Hoe herken je een delier en wat kan je er tegen doen?
Hoe herken je een delier en wat kan je er tegen doen? Een goeie vraag... In dit artikel staat het antwoord.
Hoe herken je een delier en wat kan je er tegen doen?
Een delirium kan binnen een paar uur, maar ook in een aantal dagen ontstaan. Het hangt een beetje van de situatie af hoe snel het ontstaat. Als iemand plotseling een zware operatie zal moeten ondergaan ontstaat een delirium sneller dan als iemand al maanden wacht op een lichte operatie.
Er zijn meerdere verschijnselen die vooraf kunnen gaan aan een delirium. Zo kan iemand ’s nachts slapeloos zijn en overdag heel suf, ook krijgen sommige mensen hele levendige dromen of nachtmerries, zijn er corrigeerbare momenten van desoriëntatie, hebben mensen moeite met denken en zijn ze soms bang en geïrriteerd. Deze symptomen kunnen binnen één tot drie dagen overgaan in een volledig beeld van een delirium.
Als een persoon volledig delirium heeft krijgt hij last van:
- Bewustzijnsstoornissen: De patiënt is niet helemaal helder, hij beseft niet wat er in zijn omgeving gebeurt, maar hij is niet in coma.
- Aandachtsstoornissen: De patiënt is makkelijk afgeleid, of reageert bijna niet meer. Hij kan zijn aandacht moeilijk concentreren.
- Gestoord denkproces: Als een patiënt delirium heeft, heeft hij meestal geen ziektebesef, hij kan niet logisch denken en ze zijn vaak achterdochtig.
- Oriëntatie stoornis: De persoon heeft in het begin geen besef van tijd meer, maar later heeft hij ook geen besef meer van plaats en persoon.
- Waarnemingsstoornissen: een patiënt kan illusies en hallucinaties krijgen.
- Slaap- waakritmestoornis: Deze is altijd verstoord en vaak geheel omgekeerd.
- Psychomotorische stoornissen: Vaak treden er stemmingsstoornissen op. Een persoon kan emotioneel heel labiel worden, hij kan radeloos worden, somber, vijandig, of prikkelbaar. Ook kan er een reflexverandering optreden. Bij een ernstig delirium en bij ouderen mensen kan incontinentie voor urine en fases voorkomen.
De ene persoon heeft een grotere kans op een delirium dan de andere. Dit hangt vooral van de lichamelijke en geestelijke toestand af. Personen die het grootste risico lopen om delirium te krijgen zijn:
- Vooral oudere mensen
- Mensen die geneesmiddelen gebruiken die psychoactief werken.
- Mensen die andere medicatie voorgeschreven krijgen.
- Mensen waarbij de activiteiten in het dagelijks leven veranderen
- Mensen die ondervoed zijn
- Mensen die meerdere stoornissen tegelijk hebben.
- Mensen met cognitieve stoornissen (verstandelijk niet helemaal goed)
- Mensen die meerder medicaties gebruiken
Om een delirium daadwerkelijk vast te stellen zijn er verschillende meetinstrumenten ontwikkeld.
- Screeningsintstrumenten: Deze zijn geschikt voor het opsporen van delirante symptomen voordat formeel de diagnose gesteld is.
- Diagnostische instrumenten: Deze zijn ontwikkeld voor het stellen van de diagnose.
- Ernstmeetinstrumenten: Deze hebben als doel de ernst van een delirium te meten. Er worden punten toegekend aan de mate van verwardheid, cognitieve beperkingen en gedragsstoornis.
Om te voorkomen dat iemand daadwerkelijk een delier krijgt kun je onder andere invloed uitoefenen op de volgende factoren. Deze kun je ook gebruiken om een delirium te verminderen bij iemand die al een delirium heeft.
- Compenseren van zintuiglijke gebreken door de persoon te voorzien van een bril/ gehoorapparaat.
- Instellen van een loopprogramma of het driemaal daags uitvoeren van activiteiten die aansluiten op de bewegingsmogelijkheid.
- Vermijden meer nieuwe medicijnen tegelijk in te voeren
- Minimaliseren van het gebruik van immobiliserend materiaal als een verblijfskatheter en vrijheidsbeperkende middelen
- Stimuleren van vochtopname om een goede vochtbalans te behouden
- Gebruik van warme melk, kruidenthee, ontspanningsbandjes, muziek en massage om slaap op te wekken en angst te verminderen.
- De persoon laten meehelpen in zijn verzorging
- Lage duidelijke, kalme stem gebruiken en oogcontact houden.
- Stimuleer familiebezoek en zorg ervoor dat de persoon steeds dezelfde zorgverleners ziet.
- Werk infuusaansluiting of kateters weg of verstop ze onder kleding of lakens
- Probeer de routine van de persoon in stand te houden.
- Creëer een bekende omgeving door spullen van thuis te laten meebrengen
- Zorg dat er een klok en kalender aanwezig zijn om de oriëntatie te handhaven.
- Maak gebruik van licht om dag en nacht aan te geven.
Een delirium kan dus vrij makkelijk ontstaan. Meestal duurt een delirium een aantal dagen tot een aantal weken. Bij oudere mensen komt het wel eens voor dat een delirium een aantal maanden duurt of dat de persoon niet meer helemaal herstelt. Het kan zelfs gebeuren dat de persoon in coma raakt of komt te overlijden.