Voeding en Dieet bij zwangerschap
Iedereen weet dat tijdens de zwangerschap een voedzaam, afgewogen dieet een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van een baby. Ook blijkt steeds meer dat de voeding tijdens de zwangerschap op de lange termijn gevolgen heeft voor het kind. Een te laag vetpercentage heeft gevolgen voor de baby, evenals een te hoog vetpercentage.
Zwangerschap en gewicht
Te laag vetpercentage
Een laag vetpercentage en
lichaamsgewicht worden vaak in verband gebracht met een verminderde hoeveelheid geslachtshormonen en een verminderde vruchtbaarheid. Om zwanger te worden is een bepaald vetpercentage in verhouding tot magere lichaamsmassa nodig. Lichaamsvet is belangrijk voor de vruchtbaarheid omdat het betrokken is bij de productie van geslachtshormonen die verantwoordelijk zijn voor de ovulatie. Ook produceren vrouwen met een laag vetpercentage
minder krachtige oestrogenen. Gewicht en vetpercentage zijn voor de zwangerschap belangrijk: voor de ontwikkeling van de baby en voor het resultaat van de zwangerschap. Een laag gewicht voor de zwangerschap vergroot het risico op een baby met een laag geboortegewicht. Dus moeten gewicht en vetpercentage op een gezond niveau liggen. Een te laag gewicht tijdens de zwangerschap zal invloed hebben op de ontwikkeling van de baby. De groei van de baby in de baarmoeder kan achterblijven en dit kan nadelige gevolgen hebben voor de latere groei en ook voor de gedragsontwikkeling. Ook kan de baby bij de geboorte minder lang zijn dan normaal en een kleiner hoofd hebben. Wanneer je voor de zwangerschap een laag lichaamsgewicht had, kun je het beste in ieder geval 12,5 kilo aankomen tijdens de zwangerschap.
Voeding en aankomen
Tijdens een zwangerschap komen vrouwen gemiddeld tussen de 12,5 kilo aan. Ongeveer een kwart hiervan is het gewicht van de baby, ongeveer de helft is weefsel dat te maken heeft met de zwangerschap, en ongeveer een kwart wordt opgeslagen als vetreserve. Dit vet wordt vooral onderhuids opgeslagen in de dijen, heupen en buik onder invloed van het hormoon progesteron. De meeste vetreserves worden opgeslagen in het middelste deel van de zwangerschap. Ze vormen een buffer met een energievoorraad voor het eind van de zwangerschap en tijdens de borstvoeding, wanneer de energiebehoefte van de baby het grootst is. Te veel
aankomen tijdens de zwangerschap is iets dat beter voorkomen kan worden. Want te veel aankomen leidt tot een groter risico van zwangerschapsdiabetes. Dit is meestal iets tijdelijks maar soms kan het een langduriger probleem zijn. Ook bestaat het gevaar van hoge bloeddruk of
zwangerschapsvergiftiging, waardoor de bevalling te vroeg op gang kan komen. Vrouwen die te zwaar zijn lopen meer risico op een extra grote baby waardoor misschien een keizersnede nodig zou kunnen zijn. De benodigde extra hoeveelheid voedselenergie is tijdens de eerste fase van de zwangerschap nog gering. Je hoeft in deze eerste periode geen extra calorieën te eten. Alleen tijdens de laatste drie maanden is er een aanzienlijke toename in de energiebehoefte omdat de baby groter wordt en er extra weefsel wordt gevormd in verband met de zwangerschap. Een extra inname van 180 calorieën per dag is dan wenselijk.
Zwangerschap en stofwisseling
De stofwisseling is niet vertraagd wanneer men zwanger is. Veel vrouwen denken dat hun extra gewichtstoename hieraan te wijten is (een vertraagde stofwisseling). De snelheid van de stofwisseling tijdens zwangerschap kan bij mollige vrouwen juist iets toenemen. De stofwisseling van koolhydraten, vetten en proteïnen verandert tijdens de zwangerschap door de veranderingen in het
hormoonpeil. Het belangrijkste voor het lichaam tijdens de zwangerschap is te zorgen voor een constante toevoer van glucose naar de baby. Het zijn de koolhydraten die worden omgezet naar glucose. Het lichaam past zich zo aan, dat het beter gebruik kan maken van vetten als brandstof.
Zwangerschap en voeding met extra vet
Tijdens de zwangerschap is het belangrijk om
extra vet binnen te krijgen. Dit is nodig voor de borstvoeding en een veiligheidsmaatregel van de natuur, in geval van schaarste aan het einde van de zwangerschap. De hoeveelheid vet die men normaal gesproken aankomt ligt gemiddeld maar tussen de 3-4 kilo en het grootste gedeelte daarvan wordt verbruikt voor de melkproductie bij borstvoeding. Een zwangerschap zorgt niet voor levenslange gewichtsproblemen. Tijdens borstvoeding is het niet raadzaam om de hoeveelheid calorieën te beperken, omdat je dan niet voldoende voedingsstoffen (calcium en essentiële vetzuren) binnenkrijgt. Essentiële vetzuren zoals linolzuur en linoleenzuur zijn erg belangrijk tijdens de zwangerschap. Ze worden omgezet in archidonzuur en docosahexaeenzuur die zeer belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de hersenen en het centrale zenuwstelsel. Tevens zijn deze essentiële vetzuren belangrijk voor de celontwikkeling en sperma. Een tekort aan deze vetzuren kan invloed hebben op de ontwikkeling van de hersenen van de baby. Deze vetten haal je uit vette vis (makreel, haring, sardines), plantaardige olie, noten en zaden. Een eetlepel olie of 25 gram noten zal genoeg essentiële vetzuren opleveren. Tevens kan men visoliecapsules gebruiken.
Zwangerschap en voeding met extra vitaminen
Tijdens de zwangerschap is er een grotere behoefte aan
vitaminen en mineralen, vooral tijdens de laatste drie maanden. Een zwangere vrouw moet dan iets meer thiamine, riboflavine, folium en vitamine A, D en C nemen. Er zijn speciale multivitaminepreparaten voor de zwangere vrouw. Al voor de zwangerschap is het raadzaam om
foliumzuur te nemen. Dit is belangrijk, want een tekort aan foliumzuur zou kunnen leiden tot een open ruggetje, defecten aan de zenuwbanen. Het innemen van foliumzuur al voor de bevruchting en tijdens de eerste fase van de zwangerschap kan dit risico verminderen.
Calcium, ijzer en zink
Calcium is nodig voor de ontwikkeling van de botten en tanden en ook voor de bloeddruk tijdens de zwangerschap. De calciumbehoefte neemt toe tijdens de zwangerschap, vooral in de laatste 10 weken. Dan groeien de botten van de baby heel snel. IJzer is nodig voor de aanmaak van hemoglobine in de rode bloedcellen. Tijdens de zwangerschap worden meer rode bloedcellen gemaakt om te helpen bij het vervoer van zuurstof naar de baby. Ongeveer een derde van je ijzervoorraad wordt hiervoor gebruikt. De opname van ijzer uit de voeding neemt op een natuurlijke manier toe tijdens de zwangerschap. Zink is betrokken bij de celdeling en is dus essentieel voor de groei van de baby. Net als ijzer, komt dit extra zink uit de voorraad van het lichaam van de zwangere vrouw via een verhoogde opname via de darmen. Zink is nodig voor gezond sperma, dus wanneer je zwanger wilt worden moet de partner een goede voorraad zink hebben.