Obesitas: oorzaken en behandelingen
Obesitas is een andere naam voor vetzucht. Het woord komt uit het Latijn en betekent letterlijk "veel eten". Obesitas ontstaat wanneer iemand meet energie, dus meer voedsel tot zich neemt dan hij verbruikt. Het lichaam slaat de overtollige energie op in de vorm van vet.
Body mass index
Wanneer is iemand te dik? Het ideale lichaamsgewicht wordt beschreven aan de hand van de Body Mass Index (BMI), een uitvinding van de Belgische wetenschapper Adolphe Quetelet. De BMI wordt bepaald door het lichaamsgewicht te delen door het kwadraat van de lichaamslengte. Iemand die 80 kilo weegt en 1,84 meter lang is heeft dus een BMI van 80 / (1,84x1,84) = 23,6. Deze persoon heeft volgens deze tabel dus een ideaal lichaamsgewicht:
BMI | Gewicht |
lager dan 18,5 | ondergewicht |
tussen 18,5 en 24,9 | normaal (ideaal) gewicht |
tussen 25 en 29,9 | overgewicht |
tussen 30 en 40 | ernstig overgewicht, zwaarlijvigheid |
boven de 40 | extreem overgewicht, morbide obesitas |
Oorzaken van obesitas
Erfelijkheid of milieu?
De oorzaken van obesitas zijn ingewikkeld. Obesitas kan een genetische (erfelijke) oorzaak hebben, maar ook omgevingsfactoren hebben een invloed. De laatste jaren wordt het wel duidelijk dat de erfelijke aanleg een grote rol speelt bij het wel of niet krijgen van obesitas. De ontdekking van het obesitasgen bij muizen versnelde het genetisch onderzoek, en ook bij mensen neemt de zoektocht naar genen die de oorzaak zijn voor obesitas een belangrijke plaats in. Van verschillende genen, zoals het leptinegen en de melanocortine receptor 4 is het nu al duidelijk dat ze een rol spelen bij de energieopslag.
De rol van het eiwit leptine
Leptine zorgt voor een belangrijke rol in het proces dat bij voedselopname ervoor zorgt dat de reserves worden opgeslagen in vetreserves. VIB-onderzoekers uit Gent onder leiding van Jan Tavernier gaan op zoek naar het verband tussen leptine en obesitas. Leptine is een signaaleiwit dat wordt aangemaakt door de cellen van het vetweefsel.Het wordt via het bloed naar de hersenen getransporteerd. Daar bindt het op de leptinereceptor die zich op het membraan van bepaalde hersencellen bevindt. Op die manieren worden de hersenen "ingelicht"over de vetreserves in ons lichaam: wannneer het lichaam veel vetweefsel bevat, komt er veel leptine bij de hersenen binnen. Op die manier geeft het eiwit het signaal om minder voedsel op te nemen en meer energie te verbruiken. Leptine werkt dus als een soort stoplicht: als er veel leptine is staat het licht op groen en kan het lichaam gewoon veel energie gebruiken, als er weinig leptine is staat het licht op rood en moet er zo veel mogelijk energie worden opgeslagen. Dit proces is heel belangrijke voor het regelen van het lichaamsgewicht. Dit blijkt uit poeen met muizen die geden leptine kunnen aanmaken. Een mutatie in het leptinegen zorgt ervoor dat er niet meer of niet meer genoeg leptine kan worden aangemaakt. Door het gebrek aan leptine is bij deze muizen geen goede communicatie tussen het vetweefsel en de hersenen waardoor ze blijven eten en energie op blijven slaan met zwaarlijvigheid tot gevolg. Wanneer leptine bij de muizen wordt ingespoten in deze muizen, vermageren ze weer. Het leek dus al snel dt leptine het wondermiddel was waar iedereen naar op zoek was.
Bij de mens is de leptinetoediening helaas zelden in staat om obesitas te verhelpen: in feite gebeurt dit alleen bij mensen die, net als bij de muizen, door mutaties helemaal geen leptine meer aan kunnen maken. De meeste zwaarlijvige mensen hebben echter geen tekort aan leptine, maar hebben juist een extreem verhoogd leptinegehalte in het bloed. Het probleem zit hem dan in het feit dat de hersenen niet goed reageren op de leptine: ze herkenen het eiwit niet zoals het zou moeten. Dit heet leptineresistentie, en kan onder andere verklaart worden door een fout in het de leptinereceptor. De hersenen merken het dus niet meer als we veel eten, en we blijven dus maar door eten. Toedining van leptine heeft dus meestal geen effect bij de mens.
Experimenteel onderzoek heeft ook aangetoond dat er een verband bestaat tussen mutaties in het gen voor melanocortine receptor 4 en het hebben van obesitas. De mutaties werden vooral gevonden bij obese patienten die last hadden dan eetbuien.
Obesitas door omgevingsfactoren
Naast de genetische factoren zijn natuurlijk ook omgevingsfactoren die een rol spelen bij het al dan niet hebben van obesitas. In vergelijking met vroeger, leveren mensen tegenwoordig veel minder fysieke inspanningen. De wasmachine doet de was, de auto vervoert ons, de kinderen zitten achter de computer in plaats van buiten te spelen, enzovoorts. Ook onze veranderde eetgewoontes hebben een invloed, we eten tegenwoordig veel meer vette dingen dan vroeger, zoals fastfood en kant en klaar maaltijden. De combinatie van slechte eetgewoontes en te weinig fysieke inspanning zorgt voor overgewicht en obesitas. Men neemt teveel energie op die niet vrbrand wordt en dus wordt opgeslagen in onze vetreserves.
Obesitas vormt een groot probleem voor de publieke gezondheid. Zeker in Amerika is het een groot probleem, maar ook in Europa. In de Benelux heeft 43% van de mensen overgewicht, waarvan 23% obesitas heeft. De gevolgen hiervan zijn bijvoorbeeld kortadimigheid, hart- en vaatziekten, diabetes type II en onvruchtbaarheid.
Behandeling
De beste manier om gewicht te verliezen is een combinatie van een dieet met weinig vetten en meer fysieke activiteit, zonder medicijnen. Bij patienten met obesitas of overgewicht is een behandeling met medicijnen alleen aan te raden als de andere manieren niet werken. Het probleem is ook dat er erg weinig geneesmiddelen tegen obesitas op de markt zijn. Orlistat is een van de weinige geneesmiddelen en is alleen geschikt voor patienten met een BMI boven de 30. Het mag niet langer dan 2 jaar gebruikt worden, en moet gebruikt worden in combinatie met een speciaal dieet en gedragstherapie.