Autisme en blootstelling aan pesticiden: is er een verband?
Naar autisme worden veel onderzoeken gedaan. In juni 2014 is een nieuw onderzoek gepubliceerd over het verband van de blootstelling van het ongeboren kind aan pesticiden en het ontwikkelen van autisme. Uit een Amerikaanse studie blijkt dat de prenatale blootstelling van een kind aan pesticiden het risico op het ontwikkelen van autisme of een ontwikkelingsachterstand vergroot.
Autisme
Autisme is een aangeboren ontwikkelingsstoornis die op zeer jonge leeftijd moeilijk te diagnosticeren is. Er zijn veel verschillende soorten in het autismespectrum, dat wil dus zeggen dat niet elk kind met autisme hetzelfde gedrag vertoont. Mensen met autisme hebben vaak beperkingen op het gebied van sociale interactie en (non-)verbale communicatie. Autisme is op dit moment nog niet te genezen. Wel wordt er veel onderzoek naar gedaan, bijvoorbeeld naar de erfelijkheid en naar de hersenstructuur van autisten. Autisme komt vaker bij mannen voor dan bij vrouwen.
Pesticiden
Pesticiden, oftewel chemische bestrijdingsmiddelen, worden onder andere gebruikt in de landbouwsector. Het zijn stoffen die onkruid, ziekten en plagen bestrijden die hinderlijk of schadelijk zijn, zoals ongedierte of algen. Pesticiden hebben de nadelen dat ze niet helemaal specifiek zijn (dat wil dus zeggen dat er andere organismen kunnen worden vergiftigd dan gewenst) en dat er residentie kan ontstaan (na herhaalde toediening heeft het middel weinig effect meer).
CHARGE studie in Amerika
In 2003 is de universiteit van Californië begonnen met de CHARGE studie: Childhood Autism Risks from Genes and Environment (in het Nederlands: risico’s van genen en omgevingsfactoren op het ontwikkelen van autisme bij kinderen). Sinds 2003 heeft de gehele CHARGE studie 1600 deelnemers. In dit onderzoek wordt gezocht naar de oorzaken en risico factoren bij het ontstaan van autisme. Afgelopen 23 juni 2014 heeft het onderzoeksteam van CHARGE een artikel gepubliceerd over een deel van de CHARGE studie, over het verband tussen prenatale (voor de geboorte) blootstelling aan pesticiden en het ontwikkelen van autisme.
Onderzoek naar verband tussen prenatale blootstelling aan pesticiden en ontwikkeling van autisme
In dit deel van de CHARGE studie werd gekeken naar het verband tussen prenatale blootstelling aan pesticiden en de ontwikkeling van stoornissen in het autisme spectrum en/of ontwikkelingsachterstanden. In het geval van ene ontwikkelingsachterstand gaat het over jonge kinderen die zich vertraagd cognitief en/of adaptief ontwikkelen.
Methoden
De CHARGE studie is een populatie-gebaseerde patiënt-controle studie. Dit wil dus zeggen dat de onderzoekers tijdens de studie de resultaten vergeleken van patiënten (kinderen met een stoornis in het autisme spectrum of met een ontwikkelingsachterstand) met niet-patiënten uit de populatie. De ouders van de deelnemers hebben uitgebreide vragenlijsten ingevuld over de blootstellingen in hun omgeving tijdens de zwangerschap. Kinderen kunnen meedoen als ze tussen de 2 en 5 jaar zijn, geboren zijn in Californië (VS) en als ze bij hun biologische ouders leven die Engels of Spaans spreken. Tevens moeten de kinderen in het studiegebied wonen.
Schatting van de blootstelling aan pesticiden
Sinds 1990 moet het gebruik van pesticiden in Californië worden genoteerd. Deze data wordt gepubliceerd in een jaarlijks rapport. Het gaat hierbij om het gebruik van pesticiden op het platteland, in parken, golfbanen, begraafplaatsen, graslanden, en langs de weg en trainrails. Per gebied kan worden bepaald hoeveel chemicaliën gebruikt zijn de afgelopen tijd. Voor de studie is met behulp van software een geografische kaart gemaakt waarop het pesticiden gebruik wordt getoond. De ouders moesten hun adressen doorgeven vanaf drie maanden voor de verwekking van het kind. In totaal werden 970 deelnemers gebruikt die op 1319 unieke adressen woonden of hadden gewoond. Via de gemaakte kaart werden drie ronde gebieden om het huis van de proefpersoon aangegeven, met een straal van 1.25, 1.5 en 1.75km. Per proefpersoon maakten de onderzoekers een visuele representatie van de blootstelling aan de pesticiden in haar omgeving tijdens haar zwangerschap, door te kijken naar gebieden met drie stralen: 1.25, 1.5 en 1.75km rond het huis. In het onderzoek werd gekeken naar vier soorten van pesticiden: organofosfaten, carbamaten, pyrethroïden en organochloriden. Eén van de organofosfaten die vaak gebruikt wordt, chloorpyrifos, werd apart bekeken omdat hiervan bekend is dat deze ontwikkelingsproblemen bij kinderen vanaf drie jaar kan veroorzaken.
Resultaten
Een derde van de 970 deelnemers woonde binnen 1.5km van het gebied waar de pesticiden werden gebruikt. Na het gebruik van statistiek, bleek dat blootstelling aan elk van de soorten pesticiden de kans op het ontwikkelen van autisme of een ontwikkelingsstoornis bij het kind te vergroten.
Sommige pesticiden hadden een groter risico tijdens verschillende stadia van de zwangerschap. Zo bleek dat bij de blootstelling aan organofosfaten in het derde trimester van de zwangerschap er bijna drie keer zoveel risico was op het ontwikkelen van autisme of een ontwikkelingsstoornis, dan bij een blootstelling tijdens andere momenten van de zwangerschap. Blootstelling aan chloorpyrifos (een klasse van organofosfaten) had het grootste risico tijdens het tweede trimester van de zwangerschap. De blootstelling aan pyrethroïden bleek een vergroot risico te hebben voor de verwekking en tijdens het derde trimester van de zwangerschap. Prenatale blootstelling aan carbamaten resulteerde in een sterker risico op een stoornis in het autisme spectrum of een ontwikkelingsachterstand, maar dit risico was gedurende de gehele zwangerschap hetzelfde.
Tekortkomingen van deze studie
De wetenschappers hebben rekening gehouden met de etniciteit, leeftijd van de zwangerschap, vitamine gebruik voor de geboorte, het opleidingsniveau van de ouders, gezondheidsverzekeringen, regio en de plek van de geboorteplaats. Wel waren alle deelnemers van deze studie vrijwilligers. Dit wil dus zeggen dat het misschien ouders zijn die actiever de gezondheid van hun kind in de gaten houden. Het zou dus kunnen dat dit geen goede representatie is van de gehele populatie. Er is niet gekeken naar het eten van de moeders. Dit wil dus zeggen dat niet bekend is hoeveel of welke pesticiden de moeder precies binnen heeft gekregen vlak voor en /of tijdens haar zwangerschap.
De onderzoekers hebben de organochloriden niet meegenomen in hun onderzoek, omdat bleek dat te weinig deelnemers daar aan waren blootgesteld.
Vervolgonderzoek
Voor het vervolgonderzoek zal worden gekeken naar de specifieke genen en de biologische mechanismen die worden aangetast wanneer een kind wordt blootgesteld aan pesticiden. Het is de aanbeveling van de onderzoekers om tijdens de zwangerschap (of bij een zwangerschapswens) om direct contact met pesticiden zoveel mogelijk te vermijden.
Lees verder