Heermoes veelzijdig geneeskrachtig
De geschiedenis van de paardestaartfamilie gaat terug tot zo'n 400 miljoen jaar geleden: in het paleozoïcum bestonden er reeds paardenstaarten met enorme afmetingen. Leden van de paardenstaartfamilie vindt men vaak terug als fossielen in steenkoollagen. Zowel de oude Grieken als de Romeinen kenden de geneeskracht van de plant.
Dioscorides maakt melding van de plant als wondhelend, bloedstelpend en urinedrijvend. Galenus deed in de 2de eeuw voor Christus de uitspraak dat heermoes:
'pezen kan helen, zelfs als ze doormidden zijn gesneden'. In de middeleeuwen lijkt het gebruik weg te deemsteren, Hildegard von Bingen bevond het kruid onbruikbaar voor medische doeleinden. Culpeper beschrijft in de 17de eeuw de paardenstaart als middel tegen uit- en inwendige bloedingen, als heler van verse wonden en hulpmiddel bij huidproblemen. Kneipp, de grondlegger van de hydrothérapie, herontdekte de plant als veelzijdig geneeskruid, te gebruiken in zitbaden en als warme omslagen.
Inhoudstoffen
- 15 tot 20% van het drooggewicht bestaat uit mineralen, vooral silicium als anorganisch mineraal en 5 tot 8% als organisch kiezelzuur; kalium: 2,1 tot 2,9%; calcium, mangaan, magnesium, natrium, ijzer, zwavel, zink, selenium, chroom, cobalt, fosfor.
- Flavonoïden die veranderlijk zijn volgens het type: het Europese chemotype bevat voornamelijk quercitine 3-O-bèta-D-glucopyranoside en zijn malon-esters, quercitine 3-0- sophoroside, enkwanine, protogenkwanine 4'-O-bèta-D-glucopyranoside; het Noord-Amerikaanse en het Aziatische chemotype bevatten apigenine en luteoline-5-glycosiden en hun malonesters, quercitine 3-O-bèta-D-glucopyranoside en zijn malonesters.
- Saponinen: equisetonine 5% met als aglycon equisetogenine; de afgesplitste suikers zijn fructose en arabinose.
- Sporen alkaloïden : nicotine, palustrine, palustrinine, 3-methoxypyridine.
- Looistof: galluszuur, tanninezuur.
- Fenolzuren: di-E-caffeolyl-meso-tartaarzuur,koffiezuur, kaneelzuur, feruleenzuur.
- Polyeenzuren: oxaalzuur, appelzuur, aconietzuur, malonzuur.
- P-coumarinezuur.
- Vezels.
- Sterolen: bètasitosterol, campesterol, isofurosterol, cholestérol.
- Vitamine C, bètacaroteen, rhodoxanthine, vitamine BI, B2 en B3.
Heermoes bevordert de aanmaak, het herstel en de elasticiteit van weefsels door het ondersteunen van de synthese van volwaardig collageen: heermoes herstelt, versterkt en versoepelt het skelet, kraakbeen, pezen, gewrichtsbanden, huid, haar en nagels. Het verhoogt de weerstand van bindweefsels tegen leucocyten en dus tegen ontstekingen. Het helpt elastische weefsels van vitale organen zoals de long- aorta- en vaatwand verstevigen en soepel houden. Heermoes remt het verouderingsproces in de elastische weefsels van ondermeer de aorta en vermindert het risico op atheromatose bij verhoogd cholesterol. Het bevordert de wondgenezing door de mineralen waaronder organisch kiezelzuur, dat gemakkelijk opneembaar is en een belangrijke rol speelt in de collageensynthese en door de flavonoïden die de doorbloeding verbeteren.
Medisch gebruik van heermoes: artrose, osteoporose, breuken
Door deze eigenschappen is heermoes aangewezen bij botontkalking, broos beendergestel, herstel van breuken en bij snelle groei. Ook te gebruiken bij peesontstekingen, blessures, sportletsels, kneuzingen, gescheurde ligamenten en verzwikkingen. Gebruik verder ook heermoes bij te zwakke gewrichtsbanden, snel verzwikken van gewrichten, aandoeningen van de tussenwervelschijven en sleet op de tussenwervelschijven. Daarnaast kan het helpen bij afbrekende, splitsende haren en nagels, dun haar, haarverlies, cariës en bij zwak gebit. Als aanvullende hulp kan het helpen bij artrose, artritis en jicht, bij moeilijk genezende wonden, bij vroegtijdige huidveroudering,
Als bijkomende hulp wordt Equisetum ingezet bij longaandoeningen zoals chronische bronchitis, bij verlies van steunweefsel, emphyseem en bij tuberculose, hij verhoogt de weerstand van het bindweefsel en hij voorkomt athérosclérose. Gebruik daarom heermoes tegen hypertensie, hart- en vaatziekten en aambeien. Heermoes is algemeen remineraliserend voor de bindweefsels door de hoge mineraalinhoud, en bevordert de bloedaanmaak. Het is dus aangewezen bij mineraaltekorten, krampen en spasmofilie. Hij helpt dus als aanvullend middel bij asthenie, bloedarmoede en degeneratieve aandoeningen. Verder is heermoes mild urineafdrijvend en urinezuurafdrijvend door de aanwezige flavonoïden, saponosiden en kaliumzouten. Het kruid werkt bindweefselversterkend en samentrekkend op de slijmvliezen van de urinewegen doordat het kiezelzuur en looistoffen bevat. Daarom is heermoes aan te bevelen als bijkomende behandeling bij blaasaandoeningen zoals blaasontsteking, vooral bij chronische klachten.
Een veelzijdig kruid dus maar zeker geen wondermiddel. Eerder te gebruiken samen met andere planten bv bij blaasontsteking samen met guldenroede. Bij artrose samen met duivelsklauw en bij reuma samen met moerasspirea.