Zwanger: rommelende darmen
Rommelende darmen tijdens de zwangerschap is een klacht die veel voorkomt bij vrouwen. De eerste klachten beginnen vaak al twee weken na de bevruchting, wanneer een zwangerschapstest positief aangeeft. Voor sommige vrouwen een welkom eerst verschijnsel, voor anderen een gruwelijke kwaal. Rommelende darmen is de benaming voor darmen die tijdens de zwangerschap anders werken dan normaal.
Zwangerschap
De zwangerschap begint officieel na de bevruchting tussen eicel en zaadcel. Toch kan je als vrouw zijnde op dit moment nog niks merken van de zwangerschap. De eerste verschijnselen treden pas op na de innesteling van de eicel in de baarmoederwand. Op dat moment begint ook de productie van het zwangerschapshormoon
HCG. En juist dat hormoon is verantwoordelijk voor veel zwangerschapskwalen zoals misselijkheid en rommelende darmen.
Wat zijn rommelende darmen?
De benaming rommelende darmen klinkt wat on-Nederlands en dat is het ook, maar wordt in de volksmond veel gebruikt om aan te duiden dat de darmen van slag zijn. Dit komt vaak voor in de zwangerschap en op ieder moment. Vaak zien we vroeg in de zwangerschap de meeste klachten ontstaan. Dit wordt veroorzaakt door de grote veranderingen tijdens de zwangerschap. Zodra de eicel is ingenesteld, begint de placenta met de aanmaak van het zwangerschapshormoon HCG (Humaan chorion gonadotrofine). Dit hormoon is meetbaar in het bloed of de urine van de vrouw. Zelf kan hierop getest worden middels een urinetest, die soms al 1 tot 2 dagen voor de verwachte menstruatie HCG kan waarnemen. Een en ander is afhankelijk van de hoeveelheid HCG in het lichaam van de vrouw. Niet iedere vrouw heeft op hetzelfde moment evenveel HCG in het lichaam. Dit verklaart ook gelijk waarom de ene vrouw meer last heeft van rommelende darmen dan de andere. De meeste vrouwen krijgen voor het eerst last van rommelende darmen met 4 of 5 weken zwangerschap.
Verstopping of diarree
De hormonen plegen een aanslag op de werking van de darmen. Veelal gaan de darmen trager werken tijdens de zwangerschap. Dit heeft als gevolg dat er verstoppingen oftewel obstipatie optreedt. De ontlasting wordt harder en het is moeilijker om deze kwijt te raken. Soms is het zo erg dat er hulpmiddelen aan te pas moeten komen om de ontlasting kwijt te raken. Diarree is de andere kant van het verhaal: het lichaam onttrekt te weinig vocht aan de ontlasting doordat deze te snel door de darmen heen gaat. Het gevolg is diarree oftewel waterige ontlasting. Diarree is geen zwangerschapsverschijnsel maar eerder een teken dat er een infectie aanwezig is. Deze infectie verdwijnt vaak vanzelf en binnen enkele dagen verloopt de stoelgang weer 'normaal' voor een zwangerschap.
Pijn bij de ontlasting
Een verstopping kan pijn geven. Bij de stoelgang doet het pijn omdat de ontlasting zodanig is ingedikt dat deze hard is en weinig meegeeft. De anus kan dan teveel opgerekt worden wat pijnklachten geeft. Ook kan de ontlasting te lang in de darmen achter blijven,waardoor er buikpijn ontstaat. Ook kan er een opgeblazen gevoel aanwezig zijn. Minder vaak komt het voor dat er misselijkheid ontstaat en een smaak van ontlasting in de mond. Dit is alleen het geval wanneer de verstopping zo ernstig is dat deze zich een uitweg naar boven zoekt.
Zelfzorg
Door vezelrijke voeding te eten kan de stoelgang verbeterd worden. Vaak eten we te weinig vezels, iets dat vooral tijdens de zwangerschap van belang is. Roggebrood, volkorenbrood, pruimen, muesli, ontbijtkoek, peulvruchten, kreten en abrikozen zijn voorbeelden van vezelrijke voeding. Voldoende water drinken is ook essentieel: daardoor droogt de ontlasting niet teveel in. Vrouwen die te weinig water drinken vragen om problemen doordat het lichaam het nodige vocht gaat onttrekken aan de ontlasting. Het vocht moet immers ergens vandaan komen.
Een laxerende drank zoals roosvicee/rozenbottelsiroop kan helpen om de ontlasting helpen dunner te maken. Ook sinaasappelsap, vooral met vruchtvlees, is een goed alternatief. Gebruik niet direct laxerende middelen, vooral niet tijdens de zwangerschap. Raadpleeg eerst de arts of verloskundige. Deze kan bepalen of het te gebruiken middel veilig is. Gebruik je toch een laxeermiddel dat bij de drogist is gekocht, doe dit dan maximaal gedurende drie dagen. Zijn de klachten daarna nog niet verdwenen, neem dan liever contact op met de arts. Er kan al snel een gewenning aan laxeermiddelen ontstaan. Het wordt dan steeds moeilijker om zelf de ontlasting kwijt te raken zinder hulpmiddel.
Focus ook niet teveel op de stoelgang, Een aantal dagen geen ontlasting hebben is helemaal geen probleem. Was de stoelgang normaal dagelijks, onder invloed van de hormonen kan dit patroon veranderen naar een keer per twee tot vijf dagen. Sommige vrouwen hebben zelfs maar eenmaal per week ontlasting, hoewel dit minder vaak voorkomt. Ook kan de ontlasting juist vaker voorkomen, twee tot drie keer per dag. Zolang er geen bloed bij de ontlasting zit en er geen vreemde klachten opduiken, is dit geen enkel probleem. Halverwege de zwangerschap is de stoelgang vaak weer normaal, maar kan tegen het einde van de zwangerschap, rond de 38 weken, weer veranderen.
Buikpijn, soms na het eten
Bij rommelende darmen hoort soms ook buikpijn. Vaak zijn de klachten dan wel erger dan bij vrouwen zonder buikpijn. Hoewel dit vervelend is, gaan de klachten ook weer over. Probeer in ieder geval niet direct te grijpen naar laxeermiddelen maar ontspan door bijvoorbeeld een warm bad of een warme kruik tegen de buik aan te leggen. Na het eten kunnen ook buikpijnklachten ontstaan, die eerder een gevolg zijn van het voedsel dat is ingenomen. Gekruid voedsel of prikkelend voedsel zoals vruchtensappen, koffie en koolzuurhoudende dranken kunnen de maag irriteren en buikklachten veroorzaken. Ook te grote hoeveelheden voedsel kan buikpijn geven. Vooral tegen het einde van de zwangerschap is de maaginhoud kleiner. Probeer kleinere porties te eten, verdeeld over de dag. Beter vijf tot zes kleine maaltijden dan drie grote.