Kanker: Is ons leefmilieu de oorzaak?

Het slechte nieuws is dat het aantal kankergevallen de laatste jaren fors is toegenomen. Het goede nieuws is dat de meest recente cijfers uit de VS aantonen dat we voor het eerst te maken hebben met een daling van het aantal mensen dat getroffen wordt door kanker. Is ons leefmilieu de oorzaak is van een groot aantal van deze kankergevallen? Op deze vraag wordt getracht een antwoord te geven in volgend artikel. In 2005 werden 57 185 nieuwe gevallen van kanker vastgesteld in België, namelijk bij 31 484 mannen en 25 701 vrouwen. De voorbije twintig jaar noteert men in de meeste Europese landen een stijging van de incidentie van kankers. Deze stijging is op verschillende manieren te verklaren. Vooreerst zijn er demografische veranderingen, met een toename en vergrijzing van de bevolking. Het aantal kankers stijgt immers recht evenredig met de leeftijd. Ook speelt de vooruitgang inzake opsporing, diagnostiek, medische technieken en registratie een aanzienlijke rol. Het is dan ook moeilijk om in te schatten welke omgevingsfactoren een invloed hebben op de bevolking.
Dit doet echter niets af aan het feit dat veranderingen in ons leefmilieu ook deels verantwoordelijk kunnen zijn voor het ontstaan van bepaalde kankers.
In Frankrijk bracht het lnstitut national de la santé et de la recherche (INSERM) in kaart wat we weten over het verband tussen ons leefmilieu en negen specifieke kankers. Deze werden geselecteerd omwille van de stijging van hun incidentie de voorbije 25 jaar. Het gaat om long-, borst-, eierstok-, teelbal-, prostaat- en schildklierkanker, maar ook om mesotheliomen, kwaadaardige bloedziektes en hersentumoren. Zie onderstaande tabel.

Incidentie van negen vormen van kanker in België in 2005
Soort kankerMannenVrouwen
Prostaat9510-
Borst819405
Long52681540
Non-Hodgkinlymfoom1009821
Schildklier165484
Hersentumoren437284
Teelbal283-
Mesothelioom20647
Leukemie kinderen5345
Hersentumoren kinderen3222

Waarom zoveel nieuwe gevallen?

Experts van het INSERM stelden een balans op van de incidentie van deze negen kankers. Vooraleer dieper in te gaan op hun bevindingen betreffende de omgevingsoorzaken, vatten we hieronder het algemeen besluit samen:

  • In 2005 was prostaatkanker de kanker die het meest voorkwam. Het is tevens de kanker waarvan de incidentie de jaren ervoor het sterkst was gestegen. Deze cijfers laten zich echter grotendeels verklaren door de toename van het aantal doseringen in het bloed van het PSA (Prostate Specific Antigen).
  • Borstkanker blijft de meest voorkomende kanker bij vrouwen. Het aantal nieuwe gevallen in België is proportioneel bij de hoogste in Europa. Toch is het moeilijk om cijfers te kleven op het deel dat te wijten is aan de evolutie van risicofactoren in het leefmilieu, aan ons gedrag en aan de uitbreiding van individuele en georganiseerde opsporing.
  • De incidentie van longkanker bij mannen steeg tot eind jaren 90. Daarna daalde dit cijfer in de periode 2000-2005. Bij de vrouwen daarentegen is dit cijfer in de periode 2000-2005 blijven stijgen. De meest vanzelfsprekende oorzaak is tabak.
  • Kwaadaardige non-Hodgkinlymfomen zijn de meest voorkomende hematologische kankers bij volwassenen. Hun incidentie steeg gelijkmatig van 1980 tot eind jaren 90, voor beide geslachten. De toename kende een vertraging bij vrouwen en werd niet meer waargenomen bij mannen in de periode 2000-2005.
  • Van de nieuwe gevallen van schildklierkanker geregistreerd in 2005 vinden we drie kwart terug bij vrouwen. Hun incidentie kende een sterke stijging tussen 1980 en 2005. Dankzij de steeds vroegere opsporing heeft deze stijging vooral betrekking op gevallen met een goede genezingskans.
  • De incidentie van hersentumoren steeg gelijkmatig met 1% per jaar tussen 1980 en 2005. De verzamelde cijfers laten niet toe om in te schatten welk deel van die stijging het resultaat is van betere diagnosetechnieken en meerbepaald van de vooruitgang in medische beeldvorming.
  • De incidentie van teelbalkanker steeg jaarlijks met 2,5% tussen 1980 en 2005. Deze stijging is wereldwijd waar te nemen, maar meer uitgesproken in Europa.
  • In Frankrijk steeg de incidentie van mesothelioom bij mannen jaarlijks met bijna 5% tussen 1980 en 1995. Tussen 2000 en 2005 daalde dit cijfer. Dit komt overeen met een daling van de incidentie bij personen die geboren zijn na 1930. Bij de vrouwen steeg de incidentie met gemiddeld 3,1 % tijdens de periode 1980-2005 om daarna tussen 2000 en 2005 te dalen tot 1,8%.
  • Van alle mogelijke soorten kankers bij kinderen stelt men in België jaarlijks zowat 350 nieuwe gevallen vast. De meest voorkomende is leukemie, gevolgd door hersentumoren. Maar de factoren die aan de oorsprong liggen van kanker bij kinderen zijn weinig gekend en waarschijnlijk veelvuldig. Naast de geïdentificeerde genetische factoren worden vandaag de omgevingsfactoren aan de kaak gesteld: ioniserende stralingen, rokende ouders, benzeen, pesticiden, enzovoort. Toch is het erg moeilijk om met zekerheid een verband aan te tonen tussen omgevingsfactoren en kanker bij kinderen. De studies kennen immers meestal een klein draagvlak en tal van regelmatig terugkerende fouten (zoals een niet-representatief panel, een variabele klassering naargelang de blootstelling, enzovoort).

De oorzaken

Experts hebben voor elk van deze negen kankers de internationale literatuur geanalyseerd. Wat betreft de omgevingsfactoren hielden ze - voor zover de blootstelling aan deze stoffen niet te wijten is aan individueel gedrag - rekening met de fysieke, chemische of biologische stoffen aanwezig in atmosfeer, water, bodem of voeding. Zo omvat deze studie passief roken, maar niet het actief roken. Het onderzoek houdt rekening met zowel de algemene omgevingsfactoren als met deze in het beroepsmilieu.
Het resultaat van de studie is duidelijk: de experts erkennen de verantwoordelijkheid van verschillende omgevingsfactoren bij een aantal van de negen bestudeerde kankers. De stoffen die voor de meeste problemen zorgen en die betrokken zijn bij deze ziekten werden eerder in dit werk besproken. De informatie die volgt geeft een samenvatting hiervan. Daarnaast geven we een overzicht van de genomen maatregelen om de bevolking te beschermen tegen deze kankerverwekkende stoffen en stellen we er ook enkele nieuwe voor die het overwegen zeker waard zijn.

Asbest

Asbest is zeker kankerverwekkend voor zowel borst- als borstvlieskanker of mesothelioom (ook bij afwezigheid van asbestose). De blootstelling aan deze stof is de meest voorkomende oorzaak van longkanker als beroepsziekte.
Sinds eind jaren 90 noteren we een duidelijke daling van het blootstellingsniveau. Toch worden verschillende beroepsgroepen nog steeds geconfronteerd met materialen die asbest bevatten.
Daarom heeft men reglementaire voorschriften opgesteld omtrent de correcte verwijdering van materialen die deze kankerverwekkende stof bevatten, de te volgen procedures voor inventarisatie, voor controle van de staat van bewaring van de nog aanwezige materialen en voor het beheercircuit van asbestafval.
In de loop van de voorbije jaren ruilden we asbestvezels in voor minerale vezels (glaswol, rotswol, slakkenwol, vuurvaste keramische vezels). Het INSERM en het IARC onderzochten hun eigenschappen en hun kankerverwekkend potentieel. Geen enkele epidemiologische studie toonde opvallend meer mesotheliomen aan bij arbeiders blootgesteld aan deze vervangingsvezels. Maar, gezien de latentietijd (tijd tussen blootstelling en diagnose) bij dit type van kanker (een twintigtal jaar of meer)., moeten deze mensen nog verder worden opgevolgd.
Daarnaast mag men ook de risico's van een 'paraprofessionele' blootstelling niet uit het oog verliezen. Deze kan het gevolg zijn van een contact met arbeiders die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn blootgesteld, van het werken met huishoudapparatuur of van het doe-het-zelven.

Radon

Ook radon wordt voor longkanker geklasseerd als zeker kankerverwekkend. Het staat vast dat radon risico's inhoudt, ook in de concentraties die soms zijn terug te vinden in woningen of openbare gebouwen. Dit opvallend hoger risico wordt geschat op 8 à 10% voor 100 Bq/m3. In Vlaanderen bedraagt de gemiddelde concentratie 40 Bq/m3, in Wallonië is dat 80 Bq/m3. De hoogste waarden noteert men in de Ardennen.
Vandaag bestaat er geen verplichte norm voor radon, noch in België, noch in de Europese Unie. De EU beveelt echter wel aan om op te treden bij concentraties hoger dan 400 Bq/m3 in bestaande woningen en 200 Bq/m3 in nieuwe woningen.
België heeft deze aanbeveling overgenomen.

Fijn en ultrafijn stof

Verschillende studies legden het verband bloot tussen stofdeeltjes en longkanker. De deeltjes PM10 (met een diameter kleiner dan 10 micrometer) zijn divers en variëren naargelang de plaats en de periode van het jaar. Deze stofdeeltjes zijn vooral afkomstig van het autoverkeer, huishoudelijke verwarmingsinstallaties en industriële activiteiten. De deeltjes PM2,5 (met een diameter kleiner dan 2,5 micrometer) zijn schadelijker omdat ze de longblaasjes bereiken.
Studies stellen dat men in elk van de 23 bestudeerde Europese steden jaarlijks 1 300 tot 1 900 overlijdens door longkanker kon vermijden indien de gemiddelde waarden van PM2,5 waren teruggebracht tot 20 - 15 pg/m3. Experts menen dat in de grote agglomeraties ongeveer 10% van de longkankers doorsnee genomen te wijten is aan PM2,5.
De nieuwe Europese richtlijn over luchtkwaliteit (gepubliceerd in juni 2008) introduceert een drempel voor PM2,5-deeltjes. Tot op heden is deze niet-gereglementeerd. De richtwaarde van 25 pg/m3 voor 2010 wordt dwingend vanaf 2015.

Ioniserende stralingen (röntgen en gamma)

Studies tonen aan of suggereren dat de blootstelling aan ioniserende straling (röntgen en gamma) het risico op verschillende kankers verhoogt: longkanker, schildklierkanker, borstkanker, maar ook leukemie, mesotheliomen en hersentumoren. Het hoge risico verbonden aan deze straling, door het IARC als kankerverwekkend erkend, is doorsnee genomen groter bij blootstelling tijdens de kinderjaren. Onderzoeken wijzen er tevens op dat herhaald radiologisch onderzoek, tijdens de kinderjaren of de volwassenheid, het risico op borstkanker verhoogt. Ook het risico op andere kankers kan toenemen.

Werknemers in de nucleaire industrie, radiologen en radiologietechnici krijgen met de hoogste blootstellingsniveaus te maken. Bij patiënten zijn scanonderzoeken verantwoordelijk voor ongeveer 40% van de totale ontvangen dosis.

Pesticiden

Beroepsmatige blootstelling aan pesticiden linkt men aan bepaalde vormen van leukemie. Studies in het landbouwmilieu suggereren ook hun betrokkenheid bij hersentumoren en hormoonafhankelijke kankers, zoals prostaat-, borst-, teelbal- en eierstokkanker. Bij kinderen wordt het huishoudelijk gebruik van pesticiden, bijvoorbeeld bij huishoudelijke insecticiden (door de moeder tijdens de zwangerschap en bij blootstelling tijdens de kinderjaren), regelmatig in verband gebracht met leukemie en, in mindere mate, met hersentumoren.

Onder de groep pesticiden vallen verschillende klassen van chemische producten bestemd voor divers gebruik (insecticiden, onkruidverdelgers, schimmelwerende producten enzovoort). Het IARC klasseert het professionele gebruik van niet-arseenhoudende insecticiden als waarschijnlijk kankerverwekkend (categorie 2A). Arsenicum staat geklasseerd als zeker kankerverwekkend, en captafol en ethyleendibromide eveneens als waarschijnlijk kankerverwekkend. Ten slotte zijn 18 moleculen, waaronder DDT, als mogelijk kankerverwekkend geklasseerd (categorie 2B). Toch vindt men op de markt duizenden van deze stoffen. De risico's die ze mogelijk inhouden, kunnen niet worden geëvalueerd omdat toxicologische en epidemiologische gegevens ontbreken.

De meeste studies zijn niet bepaald nauwkeurig. Vaak onderzoeken ze alleen het gebruik van pesticiden of van grote klassen als geheel, zoals insecticiden, onkruidverdelgers of schimmelwerende middelen. De realiteit van het gebruik van pesticiden in agrarische context is echter veel complexer, onder andere door de diversiteit van de teelt, van de verschillende taken van de landbouwer en van het gebruikte materiaal.
Pesticiden vindt men overal terug. We worden eraan blootgesteld via onze voeding, drank, binnen- en buitenlucht, enzovoort. De informatie over de gezondheidsrisico's zijn te verdeeld om drempels te kunnen vastleggen voor dosissen die ongevaarlijk zijn voor onze gezondheid en naargelang de verschillende manieren van blootstelling.
© 2010 - 2024 Guy1962, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Ziekten: KankerZiekten: KankerAf en toe merk je wat op aan je lichaam wat je niet vaker hebt gezien. Je gaat je allerlei dingen in je hoofd zitten hal…
Metastasering carcinoom, symptomen en behandelingMetastasering carcinoom, symptomen en behandelingEen carcinoom is een kwaadaardig gezwel, ook wel woekering of tumor genoemd. Wanneer dit kwaadaardig is spreken we ook w…
Kanker: uitleg en de vijfjaarsoverlevingKanker: uitleg en de vijfjaarsoverlevingKanker is een van de grootste doodsoorzaken. Ruim één op de drie mensen krijgt een vorm van kanker. Er zijn honderden so…
Botkanker: Vormen, symptomen en behandelingBotkanker: Vormen, symptomen en behandelingBotkanker kent vele uitingsvormen. Botkanker bij volwassenen is dikwijls een uitzaaiing van een ander type kanker, dat e…

COPD en de afhankelijkheid van zuurstofDe verzamelnaam voor de longziekten 'chronische bronchitis' en 'longemfyseem' is COPD. Hierbij zijn de longen vaak zo on…
Stress en de werkgeverStress en de werkgeverMaar liefst 29 procent van de werknemers heeft last van ernstige stress. Zij geven aan op minimaal vijf dagen per jaar n…
Bronnen en referenties
  • Bron: 'Leefmilieu en kanker, een ruime kijk' Nationaal kankerregister
Guy1962 (193 artikelen)
Gepubliceerd: 19-10-2010
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Ziekten
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.