Het vruchtbaarheidsonderzoek
Wanneer je een kinderwens hebt, maar het na een tijdje nog niet is gelukt om zwanger te worden, kun je een zogenaamd vruchtbaarheidsonderzoek of fertiliteitsonderzoek uit laten voeren. Dit onderzoek kan uitwijzen of er een medische reden voor het uitblijven van een zwangerschap is.
De kinderwens
In principe zal iedere arts je adviseren het minimaal een jaar zelf te proberen om zwanger te raken. Heb je verder geen medische klachten en ben je na een jaar nog niet zwanger, dan moet je als eerste de huisarts bellen om daar een afspraak te maken. Alleen via doorverwijzing van de huisarts kun je in een regulier Nederlands ziekenhuis in aanmerking komen voor een consult en een vruchtbaarheidsonderzoek bij een gynaecoloog of een fertiliteitsarts.
Het eerste consult
Tijdens het eerste consult bij de gynaecoloog of fertiliteitsarts wordt je als stel samen verwacht. Het doel van dit eerste gesprek is voor de arts om een zo helder mogelijk beeld te krijgen van jullie levensomstandigheden en medische geschiedenis. Je kunt allerlei vragen verwachten, bijvoorbeeld of je rookt, maar ook over welke medicijnen je slikt en of je een bepaalde aandoening of kwaal hebt. Nadat de arts het beeld van jullie zo volledig mogelijk voor zichzelf heeft ingevuld, zal hij of zij jullie uitleggen wat het fertiliteitsonderzoek precies inhoudt.
Het vruchtbaarheidsonderzoek of het fertiliteitsonderzoek
Het vruchtbaarheidsonderzoek bestaat uit de volgende onderdelen:
Het onderzoek van de man
- Onderzoek van het zaad
Het onderzoek van de vrouw
- Bloedonderzoek op de derde dag van de cyclus
- De test na de geslachtsgemeenschap
- Het bloedonderzoek in de tweede helft van de cyclus
- Een baarmoederfoto
Het onderzoek van de man
Het onderzoek van de man bestaat in principe uit slechts een test en dit is een zaadtest. Een specimen van het zaad van de man wordt getest in het laboratorium op een aantal zaken, zoals bijvoorbeeld beweeglijkheid, hoeveelheid en snelheid. De uitslag moet aan een aantal geldende normeringen voldoen en als de uitslag normaal is, dan volstaat in principe een test. Als de uitslag afwijkend is, zal er waarschijnlijk nogmaals een test worden uitgevoerd. Zaad heeft namelijk geen enkel moment dezelfde kwaliteit en de test betreft dan ook een momentopname. Zaadkwaliteit kan beinvloed worden door de meest kleine dingen, zoals medicijngebruik of door bijvoorbeeld het hebben van een griepje. Als de uitslag van de test afwijkend blijft, dan zal de arts in overleg verder onderzoek doen, bijvoorbeeld met de hulp van een uroloog.
Het onderzoek van de vrouw
Het onderzoek van de vrouw is beduidend uitgebreider en beslaat een aantal tests, die gedurende de gehele cyclus worden uitgevoerd. Wanneer je dergelijke tests zal ondergaan, is het handig om hiervoor een maand te kiezen dat het je fysiek, mentaal en praktisch goed uitkomt.
Bloedonderzoek op de derde dag van de cyclus
Dit bloedonderzoek bestaat uit twee testen. De eerste test is om te bepalen hoeveel FSH-hormoon zich in je bloed bevindt. Dit hormoon stimuleert de productie van oestrogeen in je lichaam. En de tweede test is om te bepalen of je ooit chlamydia hebt gehad. Chlamydia is een infectieziekte die de kans op afwijkingen aan de eileiders beduidend vergroot. Als dit het geval is, zal de arts vaak verder onderzoek willen uitvoeren, bijvoorbeeld door middel van een kijkoperatie, om te bekijken in welke conditie de eileiders zich bevinden.
De test na de geslachtsgemeenschap
Deze test wordt uitgevoerd na de geslachtsgemeenschap, die je de avond voor het onderzoek moet hebben. Tijdens dit onderzoek wordt de beweeglijkheid van de zaadcellen in het baarmoederhalsslijm onderzocht. Dit onderzoek zal meestal plaatsvinden rond je eisprong. De gynaecoloog of de fertiliteitsarts zal in overleg met jou bepalen wanneer de eisprong in jouw cyslus te verwachten is.
Vaak krijg je na dit onderzoek een echo om ook te bekijken of er afwijkingen aan de baarmoeder of de eierstokken te vinden zijn.
Bloedonderzoek in de tweede helft van je cyclus
In de tweede helft van je cyclus krijg je opnieuw een bloedonderzoek en dit onderzoek is om te bepalen of er daadwerkelijk een eisprong heeft plaatsgevonden. De eisprong is uiteraard noodzakelijk voor het ontstaan van een zwangerschap. Belangrijk is dan ook om te bepalen of je inderdaad een eisprong hebt of niet.
Een baarmoederfoto
Dit is een vrij pijnlijk en onprettig onderzoek. In de baarmoeder wordt contrastvloeistof gespoten, die zich vervolgens zelf verder verspreid door de eileiders en de eierstokken. Door middel van röntgenfoto's krijgt de arts informatie over het al dan niet open zijn van de eileiders. Vaak krijg je voor dit onderzoek pijnstillers, die je vooraf moet innemen. Het onderzoek duurt niet lang, vaak is er binnen 10 minuten een duidelijke röntgenfoto verkregen. Het inbrengen en verspreiden van de contrastvloeistof is het meest pijnlijke onderdeel van dit onderzoek. Vaak ben je binnen een dag na het onderzoek de pijnklachten weer kwijt.
En dan?
Na alle onderzoeken is er een eindgesprek met de gynaecoloog of de fertiliteitsarts. Als er tijdens de onderzoeken iets is gevonden, dan zal daar verder op geanticipeerd worden. Is er niet gevonden en ben je nog steeds niet zwanger, dan wordt je toch vaak voor minimaal een half jaar naar huis gestuurd om het nogmaals te proberen. Als reden geldt daarvoor dat het inbrengen van de contrastvloeistof bij de baarmoederfoto als een soort spoeling kan worden beschouwd, waarna sommige vrouwen alsnog zwanger worden. Als het na een half jaar nog niet gelukt is, dan mag je vaak terugkomen om een vervolgtraject te bespreken om toch zwanger te worden. Vaak bestaat dit vervolgtraject uit medische ingrepen, zoals IUI, IVF of ICSI. De procedure, zoals besproken, kan per ziekenhuis licht afwijken qua uitvoering.