Vaccinatie tegen het griepvirus

Risicogroepen
Iedereen die extra risico loopt om ernstig ziek te worden door griep krijgt ieder najaar een uitnodiging van de huisarts voor een gratis griepprik. Een griepprik wordt aanbevolen voor diabetici, hart-, long-, HIV- en nierpatiënten en mensen met verminderde afweer tegen infecties. Dit laatste betreft vooral patiënten met bloedkanker en patiënten met kanker die cytostatica en/of bestraling krijgen. De mensen die behoren tot een risicogroep lopen een grote kans dat de griep in combinatie met hun ziekte een ernstige verslechtering veroorzaakt van hun conditie. De griepprik wordt ook aanbevolen voor mensen van 60 jaar en ouder en voor mensen die veel in aanraking komen met de genoemde risicogroepen, zoals artsen en verpleegkundigen.Buiten risicogroep
De mensen die niet tot een risicogroep behoren en toch een griepprik willen, kunnen tegen betaling een griepprik krijgen. Met een recept van de huisarts kan een griepprik worden gehaald bij de apotheek. Het is mogelijk om de huisarts te vragen om de griepprik te geven. Een griepprik kost 25,-- euro, soms vergoedt de zorgverzekeraar de kosten van het griepvaccin. Sommige werkgevers bieden hun werknemers gratis een griepprik aan.Griepvirusstammen
Griepvirussen veranderen tijdens het vermenigvuldigen van gedaante. Een griepvaccin van een jaar geleden kan dan vaak geen bescherming meer bieden tegen het gemuteerde, nieuwe virus. Daarom moet het vaccin voortdurend worden aangepast aan de meest recente en naar verwachting meest actieve griepvirussen voor de komende winter. De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een netwerk van laboratoria over de hele wereld. Vier samenwerkende centra voor griep kunnen de wereldwijd circulerende griepvirussen identificeren en vaccins samenstellen. De vaccins worden dan ook elk jaar aangepast zodat de jaarlijkse griepprik bescherming kan bieden tegen de ernstige gevolgen van de meest voorkomende griepvirusstammen.Werking en bijwerking
Het griepvaccin bestaat uit gedode, cruciale onderdelen van drie verschillende griepvirusstammen. Na de griepprik zal het immuunsysteem van een gevaccineerde antistoffen gaan aanmaken. Na twee weken is de gevaccineerde maximaal resistent. Als na vaccinatie vervolgens een besmetting plaatsvindt door het griepvirus, dan zullen de aangemaakte antistoffen meteen beginnen met het onschadelijk maken van het binnengedrongen griepvirus. De gevaccineerde kan dan alsnog ziek worden maar de ziekte zal minder ernstig verlopen.De meest voorkomende bijwerking van de griepprik is roodheid, pijn en een lichte zwelling op de plaats van de injectie. Daarnaast kunnen in enkele gevallen lichte koorts en pijnlijke spieren optreden. De griepprik kan overigens geen griep veroorzaken.