Een (te) vroege eisprong of ovulatie
Gemiddeld duurt de vrouwelijke cyclus zo'n 28 dagen. Dit zou inhouden dat de eisprong, ook wel ovulatie genoemd, rond dag 14 plaatsvindt. Vlak voor de eisprong is een vrouw het vruchtbaarst en is de kans dat zij zwanger raakt het grootst. Maar het kan ook voorkomen dat een eisprong veel eerder gedurende een cyclus plaatsvindt. Hoe kan dat? En wat betekent het voor de kans op zwangerschap?
De eisprong
Ongeveer twee weken voordat een vrouw ongesteld wordt, heeft zij haar eisprong. Tijdens de eisprong komt een rijpe eicel vrij die bevrucht kan worden door een zaadcel mits er gemeenschap plaatsvindt. Sommige vrouwen voelen heel goed aan wanneer ze hun eisprong hebben, andere vrouwen merken hier helemaal niets van. Er zijn een aantal
tekenen die kunnen duiden op een eisprong:
- Meer zin in seks (gevoel van 'vruchtbaar zijn')
- Pijn in de buik
- Misselijkheid
- Doorzichtige, draderige afscheiding
Naast deze tekenen kan een ovulatietest meestal goed aantonen of een vrouw haar eisprong heeft. De test zal dan positief zijn (het streepje dikker dan normaal). Overigens is het zo dat niet alle vrouwen weten dat zij, om hun eisprong te berekenen, niet moeten tellen vanaf de eerste dag van hun menstruatie maar moeten terug tellen. Een vrouw met een cyclus van 34 dagen zal naar alle waarschijnlijkheid haar eisprong rond dag 20 hebben gehad, en niet rond dag 14.
Geen enkele vrouw en geen enkele cyclus is hetzelfde
Hoewel veel vrouwen een vrij regelmatige cyclus hebben van zo'n 28 dagen, is er ook een groep vrouwen die daar (soms) van afwijken. Onder een gemiddelde van 28 dagen moet ook genoemd worden dat een cyclus van 25 dagen of 30 dagen niet abnormaal is, dat is geen afwijking van de regelmatige cyclus. Je kunt eigenlijk pas van een onregelmatige cyclus spreken wanneer iemand de ene keer een vrij korte (bijvoorbeeld 24 dagen) en de andere keer een lange cyclus (bijvoorbeeld 40 dagen) heeft. En dan nog kunnen alle vrouwen met een regelmatige cyclus soms best een wat langere of kortere cyclus hebben. Oorzaken als stress, vermoeidheid, ziekte, spanning, een grote kinderwens etc. kunnen hieraan ten grondslag liggen.
Het wordt een ander verhaal wanneer vrouwen soms maanden moeten wachten totdat zij ongesteld worden of wanneer zij geen peil kunnen trekken op hun cyclusverloop. In sommige gevallen kan er dan sprake zijn van een
aandoening zoals PCOS (Polycysteus-ovariumsyndroom). Maar ook kan het zijn dat een cyclus gewoon nog niet goed 'op de regel' is, zoals bij meisjes die net ongesteld zijn geworden of vrouwen die pas gestopt zijn met het slikken van de pil. En natuurlijk kan de overgang ook een rol spelen.
Een (te) vroege eisprong?!
Wanneer is een eisprong (te) vroeg? Deze vraag is niet heel eenvoudig te beantwoorden. Wel kan gesteld worden dat een eisprong voor dag 10 na de eerste dag van de menstruatie gemiddeld genomen als vroeg gezien wordt. Er zijn verhalen bekend van vrouwen die hun eisprong voelen rond dag 8, 9 of zelfs dag 7. Dergelijke verhalen vormen meestal een uitzondering op de regel en het komt maar weinig voor dat vrouwen iedere cyclus zo'n
vroege eisprong hebben. Voor vrouwen die graag zwanger willen worden, kan het een probleem zijn wanneer zij een zeer vroege eisprong hebben. Er is namelijk een kans dat het eitje onvoldoende gerijpt is om bevrucht te kunnen raken. Een ander en veel vaker voorkomend 'probleem' kan zijn dat een vrouw gewoonweg niet goed doorheeft dat haar eisprong vroeg in de cyclus plaatsvindt, waardoor ze niet op het goede moment gemeenschap heeft met haar partner. Vrouwen met een kinderwens en een vermoeden dat hun eisprong vroeg is, kunnen gebruik maken van een ovulatietest om te zien wanneer de eisprong plaatsvindt.
Vroege eisprong, korte cyclus?!
Grote kans dat een vrouw die haar ovulatie heeft rond dag 10 ongesteld zal worden rond dag 24,25. Maar het is ook mogelijk dat een cyclus wel gewoon iets langer is, bijvoorbeeld 29 dagen. Er is dan sprake van een verkorte foliculaire fase en een verlengde luteale fase. De luteale fase is de tijd die de baarmoeder nodig heeft om zich klaar te maken voor een eventuele innesteling van een bevruchte eicel. Wanneer de luteale fase langer dan gemiddeld is (bijvoorbeeld 18 dagen in plaats van zo'n 14) hoeft dit helemaal geen invloed te hebben op de kans om zwanger te raken. Het zegt dus niet direct iets over
vruchtbaarheid. Vrouwen met een kinderwens die op de hoogte zijn van hun cyclusverloop, kunnen hiermee hun voordeel doen. Ze kunnen beter inschatten wanneer ze naar verwachting een eisprong zullen hebben en kunnen rekening houden met het idee dat het langer zal duren voordat zij ongesteld worden.