubatie periode van door norovirus veroorzaakte gastroenteritis in mensen is gewoonlijk tussen de 24 en 48 uur (gemiddelde in uitbraken is 33 tot 36 uur), maar gevallen kunnen zich voordoen binnen 12 uur na blootstelling. Norovirus infectie presenteert zich gewoonlijk door het plotselinge optreden van vomeren (braken), waterige niet-bloederige ontlasting met buikkrampen en misselijkheid. Soms is er sprake van milde koorts en vomeren komt meer voor bij kinderen. Uitdroging is de meest gebruikelijke complicatie, zeker in kinderen en ouderen, die medische behandeling nodig kunnen hebben. Symptomen duren meestal 24 tot 60 uur. Herstel is meestal volledig en er is geen bewijs voor serieuze lange termijn gevolgen.
Virus transmissie
Norovirussen worden voornamelijk overgebracht via de fecale-orale route (sporen van ontlasting naar de mond door bv. slecht handen wassen), door consumptie van besmet water of etenswaren of door direct contact tussen personen. Besmetting door omgeving via vomeren speelt mogelijk ook een rol als een bron van infectie. Er bestaat goed bewijs dat transmissie plaats kan vinden via aerosolen (microsopische luchtbelletjes) die vrijkomen bij het vomeren, deze miniscule druppeltjes kunnen oppervlakken besmetten. Norovirussen zijn zeer besmettelijk en het wordt aangenomen dat zo weinig als 10 virusdeeltjes genoeg zijn om een individu te infecteren.
Immuniteit tegen norovirussen
Hoe het menselijk immuunsysteem precies op norovirussen reageert is nog niet duidelijk maar het lijkt erop dat immuniteit specifiek tegen één variant is gericht en dat deze immuniteit maar een paar maanden duurt. Gegeven de genetische variabiliteit van norovirussen is het waarschijnlijk dat mensen herhaaldelijk, gedurende hun gehele leven, geïnfecteerd zullen worden. Dit kan de grote aantallen uitbraken in alle leeftijdsgroepen goed verklaren. Recent bewijs duidt aan dat ontvankelijkheid voor besmetting ook een genetische basis kan hebben, waarbij mensen met de O bloedgroep het hoogste risico op infectie hebben.
Uitbraken van Norovirus Gastroenteritis
De meeste voedsel-gerelateerde uitbraken van Nororvirus infectie worden veroorzaakt door directe besmetting van etenswaren door een bereider vlak voor het consumeren. Uitbraken zijn vaak in verband gebracht met de consumptie van koud eten, inclusief verscheidene salades, sandwiches en bakkerijproducten. Vloeibare etenswaren zoals dressings voor salades die de gelijkmatige verdeling van het virus bewerkstelligen, zijn vaak bronnen van uitbraken. Voedsel kan ook al eerder besmet raken, zo is het bekend dat oesters uit besmette wateren een wijdverspreide uitbraak van gastroenteritis kunnen veroorzaken. Uitbraken als gevolg van waterbesmetting worden vaak veroorzaakt door besmetting van putten en recreationeel water door rioolwater.
Diagnose van Norovirus
Door toename van de RT-PCR (Reverse Transcriptase Polymerase Chain Reaction) techniek is de diagnose van het norovirus de laatste jaren makkelijker geworden. Deze techniek kan gebruikt worden op monsters van de stoelgang, braaksel of zelfs op een uitstrijkje van een oppervlakte monster. Identificatie van het virus kan het beste gedaan worden op stoelmonsters die genomen zijn binnen 48 tot 72 uur na aanvang van symptomen, alhoewel het virus soms nog te vinden is in de ontlasting 2 weken na volledig herstel.
Behandeling
Er is geen speciefieke therapie voor virale gastroenteritis. Symptomatische therapie bestaat uit het aanvullen van verloren vocht en het corrigeren van electrolytenverstoringen via orale of intraveneuze toediening van vocht met zouten.
Voorkoming
Een goede hygiëne, vaak de handen wassen (zeker na een bezoek aan het toilet) is belangrijk om de verspreiding van het virus via etenswaren te voorkomen. Norovirussen zijn relatief resistent, ze overleven bevriezing, temperaturen tot aan 60 C en ook het stomen van schelpen is niet voldoende om de virussen te doden. Bovendien kan het virus overleven in een concentratie van 10 ppm (parts per million) chlorine, een hogere concentratie dan normaal aanwezig is in gemeentelijke watersystemen.