Kanker, dodelijk of niet?
Er is bijna geen ziekte waar we zo bang voor zijn als voor kanker. Als patiënten met deze ziekte worden geconfronteerd, vallen ze vaak in een diep gat. Hoe moet het nu verder? Gedachtes aan pijn, lijden, lange ziekenhuisopnames, bedlegerigheid en de dood gaan door het hoofd. Wat helpt, is informatie en kennis van kanker.
Wat is kanker?
Medici spreken van kanker (of tumor) als de vorming van nieuwe lichaamscellen ongecontroleerd gebeurt. Als een cel afsterft, zorgt het lichaam er normaal gesproken voor, dat die vervangen wordt, maar alleen zolang er nieuwe cellen nodig zijn. Bij een tumor daarentegen heeft de celdeling en nieuw ontstaan weefsel zich verzelfstandigt. Het begrip 'tumor' komt uit het Latijn en betekent gezwel. Het nieuwe tumorweefsel wordt in medische vaktermen vaak benoemd als neoplasie.
Goedaardige tumoren
Men kan tumoren onderscheiden in goedaardig en kwaadaardig. Goedaardige tumoren kopiëren meestal het weefsel, waaruit ze ontstaan. De afzonderlijke cellen zijn goed ontwikkeld en gezonde cellen worden nogal eens niet opgemerkt. Goedaardig tumoren groeien in de regel langzaam, hebben duidelijke grenzen en bevinden zich alleen op het getroffen orgaan. Ze verstoren de omgeving niet en veroorzaken lange tijd geen of weinig klachten.
Dochtergezwellen ontstaan niet door goedaardige tumoren. Ze kunnen goed verwijderd worden door een chirurg en zijn zelden levensbedreigend. Door hun groei kunnen echter bloedvaten of organen die er dichtbij liggen, platgedrukt worden en daardoor schade veroorzaken. Dit ziet men vooral wanneer er geen plaats is, bijv. in het hoofd. Dan kan een goedaardige tumor ook dodelijk zijn. Voorbeelden van goedaardige tumoren zijn vetgezwellen, lever- en moedervlekken.
Boosaardige tumoren
Bij boosaardige tumoren is vaak te herkennen waar ze vandaan komen, de afzonderlijke cellen zijn goed ontwikkeld. Hoe slechter ze ontwikkeld zijn en hoe minder de cellen op het oorspronkelijke weefsel lijken, des te boosaardiger is de tumor. Boosaardige tumoren kunnen ook uit goedaardige tumoren voortkomen. Ze groeien snel, hebben geen duidelijke grenzen, verstoren omliggende organen en dringen binnen in de bloedvaten en lymfeklieren. Daardoor kunnen tumorcellen in andere organen komen en daar uitzaaien. Voorbeelden van boosaardiger tumoren zijn darmkanker, borstkanker, baarmoederhalskanker, prostaatkanker en huidkanker.
Oorzaken
Kanker is geen erfelijke ziekte, maar bij sommige tumoren (borst-, eierstok-, of darmkanker) bestaat een genetische aanleg. Zo kan het zijn dat familie van vrouwen met borstkanker een verhoogd risico lopen zelf borstkanker te krijgen. Reden daarvoor zijn de afwijkingen in het erfelijk materiaal van de vrouw, die wel vererfd kunnen worden. Bij de meeste kankersoorten ontwikkelen de veranderingen in het erfelijk materiaal zich echter pas in de loop van het leven. Ze worden dus niet vererfd, maar verworven.
Veel kankerverwekkende factoren zijn nog niet bekend. Het staat slechts vast, dat o.a. leefomgeving en levensstijl bij kunnen dragen aan het ontstaan ervan. Zo is wetenschappelijk bewezen, dat chemische substanties als aromatische koolwaterstoffen, die zich in tabaksrook en uitlaatgassen van motoren bevinden, kankerverwekkend kunnen zijn. Nitrosamine, wat in veel levensmiddelen als bijv. pekelvlees voorkomt, maar ook ontstaan in de maag uit nitraten en nitriten, kunnen bij een hoge dosering zorgen voor tumoren. Gif van paddestoelen (mykotoxine) is ook kankerverwekkend. Het meest bekend is aflatoxine, dat in schimmel op verscheidene levensmiddelen zit.
Straling kan ook een oorzaak van kanker zijn, en dan hebben we het over UV-straling op de huid door zon of solarium, wat huidkanker kan veroorzaken. Radioactieve straling (röntgenstralen) kan de botten beschadigen. Omdat in de botten bloedcellen geproduceerd worden, kan het gevolg leukemie (bloedkanker) zijn. Bovendien is schade aan de schildklier mogelijk. Dat kan weer leiden tot kankerverwekkende stoffen aan de schildklier en lymfeklierkanker.
Ook virussen, zoals bijv. het menselijke papillonvirus, kunnen tumoren doen ontstaan. Zo is het risico op baarmoederhalskanker duidelijk verhoogd bij vrouwen die het papillonvirus type 16 en 18 in de slijmvliescellen van de baarmoederhals hebben. Een ander voorbeeld zijn bepaalde herpesvirussen, die kunnen leiden tot lymfeklier- en bloedkanker. Bij patiënten met leverkanker wordt ook vaak het hepatitis B of C virus gevonden, wat als gevolg van een leverontsteking kan ontstaan.
Tot slot kunnen hormonen de groei van kanker ook aansporen en versnellen, in het bijzonder de geslachtshormonen. Zo is er een verband tussen het mannelijk geslachtshormoon testosteron en prostaatkanker.
Man, vrouw en kind
Omdat het risico om kanker te krijgen toeneemt naarmate men ouder wordt, gaan deskundigen er van uit, dat het aantal zieken tot het jaar 2030 dubbel zoveel zal worden.
De drie meest voorkomende kankersoorten bij mannen zijn:
- prostaatkanker
- darmkanker
- longkanker
De drie meest voorkomende kankersoorten bij vrouwen zijn:
- borstkanker
- darmkanker
- longkanker
Zowel bij vrouwen als mannen is kanker, na hart- en vaatziekten, al vele jaren doodsoorzaak nummer twee. Ook bij kinderen en jeugd onder de 15 jaar is kanker, na ongelukken, de tweede doodsoorzaak, hoewel de kans op genezing in deze leeftijdsgroep op 80% ligt. Het aantal nieuwe zieken is al lange tijd constant. De meest voorkomende kankersoorten zijn bloedkanker, hersentumoren, rugtumoren en lymfeklierkanker.