Kanker: algemene informatie

Kanker: algemene informatie Na hart en vaatziekten is kanker de grootste doodsoorzaak in Nederland. Ongeveer 69.000 mensen per jaar krijgen te horen dat zij kanker hebben. Dat is 1 op 3. Er is dus een grote kans dat je in je leven en in je directe omgeving te maken krijgt met iemand die kanker heeft.

Wat is kanker

Cellen in het lichaam van de mens zijn geprogrammeerd dat ze zich delen volgens een bepaald schema en afsterven. De cellen kunnen door verschillende invloeden onherstelbaar beschadigd worden, hierdoor kunnen de groei, deling en ontwikkeling van de cel ontregeld raken. Er ontstaat een ongeremde celdeling dat leidt tot een gezwel of tumor. Er zijn goedaardige en kwaadaardige tumoren. Alleen bij een kwaadaardige tumor is er sprake van kanker. Bij goedaardige tumoren dringen de gevormde cellen geen omliggend weefsel binnen, bij een kwaadaardige tumor is dat wel het geval.

uitzaaiingen

De cellen van een kwaadaardige tumor kunnen losraken en via het bloed en/of de lymfe ergens anders in het lichaam terecht komen. Als deze cellen daar verder groeien tot tumoren wordt dat uitzaaiingen (metastasen) genoemd.

Soorten kanker

Er zijn meer dan 100 verschillende soorten kanker. Ieder soort kanker is een op zichzelf staande ziekte. De soorten verschillen zich bijvoorbeeld in: de oorzaken, de klachten, de behandeling en de overlevingskans. De 5 meest voorkomende soorten kanker in Nederland in 2003 zijn: borstkanker, prostaatkanker, longkanker, dikke darmkanker en huidkanker.

Solide en niet solide kanker

Als de abnormale celdeling plaatsvindt in een orgaan zoals de borst, longen, of darm dan is dit een solide vorm van kanker. Solide betekend vast, hecht, stevig. Wanneer de abnormale celdeling bestaat uit bepaalde bloedcellen die in het beenmerg worden gemaakt zoals bij Leukemie of in het lymfestelsel zoals Hodgkin, dan is dit een niet- solide kanker. Niet solide betekend vloeibaar, los. De abnormale celdeling bij niet- solide kanker vind plaats in weefsels die zich op meerdere plaatsen in het lichaam bevinden zoals in het bloed en in het beenmerg.

Oorzaken en risicofactoren

Iedereen heeft een risico om kanker te krijgen. Ruim 1 op de 3 Nederlanders krijgt in zijn leven kanker. Ieder soort kanker heeft een andere oorzaak voor het ontstaan ervan. Het ene soort kanker komt vaker voor dan het andere. Er bestaat niet een specifieke oorzaak voor kanker. Je kunt niet zeggen dat als je rookt weet je zeker dat je kanker krijgt, ook andersom is het zo dat als je niet rookt je ook niet zeker weet dat je geen kanker zult krijgen. Wel is er een verhoogd risico op kanker, wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er een verband bestaat tussen kanker en ons eigen gedrag. Bij ongeveer 50 – 70 % van de mensen die aan kanker overlijden heeft een ongezonde leefstijl een belangrijk invloed gehad op het ontstaan van kanker. De oorzaken en risicofactoren kun je indelen in interne en externe factoren. Onder de interne factoren kunnen erfelijkheid, aangeboren fouten in het DNA, en het immuunsysteem worden gerekend. Onder externe factoren kunnen de leefstijl van de persoon worden gerekend, bijvoorbeeld roken, overmatig alcoholgebruik, weinig lichaamsbeweging etc.

Het milieu waarin iemand zich bevind, bijvoorbeeld zijn werkomgeving waarin hij regelmatig word blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, zoals asbest, radioactieve straling. Virussen spuiten hun eigen virale chromosomen in de cel en proberen zo de macht over te nemen, een voorbeeld hiervan is het seksueel overdraagbare papilloma-virus wat genitale wratten veroorzaakt en deels verantwoordelijk is voor baarmoederhalskanker. Kanker is een samenloop van omstandigheden. Bij langdurige blootstelling aan schadelijke factoren beïnvloed dit pas het risico. Wat voor het ene soort kanker een risico is hoeft dit niet te zijn bij het andere soort, het krijgen van borstkanker zal minder snel te maken hebben met het feit dat je al jarenlang rookt, terwijl dit bij longkanker wel het geval is.

Hoe wordt er op kanker onderzocht?

Vroege ontdekking van kanker is belangrijk. Hoe eerder er ontdekt wordt dat er sprake is van kanker, hoe beter de kanker behandeld kan worden en hoe kleiner de kans is op een ingrijpende behandeling. Ook wordt de overlevingskans hiermee vergroot. Er zijn 3 methoden om kanker vroegtijdig op te sporen:
  • Het herkennen van ‘waarschuwingssignalen’ en hiermee naar de huisarts gaan zoals bijvoorbeeld slikklachten, blijvende heesheid of hoest, nieuwe of veranderende moedervlekken, een schilfertje of bobbeltje op de huid, een verdikking of bobbeltje ergens in het lichaam , ongewoon bloedverlies of afscheiding, blijvende veranderende stoelgang, urinewegproblemen, gewichtsverlies. Over het algemeen is het verstandig om met deze en andere klachten naar de huisarts te gaan als de klachten na 4 weken nog niet over zijn. Soms is het goed om al eerder naar de huisarts te gaan bij bijvoorbeeld urinewegproblemen zoals moeilijk kunnen plassen, pijn bij het plassen en bloed in de urine.
  • Regelmatig zelfonderzoek doen. Door dit regelmatig te doen raak je vertrouwd met het eigen lichaam en kun je eventuele veranderingen makkelijker opmerken. Zelfonderzoek kan bijvoorbeeld bij de borsten, zaadballen en de huid.
  • Gebruik maken van methoden om bepaalde soorten kanker vroegtijdig op te kunnen sporen zoals bevolkingsonderzoeken als het uitstrijkje en borstfoto’s.

Als de huisarts vermoed dat het om kanker gaat zal hij de patiënt doorverwijzen naar het ziekenhuis en aanraden om verschillende onderzoeken te ondergaan. Geen enkel onderzoek geeft een volledig beeld van de situatie, daarom worden vaak verschillende onderzoeken gedaan:
  • Bekijken en betasten. Sommige soorten kanker zijn met het blote oog zichtbaar en kunnen door de huid heen gevoeld worden.
  • Bloedonderzoek. Er wordt hierbij gekeken naar welke hoeveelheden stoffen het lichaam maakt. Een abnormale waarde van een bepaalde stof in het lichaam kan een teken zijn van een ziekte.
  • Punctie. Met een dunne naald wordt in het gezwel geprikt, vocht en weefselcellen worden opgezogen voor onderzoek in het lab.
  • Biopsie. Cellen of weefsels worden weggenomen en onderzocht onder een microscoop. Er bestaan verschillende vormen van biopsie: Naaldbiopsie: een dikkere naald wordt via een kleine insnede het gezwel ingebracht, een stukje weefsel of vocht wordt opgezogen. Incisiebiopsie: ter hoogte van het gezwel wordt een snede gemaakt, uit dit gezwel wordt dan een stukje weefsel weggesneden. Excisiebiopsie: er wordt niet in het gezwel gesneden, maar het hele gezwel wordt meteen weggesneden, met een stukje gezond weefsel eromheen.
  • Beeldvorming. veel tumoren kunnen met radiologisch onderzoek in beeld gebracht worden. Er kan op verschillende manieren beelden verkregen worden van de binnenkant van het lichaam: röntgenfoto’s: röntgenstralen (of X- stralen) kunnen door verschillende materie heen gaan, lucht, water, vet en spieren. Bot, dicht weefsel en metaal stoppen de stralen bijna helemaal. Je krijgt hierbij een ‘plat’ beeld waarop de materie waar de stralen minder goed doorheen komen te zien zijn als lichte plekken tegen een donkere achtergrond. Radiografie met contraststof: soms zijn de verschillen van bepaalde weefsels niet voldoende zichtbaar. Er word dan een contrastof in het lichaam gebracht die de röntgenstralen goed tegenhoudt om een beter beeld te krijgen. CT- scan: er wordt met röntgenstralen om de paar millimeter een foto gemaakt uit verschillende hoeken. Schijfje voor schijfje wordt het lichaam met behulp van een computer in beeld gebracht. Magnetische resonantie: magnetic resonance imaging is een scan waarbij met een sterke magneet en radiogolven beelden gemaakt worden met behulp van een computer. Mammografie: een röntgenfoto van de borsten. Het toestel waarmee de mammogram gemaakt wordt is zo gemaakt dat het de borsten klem houdt tussen twee doorzichtige platen in. Botscan: kleine ongevaarlijke hoeveelheden radioactief materiaal worden in het bloed van de patiënt ingespoten. Dit materiaal verspreid zich en komt in het bot terecht. Daar kan het worden opgespoord met een scanner. PET- scan (positron emission tomography): een soort botscan waarbij licht radioactieve glucose wordt ingespoten. Er wordt een computerbeeld gemaakt van de plaatsen waar de stof in het lichaam is. Kwaadaardige cellen hebben namelijk meer glucose nodig omdat ze actiever zijn en dus meer brandstof nodig hebben. Met deze scan kan gezien worden waar er meer glucose wordt opgenomen en dus waar meer kwaadaardige cellen zitten. Echografie: het beeld wordt gemaakt door middel van geluidsgolven.

Behandeling

De arts houdt er bij de behandeling vooral rekening mee met het soort kanker, hoe groot de tumor is en de conditie en leeftijd van de patiënt.
Als de kanker nog in een vroeg stadium is ontdekt, kan er met één behandelingsmethode al succes worden geboekt, vaak worden er verschillende therapieën gebruikt.

Er kunnen verschillende doelen van de behandeling zijn:
  • curatief: bedoeld om de patiënt te genezen.
  • adjuvant: als aanvulling op een curatieve behandeling, bedoeld om een beter eindresultaat te krijgen.
  • neo- adjuvant: gegeven vóór een curatieve behandeling, gericht op een beter eindresultaat. Bijvoorbeeld een bestraling om de tumor te verkleinen.
  • palliatief: het afremmen van de ziekte en het verminderen van de klachten als de ziekte niet meer te genezen is.

Chirurgie, radiotherapie en chemotherapie zijn de belangrijkste behandelingen bij kanker. Bij chirurgie verwijderd de chirurg het zieke orgaan of een deel ervan. Hij haalt de tumor en ook een stukje van het gezonde weefsel weg, daarmee vergroot hij de kans dat alle kankercellen weg zijn. Meestal worden ook de nabijgelegen lymfeklieren verwijderd zodat die kunnen worden onderzocht of er ook kankercellen in zitten. Radiotherapie is een plaatselijke behandeling door middel van straling. Door middel van radioactieve straling worden de kankercellen vernietigd en zoveel mogelijk gezonde cellen wordt geprobeerd te sparen. Bij uitwendige bestraling wordt bestraalt vanuit een machine buiten het lichaam. Bij inwendige bestraling (brachytherapie) wordt het materiaal dat de straling produceert in het lichaam gebracht. Dit wordt onder verdoving of narcose bij tumoren toegepast die vrij makkelijk te bereiken zijn. Bij chemotherapie wordt met medicijnen (cytostatica) de celdeling van de kankercellen geremd of vernietigd. Vaak worden combinaties van cytostatica gegeven omdat niet alle kankercellen even gevoelig zijn voor dezelfde medicijnen. Het kan op verschillende manieren worden toegediend: oraal, infuus of injectie.

Er zijn nog andere behandelingen mogelijk, maar deze worden minder vaak toegepast.
  • Hormoontherapie: sommige soorten kanker zijn afhankelijk van hormonen, bij de behandeling met hormoontherapie wordt de productie van deze hormonen beperkt waardoor de groei van de tumor afneemt of de tumor kleiner wordt.
  • Immunotherapie: met middelen wordt het eigen afweersysteem versterkt.
  • Hyperthermie: behandeling met warmte. Het gezwel wordt met microgolven verwarmd tot een temperatuur van 40-45 graden. Een deel van de kankercellen gaat hierdoor dood, een ander deel van de kankercellen worden zo gevoeliger voor een andere behandeling.
© 2007 - 2024 M_vermaat, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Kanker: teelbalkankerTeelbalkanker is een redelijk zeldzame vorm van kanker, die ongeveer 4 op de 100.000 mannen treft. De kanker begint mees…
De ziekte kankerDe ziekte kankerKanker is na hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. De afgelopen vijftig jaar is men veel meer…
Kanker: SchildklierkankerSchildklierkanker is een soort kanker die maar vrij zelden voorkomt. Ongeveer 2 op de 100.000 mensen worden jaarlijks ge…
Dikkedarmkanker: Klachten, diagnose, behandelingDikkedarmkanker: Klachten, diagnose, behandelingDikkedarmkanker is van de soorten kanker, die voorkomen in het spijsverteringskanaal, samen met endeldarmkanker, de mees…

Epilepsie: de vallende ziekteEpilepsie: de vallende ziekteStel nu dat je iemand tegen komt die een epilepsie aanval krijgt...weet jij dan wat je moet doen? Nogal wat mensen hebbe…
Begeleiding van Dementerende OuderenBegeleiding van Dementerende OuderenOmgaan met dementerende ouderen is niet altijd gemakkelijk. Tien jaar heb ik gewerkt met dementerende ouderen, variërend…
Bronnen en referenties
M_vermaat (60 artikelen)
Laatste update: 20-09-2016
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Ziekten
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.